Klik rechtsboven op de knop 'PDF' om dit overzicht in pdf-vorm te downloaden.
Minister van Ark (Medische Zorg en Sport) heeft de Tweede Kamer op de hoogte gebracht van de laatste stand van zaken over gegevensuitwisseling in geval van spoedzorg. Vanwege de uitzonderlijke omstandigheden door de COVID-19 uitbraak is tijdelijk de Corona Opt-in van toepassing. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft aangegeven dat borging van deze Corona Opt-in gedoogconstructie op wetsniveau noodzakelijk is. In afwachting van juridische borging handhaaft de AP de bestaande gedoogconstructie indien en voor zover de stand van de coronapandemie daartoe noodzaakt. Om te komen tot een duurzame oplossing voor gegevensuitwisseling in het kader van spoedzorg, ondersteunt de minister het veld bij het vinden van oplossingen.
Klager is als automobilist betrokken geweest bij een verkeersongeval. De verzekeraar van de andere betrokken automobilist is aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van het ongeval. Een arts, die als medisch adviseur werkzaam is, heeft op verzoek van de verzekeraar medisch advies uitgebracht over de situatie van klager. Klager verwijt de arts onder meer dat hij zonder zijn toestemming medische stukken naar de verzekeraar heeft toegestuurd, waardoor meerdere mensen de stukken hebben kunnen inzien. Het Regionaal Tuchtcollege stelt voorop dat in de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens staat dat de medisch adviseur een medisch advies opstelt dat aan de schadebehandelaar van de verzekeraar wordt verstrekt. De arts heeft gesteld dat hij voor het sturen van het medisch advies de door de verzekeraar gehanteerde werkwijze heeft gevolgd en dat hem niet kan worden verweten wat de verzekeraar vervolgens met de medische stukken heeft gedaan. Nu deze werkwijze gebruikelijk en in overeenstemming met de richtlijn is, valt volgens het college aan verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. De klacht wordt ongegrond verklaard.
RTG Amsterdam 28 april 2021, 2020/205, ECLI:NL:TGZRAMS:2021:49
Klager is werkzaam bij het onderdeel luchttransport op een Nederlandse vliegbasis. De onderdeelsarts heeft in 2009 een gesprek gehad met de commandant van klager. Dit gesprek is in het medisch dossier van klager onder een onjuiste code geregistreerd en ook is ten onrechte een diagnose vermeld. Klager heeft verzocht deze aantekeningen te verwijderen uit zijn medisch dossier. In 2012 is aan verweerder, een bedrijfsarts die toen werkzaam was als hoofd van het gezondheidscentrum van de vliegbasis, door een stafarts verzocht om te controleren of de betreffende aantekeningen nog in het medisch dossier van klager waren opgenomen. Tussen klager en de bedrijfsarts heeft geen behandelrelatie bestaan. De bedrijfsarts heeft ter voorbereiding op onderhavige procedure de e-mailwisseling aan zijn privé e-mailadres gestuurd. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden en medische informatie onvoldoende veilig via e-mail heeft verzonden. Het Regionaal Tuchtcollege acht het plausibel dat de stafarts in zijn verzoek aan de bedrijfsarts heeft toegelicht dat het om een verzoek van klager ging om de onjuiste aantekeningen te verwijderen. Op grond daarvan mocht de bedrijfsarts uitgaan van de impliciete toestemming van klager om het dossier met dat doel in te zien. Het college is van oordeel dat de bedrijfsarts wel tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld heeft door tot een persoon herleidbare gegevens naar een Gmailaccount te verzenden zonder bijzondere voorzorgsmaatregelen te treffen. Hij had bijvoorbeeld de naam van klager uit de berichten kunnen verwijderen. Gelet op de beperkte omvang van dit handelen in het licht van de gehele klacht en het feit dat de bedrijfsarts er ter zitting blijk van heeft gegeven dat hij van deze casus heeft geleerd, zal het college hem hiervoor geen tuchtrechtelijke maatregel opleggen. Het doel van het tuchtrecht, te weten de verbetering van de individuele gezondheidszorg, is al voldoende bereikt.
RTG Eindhoven 20 april 2021, 2057, ECLI:NL:TGZREIN:2021:24
De Regionale Tuchtcolleges en het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg hebben het jaarverslag over 2020 gepubliceerd. In vergelijking met 2019 werden in het algemeen aanzienlijk minder klachten ingediend. In totaal zijn er 1049 klachten afgehandeld door de Regionale Tuchtcolleges. In 152 gevallen werd er een maatregel opgelegd. Meestal betrof het een waarschuwing of berisping. Van het aantal afgehandelde klachten waren er 720 tegen artsen gericht. Bij het Centraal Tuchtcollege kwamen 291 zaken binnen. Er werden 288 zaken afgehandeld.
Het Europees Parlement heeft ingestemd met de invoering van een EU-breed erkend, gratis coronacertificaat. Met dit certificaat kan de houder ervan aantonen dat hij tegen COVID-19 is ingeënt, recent negatief is getest of is hersteld van de ziekte en voldoende antilichamen heeft. Wel zijn er een aantal voorwaarden aan het coronacertificaat gesteld. Zo wil het parlement dat het document ‘EU Covid-19-certificaat’ gaat heten in plaats van Digitaal Groen Certificaat zoals het dagelijks EU-bestuur voorstelt. Daarnaast moet het certificaat niet worden gezien als een reisdocument en moet het systeem na twaalf maanden worden geschrapt. Ook het waarborgen van de privacy is een belangrijke voorwaarde. Persoonsgegevens mogen niet centraal worden opgeslagen en het is niet toegestaan om iemands reisbewegingen te volgen. Het systeem zou eind juni operationeel moeten zijn.
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.