Minister de Jonge (VWS) heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken rondom COVID-19. Daarnaast gaat de minister in deze brief in op het verbeteren van de pandemische paraatheid op (middel)lange termijn. Daartoe wordt gewerkt aan een beleidsagenda. Belangrijkste elementen zijn: het versterken van de publieke gezondheid en de rol van de GGD-en (zie ook advies Verweij Jonker Instituut), het verbeteren van de toegang tot vaccinatiezorg, het versterken van de zoönose structuur en het bevorderen van internationale samenwerking.
Klaagster is gezien door (beklaagde) oogarts vanwege contactlensintolerantie na een lensextractie. Er werd besloten te opereren waarbij een intra-oculaire lens werd ingebracht (IOL). Hierna hield klaagster klachten. Zij heeft het ziekenhuis waar de oogarts werkt aansprakelijk gesteld. Tijdens een spreekuur sprak de oogarts met klaagster af dat hij een oriënterend onderzoek zou doen naar een eventuele explantatie van de IOL en zijn bevindingen zou terugkoppelen aan klaagster. De oogarts schreef vervolgens een verwijsbrief aan een andere oogarts waarin hij opnam dat klaagster een letselschadeclaim had ingediend. Klaagster verwijt de oogarts onder meer dat hij in zijn verwijsbrief melding heeft gedaan van de aansprakelijkstelling en zijn afspraak om de bevindingen van het oriënterend onderzoek aan haar terug te koppelen niet is nagekomen. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de vermelding van de aansprakelijkstelling niet thuishoort in een verwijsbrief. Deze informatie is immers niet relevant voor de beoordeling van de klachten van klaagster. Daarnaast is de oogarts de afspraak met klaagster om de uitkomsten van zijn onderzoek naar de experts op het gebied van explantatie met haar te bespreken niet nagekomen. Het college ziet geen aanleiding een maatregel op te leggen ondanks dat het twee klachtonderdelen gegrond verklaart. Daarbij neemt het college in aanmerking dat de oogarts lerend vermogen heeft getoond. Ook heeft hij de verwijsbrief laten vervangen door een gecorrigeerde brief en klaagster hiervan op de hoogte gesteld. Voorts heeft hij het medisch dossier laten aanpassen.
Regionaal Tuchtcollege Eindhoven 10 juni 2021, 2064, ECLI:NL:TGZREIN:2021:39
De zoon van klager is uit huis geplaatst en onder toezicht gesteld van Jeugdzorg. Klager heeft via zijn gemachtigde contact gelegd met een verpleegkundige. Zij heeft een foto van klager en zijn zoon ingestraald. In het hulpverleningsplan heeft zij onder meer EMDR-therapie en familieopstelling opgenomen met als doel gezinshereniging. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij valse illusies maakt door zich als deskundige te presenteren op gebieden die niets met verpleegkunde te maken hebben. Volgens het college volgt uit het klaagschrift, het aanvullend klaagschrift en de mededelingen van zowel klager als zijn gemachtigde ter zitting dat de verpleegkundige zich ten opzichte van klager heeft gepresenteerd als verpleegkundige. Daaruit leidt het college af dat het de bedoeling was dat zij als zelfstandig gevestigd verpleegkundige de in het plan van aanpak voorgestelde behandeling bij klager en zijn zoon zou uitvoeren. Het Regionaal Tuchtcollege overweegt dat de toepassing van EMDR-therapie en familieopstelling niet behoort tot de gebruikelijke deskundigheid van een verpleegkundige. Gesteld noch gebleken is dat de verpleegkundige deskundig en bevoegd is om dergelijke behandelingen uit te voeren. Door deze behandelingen aan te bieden met de bedoeling deze vervolgens uit te voeren, heeft zij tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Het is voor het college niet begrijpelijk hoe de verpleegkundige heeft kunnen denken dat haar ‘behandeling’ tot gezinshereniging zou kunnen leiden. Dat is in dit soort zaken uiteindelijk aan de rechter, die zich bij de te nemen beslissing laat adviseren door (erkende) instanties als de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdzorg. Door deze handelwijze speelt de verpleegkundige in op de wanhoop van ouders zoals klager, en als verpleegkundige schaadt zij daarmee ook het vertrouwen in de gehele beroepsgroep. De klacht wordt gegrond verklaard. De verpleegkundige heeft niet de moeite genomen zich ten opzichte van het tuchtcollege te verantwoorden en dit rekent het college haar zeer aan. Het college acht om die reden de maatregel van berisping passend. Om te voorkomen dat nog meer wanhopige ouders de dupe worden van de onprofessionele zorgverlening van de verpleegkundige oordeelt het college dat het belang van de individuele gezondheidszorg vordert dat deze maatregel (met vermelding van de naam van de verpleegkundige en de plaats waar zij werkzaam is) openbaar wordt gemaakt met de gronden waarop zij berust.
Regionaal tuchtcollege Eindhoven 4 juni 2021, 20104, ECLI:NL:TGZREIN:2021:38
De nieuwe website PGO.nl is online. Deze website is een initiatief van de PGO-alliantie. Op de website is algemene informatie over de persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) te vinden. Daarnaast biedt de website informatie voor zorgverleners, waaronder een toolkit met informatie- en campagnemiddelen. Ook wordt ingegaan op veelgestelde vragen, zoals welke gegevens uit het huisartsendossier een patiënt kan inzien via een PGO.
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.