Op 27 juli is een voorstel tot aanpassing van het Derdenbesluit BRP (Basis Registratie Personen) gepubliceerd ter internetconsultatie. Het voorstel houdt de aanwijzing in van vier nieuwe werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang: (1) het informeren van familieleden van een patiënt bij geconstateerde erfelijke aandoeningen (klinisch genetische centra), (2) het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 2.3 van de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg ten behoeve van de bestrijding van fraude in zorg (Informatieknooppunt zorgfraude), (3) het uitvoeren van cliëntenonderzoek, bedoeld in artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (banken en notarissen) en (4) het honoreren van aanspraken van gerechtigden op, al dan niet op termijn, opvorderbare gelden of diensten op de verzekeraar (levens- en natura-uitvaartverzekeraars).
Volgens de VKGN-Richtlijn Informeren van familieleden bij erfelijke aandoeningen dienen artsen altijd een redelijke inspanning te leveren om de patiënt met een erfelijke aandoening ertoe te bewegen om zelf zijn familie te informeren. Soms kan of wil de patiënt dit echter niet zelf doen. Dan kan de arts dit op zich nemen. Vaak hebben patiënten de beschikking over de gegevens van hun familie en is raadpleging van de BRP niet nodig. Het kan echter voorkomen dat de patiënt de gegevens niet kan achterhalen of dat er twijfel bestaat over de juistheid van de gegevens. Hierdoor gaat mogelijke gezondheidswinst verloren. Toegang tot de BRP is dan noodzakelijk. Met behulp van de adresgegevens zoals die zijn opgenomen in de BRP, kan de klinisch geneticus de betrokken familieleden per brief van de bestaande risico’s op de hoogte stellen. Reageren op de internetconsultatie kan tot 7 september.
Internetconsultatie Derdenbesluit BRP
De rechtbank Gelderland heeft een 29-jarige man - die in het kader van een tbs-maatregel verbleef in een kliniek in Nijmegen – veroordeeld voor 2 keer een poging doodslag en een mishandeling. De slachtoffers zijn 3 sociotherapeuten die werkzaam zijn in de kliniek. De man krijgt 18 maanden celstraf, daarbij moet hij een schadevergoeding van in totaal ruim 17.000 euro betalen aan de slachtoffers. Op 5 november 2020 viel de man in de tbs-kliniek 3 medewerkers aan met een zelfgemaakt wapen. Twee sociotherapeuten liepen hierbij meerdere steekwonden op, bij de derde zijn plukken haar uit het hoofd getrokken.
Nieuwsbericht Rechtspraak.nl, 5 augustus 2021 en ECLI:NL:RBGEL:2021:4279
Een weduwnaar diende een klacht in tegen de orthopedisch chirurg die zijn vrouw heeft behandeld. De klacht betrof de bejegening, communicatie en de behandeling. De beklaagde heeft de patiënt kort gezien op de SEH met een gezwollen knie. Er zat vocht in de knie en er is een punctie verricht. Het gewrichtsvocht gaf geen vermoeden van bacteriële infectie. De behandeling werd vervolgens overgedragen aan de internist. Over de klachtonderdelen bejegening en communicatie kan het college niet vast stellen wat er precies is gezegd. De chirurg heeft namelijk geen “actieve herinnering” meer aan het bewuste kortdurende consult. Dat beklaagde tijdens de punctie een voor patiënt pijnlijke tik zou hebben gegeven tegen injectienaald, is niet gebleken. Vermoedelijk betrof het hier een correctie omdat bij de eerste poging onvoldoende vocht werd opgevangen. Het college kan geen oordeel geven als er niet meer informatie is dan het woord van de één tegenover dat van de ander. De klacht wordt ongegrond verklaard.
RTG Groningen 4 augustus 2021, nr. G2020/38, ECLI:NL:TGZRGRO:2021:20
Een kinderarts wordt verweten dat hij geen bloedkweek heeft afgenomen en ook onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar een eventuele lijninfectie bij de zoon van klagers. Na een eerste bezoek aan de SEH werd de zoon een dag later alsnog opgenomen wegens verdenking van een meningitis. De klacht is terecht. Een lijninfectie kon niet worden uitgesloten. De visuele inspectie van een Broviac lijn voor langdurige toediening van penicilline, sluit lijninfectie niet uit. Er is nagelaten meteen een bloedkweek te doen. Het college acht dat niet zorgvuldig. Bij de herhaalde presentaties met koorts, de langdurig aanwezige Broviac lijn en de overweging van een lijninfectie, zou verwacht mogen worden dat direct ook een bloedkweek zou worden afgenomen. Het college vond geen aanleiding om aan te nemen dat de dossiervoering onvoldoende is. De klacht wordt gedeeltelijk gegrond verklaard, gevolgd door een waarschuwing. De klacht is behandeld tezamen met een andere, met de klacht samenhangende zaak onder dossiernummer 2021-006b.
RTG Den Haag 3 augustus 2021, nr. D2021/2403-2021-006a, ECLI:NL:TGZRSGR:2021:106 en
RTG Den Haag 3 augustus 2021, nr. D2021/2406-2021-006b, ECLI:NL:TGZRSGR:2021:105
Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde. De klacht betreft de behandeling van de moeder van klager. Zij was tot haar overlijden opgenomen op de verpleeghuisunit van een woonzorglocatie. Klager verwijt de specialist ouderengeneeskunde dat zij 1) ten onrechte de antistollingsmedicatie heeft stopgezet, 2) patiënte onvoldoende heeft laten drinken, 3) palliatieve zorg heeft verleend in plaats van zorg op het leven, 4) dat patiënte niet is gereanimeerd en 5) een actieve levensbeëindiging heeft verricht door het toedienen van een te hoge dosis morfine. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel 1) gegrond verklaard. Tegenover het Regionaal Tuchtcollege verklaarde de beklaagde dat zij gebruikelijk na opname eerst de bestaande medicatie voortzet, en vrijwel nooit direct de medicatie aanpast, maar pas in de loop van de tijd als zij dit nodig acht. Ook in dit geval heeft beklaagde de bestaande medicatie gecontinueerd. Patiënte kreeg bij opname al geen antistollings-medicatie, omdat een geriater in een eerder stadium had besloten hiervan af te zien wegens valgevaar/bloedingsrisico en de acetylsalicylzuur (die patiënte in het verleden ook gebruikte) in het vorige verpleeghuis is gestaakt. Het college oordeelde dat beklaagde onzorgvuldig en verwijtbaar heeft gehandeld door eerder ingezet beleid ten aanzien van de antistollingsmedicatie voort te zetten, zonder dit zelf zorgvuldig te (her)beoordelen, te bespreken met betrokkenen en vast te leggen in het medisch dossier van patiënte. Zij is daarmee niet gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. Het college legde aan de specialist ouderengeneeskunde een waarschuwing op en verklaarde de overige klachtonderdelen ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen de ongegrond verklaarde klachtonderdelen.
CTG 3 augustus 2021, nr. c2020.274, ECLI:NL:TGZCTG:2021:147
Klager diende een klacht in tegen een arts die in opdracht van een rechtbank een psychiatrisch expertise heeft uitgebracht in een letselschadeprocedure van klager. Klager klaagt over de onzorgvuldige inhoud van de concept- en de definitieve rapportage psychiatrische expertise en verwijt de arts dat hij zich niet onafhankelijk heeft opgesteld.
Het Regionaal Tuchtcollege oordeelde dat de rapportage van verweerder voldoet aan de daarvoor geldende kwaliteitseisen. Ook is correct blokkerings-, inzage- en correctierecht verleend. Klager had het uitbrengen van de rapportage van verweerder kunnen blokkeren, maar dat heeft hij niet gedaan.
Het college is van oordeel dat klager zijn verwijt, dat verweerder zich niet onafhankelijk heeft opgesteld, onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Ten aanzien van het punt van het mogelijk onderpresteren heeft het college vastgesteld dat verweerder zorgvuldig onderzoek heeft gedaan, juist om eerdere bevindingen te objectiveren, en zijn de conclusies goed te volgen. Dat verweerder daarbij bevooroordeeld was is niet gebleken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaarde de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de klager.
CTG 3 augustus 2021, nr. c2021.037, ECLI:NL:TGZCTG:2021:148
Klager is bij de psychiater onder behandeling geweest na een verwijzing door de huisarts. In die periode speelde bij klager een ‘vechtscheiding’. De psychiater heeft tijdens de behandeling contact gehad met de Raad van de Kinderbescherming over klager en verslag uitgebracht. Ook heeft de psychiater na beëindigen van de behandelrelatie aan de huisarts een specialistenbrief gestuurd. Klager klaagt over onzorgvuldige dossiervorming, onzorgvuldig informatieverstrekking aan derden zonder klagers toestemming, onzorgvuldige overdracht, het niet verstrekken van een second opinion en onzorgvuldige communicatie met klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten van klager ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege stelt vast dat klager voor het eerst (uitdrukkelijk) heeft kennisgenomen van de bevindingen van de psychiater over zijn mogelijke persoonlijkheidsproblematiek toen hij in zijn medisch dossier de terugkoppeling van de psychiater aan de huisarts las. Dit verdient niet de schoonheidsprijs. Toch verwerpt het CTG de klachten, evenals het Regionaal Tuchtcollege.
CTG 3 augustus 2021, nr. c2020.256, ECLI:NL:TGZCTG:2021:145
Klaagster en de gynaecoloog hebben elkaar één maal ontmoet in het kader van een intakegesprek. Klaagster werd verwezen door de huisarts voor overname van de verloskundige zorg in verband met een eerdere keizersnede. De gynaecoloog heeft, toen zij vermoedde dat klaagster haar zwangerschap niet wilde laten begeleiden, een melding bij Veilig Thuis gedaan. Het CTG is met het RTG van mening dat de melding bij Veilig Thuis door de gynaecoloog ten onrechte was gedaan, omdat nog geen enkel overleg met een collega had plaatsgevonden over wat de mogelijkheden zouden kunnen zijn om tot een oplossing van de ontstane situatie te komen. Voorts had de gynaecoloog geen kennis mogen nemen van het dossier, nadat de behandelrelatie was beëindigd.
De gynaecoloog had per abuis een uitgaande e-mail met bijlagen niet uit haar mailbox verwijderd en had een e-mail aan Veilig Thuis verzonden via een onbeveiligde verbinding, terwijl zij meende te mailen via een beveiligde verbinding via haar computer van het ziekenhuis. Beide laatste handelingen achtte het CTG niet zodanig ernstig dat dit tuchtrechtelijke verwijtbaar is. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het principaal beroep van de gynaecoloog ongegrond en handhaaft de berisping.
CTG 3 augustus 2021, nr. c2020.192, ECLI:NL:TGZCTG:2021:143
In twee tuchtrechtuitspraken heeft het RTG Eindhoven beide klachten ongegrond verklaard. In de ene tuchtzaak werd een dermatoloog verweten dat er sprake is van onverantwoorde, onveilige zorg omdat hij de operatie van klaagster heeft uitbesteed aan een arts die niet is opgeleid tot oncoloog. Het college is van oordeel dat de dermatoloog de operatie kon en mocht overlaten aan zijn collega-plastisch chirurg. Geen sprake dus van onverantwoorde, onveilige zorg.
In de andere tuchtzaak werd de plastisch chirurg verweten dat hij zich bij de verwijdering van een basaalcelcarcinoom op de neusvleugel van klaagster niet heeft gehouden aan het protocol waardoor klaagster niet weet of de randen van de neusvleugel kankervrij zijn en zonder te vragen de wond heeft gesloten middels een huidtransplantaat. Ook zou er sprake zijn van onverantwoorde, onveilige zorg omdat de plastisch chirurg niet is opgeleid tot oncoloog en als gevolg van de lokale verdoving bij de operatie zou een infectie zijn ontstaan. Het RTG was niet gebleken dat de plastisch chirurg een verkeerde inschatting heeft gemaakt tijdens de operatie. Daarvoor bestaat geen protocol. Niet was vast te stellen of het sluiten van de wond middels huidtransplantaat is besproken met klaagster. De plastisch chirurg was bevoegd om de operatie uit te voeren. Er was geen sprake van onverantwoorde, onveilige zorg en niet gebleken dat er verband zou zijn tussen een eventuele infectie en de verdoving.
RTG Eindhoven 29 juli 2021, nr. E2021/2476-2070a, ECLI:NL:TGZREIN:2021:48 en
RTG Eindhoven 29 juli 2021, nr. E2021/2480-2070b, ECLI:NL:TGZREIN:2021:49.
Het Eindhovense Catharina Ziekenhuis is en blijft aansprakelijk voor een snee in de wang die een baby opliep tijdens een spoedkeizersnede. Dat bepaalde de rechtbank Oost-Brabant op 29 juli. Het ziekenhuis betaalde na een eerdere veroordeling een schadevergoeding aan de ouders van het kind. De baby werd in mei 2017 met een keizersnede ter wereld gebracht en liep daarbij een snee op in zijn wang. De ouders van het jongetje stelden het ziekenhuis daarvoor aansprakelijk.
Nieuwsbericht Rechtspraak.nl, 29 juli 2021
Naar aanleiding van het faillissement van de MC IJsselmeerziekenhuizen in 2018 heeft de minister van VWS de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Nederlandse Zorgautoriteit gevraagd onderzoek te doen naar het gebruik van eventuele onbehoorlijke financiële constructies door de MC IJsselmeerziekenhuizen. In het kader van dat onderzoek heeft de inspectie de curatoren van de failliete ziekenhuizengroep om bepaalde informatie gevraagd. Volgens de curatoren kunnen zij de gevraagde informatie niet geven, omdat daardoor belangen van derden in het geding zouden komen. Bovendien zou de minister geen bevoegdheid hebben om deze informatie op te vragen en zou dit hun onderzoek op grond van de Faillissementswet doorkruisen. Daarom zijn de curatoren tegen het besluit van de minister in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die stelt de curatoren in het gelijk.
ABRvS, 28 juli 2021, nr. 202003365/1/A2, ECLI:NL:RVS:2021:1674
Beklaagde is apotheker bij een samenwerkingsverband van vier apotheken (hierna: de apotheek). Klaagster heeft na een contact met “Volg je Zorg” geconstateerd dat vanuit de apotheek is geprobeerd gegevens op te vragen via het Landelijk Schakelpunt (LSP). Klaagster vindt dat dit niet had gemogen. Verder vindt zij dat beklaagde haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden door zelf contact op te nemen met “Volg je Zorg” en daarbij de naam en geboortedatum van klaagster te noemen. Eerder zou er al contact zijn geweest met de huisarts van klaagster. Verder zou geweigerd zijn het hele dossier af te geven omdat beklaagde niet alle namen van de betrokken medewerkers wilde geven. Ten slotte vindt klaagster dat het apothekersloket te weinig privacy biedt.
Het college wijst de klacht af, omdat de verwijten van klaagster niet terecht zijn. Het raadplegen van het dossier van klaagster door (medewerkers van) de apotheek is nodig voor een goede verwerking en registratie van aangeboden recepten. De poging informatie op te vragen via het LSP gaat geautomatiseerd en kan door de apotheker niet worden voorkomen. Dit zal echter niet leiden tot een ongeoorloofde uitwisseling van informatie. Als klaagster heeft geweigerd toestemming te verlenen voor het delen van informatie via het LSP zal het opvragen van informatie namelijk niet slagen. Dat beklaagde haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden door persoonsgegevens van klaagster te delen met een medewerker van “Volg je Zorg” kan niet worden vastgesteld. Het contact met de (voormalig) huisarts van klaagster was niet met deze apotheker, zodat haar hiervan alleen al hierom geen verwijt kan worden gemaakt. Het verzoek om afgifte van het dossier is afgehandeld door een collega van beklaagde, zodat haar ook hiervan geen verwijt kan worden gemaakt. Dat het apothekersloket is gevestigd in een ruimte die gedeeld wordt met andere zorgverleners is niet ongebruikelijk. Hoewel het delen van een balie met de assistente van de huisarts niet optimaal is, voert het te ver beklaagde daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Het college komt tot het oordeel dat de klacht ‘kennelijk ongegrond’ is.
RTG Zwolle, 26 juli 2021, nr. 216/220, ECLI:NL:TGZRZWO:2021:70 en
Google, Amazon en Microsoft, drie van de grootste cloudaanbieders ter wereld, kondigden afgelopen maand nieuwe functies aan waarmee het eenvoudiger wordt om patiëntgegevens uit systemen van zorginstellingen te verzamelen en daarna te gebruiken voor analyses, wetenschappelijke studies of betere gegevensuitwisseling. Google noemt zijn nieuwe software de Healthcare Data Engine. Deze dienst bouwt voort op stappen die Google, net als Microsoft en Amazon, al eerder zetten rond medische data-uitwisseling en hun cloudplatformen.
Google Health Engine biedt standaard koppelingen met een groot aantal veelgebruikte zorgtoepassingen, zoals elektronische ziekenhuisdossiers of laboratorium-software. Google kan die gegevens met behulp van kunstmatige intelligentie herkennen, omzetten naar een standaard indeling en vervolgens beschikbaar maken voor verder onderzoek of nieuwe toepassingen. Omdat Google daarvoor de moderne FHIR (Fast Healthcare Interoperability Resource) standaard aanbiedt, kunnen de geharmoniseerde gegevens eenvoudig worden gebruikt door andere systemen die ook de FHIR standaard ondersteunen. FHIR is in de Verenigde Staten een afspraak die deels al bij wet verplicht is.
Nieuwsbericht Smarthealth, 5 augustus 2021
Zorgverzekeraars hebben vorig jaar voor ongeveer 34 miljoen euro aan fraude vastgesteld, voornamelijk in de sectoren wijkverpleging en de ggz. Daarnaast werd relatief vaak fraude vastgesteld met persoonsgebonden budgetten voor langdurige zorg. Zorgverzekeraars werken steeds meer met elkaar en met andere partijen samen aan het voorkomen en opsporen van zorgfraude. Dankzij deze risicogerichte aanpak kan de kleine groep zorginstellingen en bestuurders die zich extreem en onrechtmatig verrijkt met zorggeld, effectief worden opgespoord. Dit blijkt uit de jaarrapportage fraudebeheersing 2020.
Uit die jaarrapportage blijkt ook dat in 2019 de geconstateerde fraude 80 miljoen euro bedroeg. In 2018 was dat 20 miljoen.
Nieuwsbericht Zorgverzekeraars Nederland, 4 augustus 2021.
Op vrijdag 30 juli zijn in het Maastricht UMC+ de bevindingen van het onderzoek gepresenteerd over de stroomstoring die in de nacht van 29 op 30 april 2021 heeft plaatsgevonden op een verpleegafdeling waar patiënten met COVID- en andere longklachten werden behandeld. Patiënten kregen tijdens deze lokale stroomstoring geen zuurstoftherapie. Uit het onderzoek blijkt dat twee van hen schade hebben ondervonden met als gevolg versneld overlijden.
Uit het onderzoek blijkt onder andere dat de lokale storing in totaal 1 uur en 44 minuten heeft geduurd. In dat tijdsbestek hebben drie patiënten geen zuurstoftoediening gehad via de Optiflow-apparatuur. Het aanwezige personeel werd pas na 1 uur en 12 minuten gewaarschuwd. Zij konden het akoestisch alarmsignaal niet horen omdat de deuren gesloten waren vanwege het verhoogde infectierisico. Eén patiënt overleed in dezelfde nacht. De andere patiënt overleed een dag later op 1 mei in de middag. Een derde patiënt heeft geen nadelige gevolgen ondervonden.
De families van de overleden patiënten zijn geïnformeerd over de uitkomsten in het rapport dat op 30 juli 2021 is aangeboden aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Nieuwsbericht Maastricht UMC+, 30 juli 2021
Zes medewerkers van het Bravis ziekenhuis hebben onlangs een officiële waarschuwing gekregen, omdat ze in een patiëntendossier hebben gekeken terwijl dat niet mocht. De medewerkers waren niet betrokken bij de behandeling van de patiënt maar waren ‘nieuwsgierig’, schrijft het ziekenhuis in een intern bericht.
Het ziekenhuis heeft de zaak onderzocht en zegt dat de medewerkers in het dossier keken omdat ze zich betrokken voelden of nieuwsgierig waren. “Dit soort redenen zijn per definitie onrechtmatig en worden direct bestraft.” Tijdens een steekproef liepen de medewerkers tegen de lamp.
De familie van de patiënt is op de hoogte gesteld. Ook is er melding gemaakt bij de Autoriteit Persoonsgegevens.
Nieuwsbericht Omroep Brabant, 30 juli 2021
Met ingang van 27 juli heeft GGD Noord- en Oost Gelderland het maken van foto’s en films door bezoekers, pers en medewerkers op de vaccinatielocaties verboden. Dit ter beveiliging van de GGD-medewerkers. Bij het maken van een foto is het niet altijd duidelijk of er sprake is van een selfie of dat er medewerkers op de foto gezet worden. Dat zorgt bij de medewerkers voor een gevoel van onrust en onveiligheid. Met deze maatregelen wil de GGD ervoor zorgen dat de medewerkers hun werk op een veilige en plezierige manier kunnen blijven doen. De maatregel is genomen omdat medewerkers op de vaccinatielocaties en aan de telefoon worden geïntimideerd en bedreigd. Soms ontvingen medewerkers dreigbrieven op hun woonadres.
Nieuwsbericht GGD Noord- en Oost Gelderland, 27 juli 2021
De vaccinatiegegevens van honderden patiënten zouden zonder hun toestemming door huisartsen aan het RIVM zijn verstrekt. Voorafgaand aan een vaccinatie wordt gevraagd of de informatie gedeeld mag worden met het RIVM. Vanwege een fout in een van de huisartsensystemen, zijn de persoonsgegevens van zevenhonderd gevaccineerden toch gedeeld, zonder dat hier toestemming voor is gegeven, aldus blijkt uit navraag door BNR bij betrokken organisaties.
Volgens privacy- en ICT-deskundigen zouden huisartsen zich meer bewust moeten zijn van de gevoeligheid van medische gegevens en veel kritischer kijken naar het werk van software-ontwikkelaars.
Nieuwsbericht BNR, 26 juli 2021
Iedere patiënt moet kunnen kiezen voor digitale zorg, zo stellen Patiëntenfederatie Nederland en Zorgverzekeraars Nederland. Samen met (organisaties van) zorgaanbieders willen zij de komende jaren het aanbod van digitale zorg vergroten en patiënten meer bekend maken met de mogelijkheden, en de voordelen daarvan. Aan een nieuw kabinet vragen de zorgverzekeraars en de Patiëntenfederatie het keuzerecht voor digitale zorg vast te leggen in de wet.
Tijdens de coronacrisis bleek dat digitale zorg niet alleen kan bijdragen aan kwaliteit van zorg en leven, maar ook aan de beschikbaarheid van zorg. Dianda Veldman, directeur Patiëntenfederatie Nederland: “Toen zorgverleners tijdens de eerste golf de deuren van hun instellingen of praktijken moesten sluiten, bood zorg op afstand uitkomst. We weten al langer dat patiënten dankzij digitale zorg meer inzicht en regie kunnen krijgen op hun genezing. Het is bovendien belangrijk om de zorg voor de toekomst toegankelijk te houden, nu de arbeidsmarkt door de vergrijzing steeds krapper wordt.” Zorgverzekeraars Nederland, Patiëntenfederatie Nederland en hun leden pleiten daarom voor hybride zorg: digitaal waar het kan, fysiek waar het moet – maar altijd in overleg tussen zorgverlener en patiënt.
VPHuisartsen, belangenvereniging voor huisartspraktijkhouders, vindt dat Patientenfederatie Nederland en Zorgverzekeraars Nederland niet op de stoel van de dokter moeten gaan zitten. Dokters en patiënten moeten samen bepalen wat goede zorg voor de patiënt is. Zij zitten niet te wachten op nieuwe vormen van bureaucratisering en lastenverzwaringen.
Nieuwsbericht Zorgverzekeraars Nederland, 26 juli 2021
Nieuwsbericht Patientenfederatie Nederland, 26 juli 2021
Nieuwsbericht VPHuisartsen, 29 juli 2021
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.