Stichting Viruswaarheid had een kort geding tegen de Staat aangespannen over alle geldende coronamaatregelen. Volgens de Stichting berusten de maatregelen op wettelijke regels die in strijd zijn met de wet, de grondrechten en verdragsrechtelijke verplichtingen. De stichting eiste dat de maatregelen direct zouden worden ingetrokken. In hoger beroep gaat het om de nog resterende maatregelen. Net zoals de voorzieningenrechter wijst het gerechtshof de vorderingen van de Stichting af. Het gerechtshof heeft daarbij allereerst gelet op het doel van de wettelijke maatregelen: de bescherming van de volksgezondheid tegen de Covid-19 pandemie. Daarnaast gelden de maatregelen tijdelijk en is het beleid van de Staat erop gericht om de maatregelen waar mogelijk te versoepelen. Het hof oordeelt dat de getroffen coronamaatregelen weliswaar beperkingen op grondrechten bevatten, maar dat die beperkingen niet in strijd zijn met de Grondwet en de toepasselijke verdragen.
Kamerbrief over extra maatregelen voor versnelde afhandeling corona Wob-verzoeken
Vorig jaar hebben kamerleden Agema en Wilders de initiatiefnota over “Zorg van Nationaal Belang. Een direct einde aan een deel van de marktwerking. En een zorgcrisisreserve in geval van pandemie, ramp of terreuraanslag” aan minister de Jonge gezonden. In de initiatiefnota doen zij voorstellen aan de Kamer rond de crisisbestendigheid van het zorglandschap. Op verzoek van de vaste Kamercommissie voor VWS reageert minister de Jonge op de initiatiefnota. Een van de voorstellen is de aanleg van een Zorgcrisisreserve in geval van pandemie, ramp of terreuraanslag. Ten aanzien van het voorstel om de speciaal gezant de Zorgcrisisreserve aan te laten sturen geeft de minister aan dat de huidige pandemie heeft laten zien dat coördinatie tijdens een dergelijke crisis binnen de zorgketen zeer belangrijk is. Om deze reden werken ze aan bouwstenen voor het crisisbestendig maken van de zorg, onder andere over het behouden en uitbouwen van een vorm van zorgcoördinatie en over regie en aansturing in tijden van crisis. Een diepgaande evaluatie van de pandemie zal een scherper beeld geven van het functioneren van crisisbeheersing in de zorg, waaronder de rol van de GHOR. Over het voorstel om het in eigen land en in eigen beheer persoonlijke beschermingsmiddelen te gaan produceren en beheren, geeft de minister aan dat dit niet realistisch en wenselijk is. Hij bekijkt wel wat een zinvolle aanpak is om de leveringszekerheid van persoonlijke beschermingsmiddelen ten behoeve van toekomstige crises en ook op de lange termijn zo veel mogelijk te garanderen. Het veld wordt hierbij betrokken.
Lees meer in de Kamerbrief met reactie op initiatiefnota over Zorg van Nationaal Belang
Klaagster verwijt beklaagde, psychiater, dat zij als gevolg van zijn medische beoordeling en die van een collega psychiater is geregistreerd met een paranoïde waanstoornis 'leidend tot disfunctioneel gedrag', met ondercuratelestelling tot gevolg. Klaagster verzoekt een einde te maken aan deze volgens haar verzonnen geestelijke stoornissen. Bij het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam heeft de psychiater aangevoerd dat klaagster onder curatele is gesteld en dat niet blijkt dat de curator betrokken is bij de indiening van de klacht of met de klacht instemt. Klaagster wordt door het college kennelijk niet ontvankelijk verklaard in haar klacht. Klaagster gaat hiertegen in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster wel ontvankelijk in haar klacht, vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en doet de zaak zelf af. Bij onder curatele stelling hanteert het Centraal Tuchtcollege als hoofdregel dat een klagende partij die onder curatele staat zonder toestemming van de curator een tuchtklacht kan indienen, tenzij aannemelijk is dat die partij niet in staat is om de eigen belangen t.a.v. die tuchtklacht behoorlijk waar te nemen. Daarbij gaat het Centraal Tuchtcollege uit van bekwaamheid, totdat het tegendeel komt vast te staan. In deze zaak is niet gebleken dat klaagster niet bekwaam is wat betreft haar tuchtklacht tegen de psychiater. Daarnaast heeft klaagster bij het Regionaal Tuchtcollege haar klacht, de feiten en gronden waarop de klacht berust en haar belang daarbij voldoende toegelicht. En heeft klaagster in het beroepschrift voldoende duidelijk toegelicht tegen welke overwegingen van het Regionaal Tuchtcollege het beroep zich richt en waarom. Ondanks dat klaagster ontvankelijk is in haar klacht, wordt haar klacht ongegrond verklaart. Het Centraal Tuchtcollege is namelijk van oordeel dat de psychiater geen enkel tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. De psychiater heeft zorgvuldig volgens de professionele maatstaven gehandeld. De manier waarop de psychiatrische herbeoordeling heeft plaatsgevonden is geheel in lijn met wat in de praktijk gangbaar is en volgens de standaard mag worden verwacht: een intakegesprek gevolgd door aanvullende gesprekken, het afnemen van een anamnese van klaagster en heteroanamneses en het raadplegen van medische stukken . In het specialistenbericht zijn het verloop van het onderzoek, de bronnen en bevindingen zorgvuldig beschreven en de conclusie is aan de bevindingen getoetst en voldoende inzichtelijk onderbouwd.
CTG 10 september 2021, c2021.034, ECLI:NL:TGZCTG:2021:158
Zie ook CTG 10 september 2021, c2021.035, ECLI:NL:TGZCTG:2021:159 voor de klacht tegen de andere psychiater.
Om Samen Beslissen nog meer voor het voetlicht te brengen is op 6 september 2021 de landelijke campagne Samen Beslissen gestart, meldt de NZA. Samen Beslissen gaat over het gezamenlijke beslissingsproces tussen zorgverlener en patiënt of cliënt. Het begint met een open en persoonlijk gesprek tussen zorgverlener en patiënt waarin besproken wordt wat écht belangrijk is voor een patiënt. Om patiënten en zorgverleners te helpen bij het gesprek geeft de campagne Samen Beslissen tips en hulpmiddelen bij de voorbereiding van een gesprek met een zorgverlener, maar biedt het ook handvatten voor tijdens en na het gesprek. De campagne Samen Beslissen is een initiatief van het programma Uitkomstgerichte Zorg, en wordt ingezet in 4 sectoren: de medisch-specialistische zorg, de huisartsenzorg, de paramedische zorg en de wijkverpleging.
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.