Klik rechtsboven op de knop 'PDF' om dit overzicht in pdf-vorm te downloaden.
Ontwerpwijziging Uitvoeringsbesluit Wkkgz
Minister de Jonge (VWS) heeft het ontwerpbesluit waarmee het Uitvoeringsbesluit Wkkgz wordt gewijzigd, aan de Tweede Kamer voorgelegd. In het wijzigingsbesluit worden twee onderwerpen geregeld. In de eerste plaats voorziet het wijzigingsbesluit in een uitwerking van een aantal risicocriteria als bedoeld in het wetsvoorstel Financiële toetsing voorgedragen kwaliteitsstandaarden. Aan de hand van deze criteria kan worden beoordeeld of een professionele standaard of voorgedragen kwaliteitsstandaard mogelijk substantiële financiële gevolgen heeft. In het wijzigingsbesluit is nader geregeld wanneer er geen sprake is van mogelijke substantiële gevolgen (artikel 2.1a), wanneer er geen sprake is van een toename van het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners of een verhoging van de kwalificaties van de in te zetten zorgverleners (artikel 2.1b) en wanneer er sprake is van brede toepasbaarheid (artikel 2.1c).
In de tweede plaats is met dit wijzigingsbesluit een uitzondering opgenomen op de VOG plicht (op grond van artikel 4, tweede lid, van de Wkkgz). Deze uitzondering geldt voor huisartsen die zorg verlenen in de ANW-uren bij Wlz-instellingen of GGZ-instellingen.
Onzorgvuldig handelen leidt tot doorhaling basisarts
Klaagster had al lange tijd last van diverse klachten en is door meerdere artsen gezien. Zij is door de huisarts voor een second opinion verwezen naar een expertisecentrum vanwege de mogelijke aanwezigheid van de Ziekte van Lyme. Zij is daar twee keer gezien door beklaagde (basisarts). De arts heeft antibiotica en kinine voorgeschreven. Later is bij klaagster een hersentumor ontdekt. Klaagster verwijt de arts onder meer omdat zij zich ten onrechte heeft voorgedaan als medisch specialist, onjuiste medicijnen heeft voorgeschreven, en haar dossierplicht heeft geschonden. Het regionaal tuchtcollege overweegt dat de basisarts, die zich presenteerde als ‘medisch diagnostisch specialist’, ten onrechte de schijn heeft gewekt dat zij medisch specialist is. Daarnaast heeft de arts onvoldoende kunnen onderbouwen waarom het voorschrijven van antibiotica en kinine in deze situatie gepast was, terwijl geenszins duidelijk bleek dat sprake is van een actieve of doorgemaakte Ziekte van Lyme. Het college heeft moeten constateren dat het dossier niet voorhanden is. De arts had, nu sprake is van een behandelingsovereenkomst tussen haar en klaagster, er in ieder geval voor dienen te zorgen dat het dossier niet in het ongerede zou raken. Het college acht de behandeling van klaagster door de arts ver onder de maat en overweegt dat van een toetsbaar opstellen geen sprake is geweest. Het college acht het niet aanvaardbaar dat verweerster als BIG-geregistreerde arts werkzaam blijft. De oplegging van de maatregel van doorhaling is daarom passend.
RTG Amsterdam 24 augustus 2020, 2019/353, ECLI:NL:TGZRAMS:2020:97
Arts reageerde adequaat op door klager ingebracht medisch adviesrapport
Klager is rolstoelgebonden en maakt gebruik van Wmo-vervoer. Hij heeft een aanvraag ingediend voor een Hoog Persoonlijk Kilometer Budget (HPKB). Deze aanvraag is afgewezen onder meer omdat klager, met hulpmiddel en assistentie/begeleiding, in staat wordt geacht te reizen met de trein. Klager heeft bezwaar tegen deze beslissing gemaakt, welk bezwaar is afgewezen. Klager is vervolgens in beroep gegaan bij de rechtbank, waar het beroep ongegrond is verklaard. Hierna is klager in hoger beroep gegaan. In het kader van deze procedure is beklaagde (arts) gevraagd om in de vorm van een aanvullende medische rapportage commentaar te leveren op een medisch adviesrapport dat klager heeft ingebracht ter onderbouwing van zijn standpunt dat hij recht heeft op een HPKB. Het hoger beroep van klager is ongegrond verklaard. Klager verwijt de arts dat hij zijn onderzoek onzorgvuldig heeft uitgevoerd en in zijn rapportage onvoldoende rekening heeft gehouden met klagers lichamelijke en psychische klachten. Het regionaal tuchtcollege overweegt dat in deze procedure slechts aan de orde is of verweerder op deugdelijke wijze heeft gereageerd op het door klager in hoger beroep overgelegde stuk, en is van oordeel dat dit het geval is. De klacht wordt ongegrond verklaard.
RTG Amsterdam 9 september 2020, 2020/094, ECLI:NL:TGZRAMS:2020:112
Kamerbrief vaccinatiestrategie COVID-19
Minister de Jonge (VWS) heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over welke stappen worden doorlopen om van ontwikkeling van COVID-19 vaccins tot uiteindelijke vaccinatie te komen. Onderdeel van de vaccinatiestrategie is besluitvorming over prioritering van de te vaccineren groepen. Hierover is advies gevraagd aan de Gezondheidsraad. Daarnaast wordt door het RIVM nagedacht over de (logistieke) uitvoering van de vaccinatie en wordt gekeken naar verschillende uitvoeringspartijen en ook wat de mogelijkheden zijn tot samenwerking tussen de partijen die de vaccinatie aan kunnen bieden. Een ander onderdeel van de vaccinatiestrategie betreft een communicatiecampagne.
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.