Klik rechtsboven op de knop 'PDF' om dit overzicht in pdf-vorm te downloaden.
Kamerbrief over elektronische gegevensuitwisseling in de zorg
Minister Van Ark (Medische Zorg en Sport) heeft de Tweede Kamer een brief gestuurd over de stand van zaken rondom elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. In de brief gaat de minister onder meer in op het wetsvoorstel elektronische Gegevensuitwisseling (Wegiz), de Corona Opt-in en gespecificeerde toestemming in het kader van de wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabvpz).
Het wetsvoorstel Wegiz zal naar verwachting begin 2021 aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Het wetsvoorstel legt de basis om bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) het elektronisch uitwisselen van specifieke zorggegevens tussen specifieke aanbieders te verplichten. Ook wordt ernaar gestreefd om gelijktijdig met het aanbieden van het wetsvoorstel een concept-AMvB gegevensuitwisseling ten aanzien van digitaal receptenverkeer gereed te hebben.
De Corona Opt-in is een tijdelijke maatregel waarmee de belangrijkste gegevens van de huisarts beschikbaar komen op de huisartsenpost en de spoedeisende hulp van mensen die nog niet eerder hun toestemming over gegevensdeling hebben kenbaar gemaakt. Daarmee is het een uitzondering op de toestemmingsvereiste. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is van mening dat de Corona Opt-in – een gedoogsituatie – een juridische basis moet hebben. Daarom wordt momenteel aan een AMvB gewerkt, waarmee wordt voorzien in een wettelijke grondslag voor de Corona Opt-in.
De minister is de afgelopen maanden met het veld in gesprek geweest over de uitwerking van gespecificeerde toestemming. Uit deze gesprekken is gebleken dat het niet mogelijk is om toestemming voor het vooraf beschikbaar stellen van medische gegevens op een hanteerbare manier te specificeren zoals vooraf wel voorzien was. Daarom heeft de minister besloten om artikel 15a, tweede lid en artikel 15c, tweede lid van de Wabvpz niet in werking te laten treden. Dit betekent dat voor het gebruik van elektronische uitwisselingssystemen zoals gedefinieerd in de Wabvpz de huidige situatie van uitdrukkelijke toestemming (ja/nee) – op vrijwillige basis blijft bestaan.
Wetsvoorstel wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek
Minister de Jonge (VWS) heeft een wetsvoorstel ingediend waarmee de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek (WMO) wordt gewijzigd. De wijzingen houden verband met de derde evaluatie van de wet. Ten eerste wordt met dit voorstel geregeld dat de in de WMO bedoelde schriftelijke toestemming onder bepaalde voorwaarden ook langs elektronische weg kan worden verleend. Ten tweede voorziet het voorstel in bevoegdheden voor ambtenaren van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) voor zover deze noodzakelijk zijn voor het toezicht op de naleving van de WMO. Het betreft het recht op inzage in en afschrift van patiëntendossiers en het recht op inlichtingen. Daarnaast bevat het wetsvoorstel enkele wijzigingen van technische aard.
Wetsvoorstel en Memorie van toelichting
Machtigingsaanvraag voor medisch specialistische revalidatiezorg terecht afgewezen
Klaagster is vanwege aanhoudende schouderklachten verwezen naar een revalidatiecentrum voor medisch specialistische revalidatiezorg (MSR). Hiervoor had klaagster toestemming nodig van de zorgverzekeraar, omdat het niet-gecontracteerde MSR betrof. De aanvraag werd namens klaagster door een revalidatiearts ingediend bij de zorgverzekeraar, die de aanvraag afwees. Klaagster is tegen het advies opgekomen in de vorm van een gerechtelijke procedure. In deze procedure heeft klaagster een herbeoordeling ontvangen die onder verantwoordelijkheid van beklaagde (arts) tot stand is gekomen. Deze herbeoordeling heeft niet tot een andere conclusie geleid. Klaagster verwijt de arts dat zijn medisch advies onzorgvuldig is. Het college merkt vooraf op dat niet gemakkelijk is vast te stellen wat de advieswerkzaamheden van de arts hebben omvat. De toetsing richt zich met name op de herbeoordeling door de arts. Het college is van oordeel dat het advies van de arts voldoet aan de door het Centraal Tuchtcollege geformuleerde criteria voor rapportages. Met de herbeoordeling is uiteengezet dat op basis van de door de revalidatiearts verstrekte gegevens niet navolgbaar is dat de aanvraag om toestemming voor MSR voldoet aan de principes van stepped care. Daarmee heeft de arts draagkrachtig gemotiveerd dat klaagster, zonder verdere eerstelijnsbehandeling, redelijkerwijze niet is aangewezen op MSR. De conclusies die de arts trekt acht het college niet kennelijk onredelijk. De klacht wordt ongegrond verklaard.
RTG Zwolle 29 september 2020, 035/2020, ECLI:NL:TGZRZWO:2020:102
Beëindigen praktijk zonder patiënten te informeren leidt tot doorhaling tandarts
Beklaagde (tandarts) had een tandartsenpraktijk waar hij als enige tandarts werkzaam was. Klaagster (IGJ) ontving meerdere meldingen van patiënten dat de tandarts plotseling vertrokken was en zij hierover niet waren geïnformeerd. De IGJ heeft een onderzoek ingesteld. Hieruit bleek onder meer dat het onduidelijk is of en zo ja waar de patiëntendossiers zijn bewaard. Daarnaast werden patiënten door de tandarts niet overgedragen aan een andere tandarts, was er geen opvolger om de continuïteit van zorg te waarborgen en heeft de tandarts niet aangegeven waar de patiënten terecht konden voor tandheelkundige (spoed)zorg. De tandarts heeft na zijn vertrek geen adres achtergelaten waarop hij kon worden bereikt. Gedurende het onderzoek heeft de IGJ veelvuldig pogingen ondernomen om met de tandarts in contact te komen. Hierop heeft de tandarts één keer schriftelijk gereageerd waarin hij aangaf duidelijke afspraken te maken voor een adequaat vervolg. De tandarts heeft hier geen gevolg aan gegeven. De IGJ verwijt de tandarts onzorgvuldig handelen. Verder heeft de tandarts zich onttrokken aan het toezicht van de IGJ en is hij niet bereid geweest zich te verantwoorden en zich toetsbaar op te stellen. Het college overweegt dat verweerder in een moeilijke situatie terecht was gekomen, maar is van oordeel dat dit op geen enkele wijze een rechtvaardiging kan zijn voor de tandarts om zijn patiënten op deze manier in de steek te laten. Alles afwegend, acht het college de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register en schorsing van de inschrijving met onmiddellijke ingang als voorlopige voorziening, passend.
RTG Amsterdam 29 september 2020, 2020/133, ECLI:NL:TGZRAMS:2020:116
Adviezen van de Gezondheidsraad
Vorige week heeft de Gezondheidsraad twee nieuwe adviezen uitgebracht. Het eerste advies betreft het screenen op niet-behandelbare aandoeningen vroeg in het leven (via de hielprik) en het tweede advies betreft het vaccineren tegen waterpokken in Europees Nederland en Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).
Ten aanzien van het screenen op niet-behandelbare aandoeningen vroeg in het leven, komt de Gezondheidsraad tot de conclusie dat er geen principiële tegenargumenten zijn, maar dat het nut en de proportionaliteit van een landelijk screeningsprogramma voor niet-behandelbare aandoeningen niet overtuigend zijn. Met de inzet op andere maatregelen – bijvoorbeeld het oprichten van expertisecentra voor kinderen met zeldzame aandoeningen en ontwikkelingsstoornissen – kunnen naar alle waarschijnlijkheid de negatieve gevolgen van diagnostische vertraging voor een groter aantal gezinnen worden teruggedrongen dan met een screening op de weinige zeldzame aandoeningen die mogelijk in aanmerking zouden komen. Voor het belang van vroege kennis over een niet-behandelbare aandoening voor toekomstige reproductieve keuzes van de ouders, ziet de Gezondheidsraad preconceptionele dragerschapsscreening en wellicht prenatale screening als te verkiezen benaderingen.
Ten aanzien van het vaccineren tegen waterpokken, adviseert de Gezondheidsraad om de vaccinatie tegen waterpokken wel op te nemen in het vaccinatieprogramma van Caribisch Nederland, maar niet in het vaccinatieprogramma van Europees Nederland. De reden hiervoor is onder meer dat de ziektelast van waterpokken in Caribisch Nederland hoger is dan in Europees Nederland.
Advies Gezondheidsraad Screenen op niet-behandelbare aandoeningen vroeg in het leven en Advies Gezondheidsraad Vaccinatie tegen waterpokken
RVS: IPL- en laserbehandelingen niet opnemen als voorbehouden handelingen in Wet BIG
De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) heeft in een brief minister van Ark (Medische Zorg en Sport) geadviseerd om Intense Pulsed Light (IPL)- en laserbehandelingen vooralsnog niet in het kader van de Wet BIG te reguleren. Er is op dit moment geen aanleiding om IPL- en laserbehandelingen als risicovolle handelingen aan te merken. Ook is volgens de RVS een aparte definitie voor IPL- en laserbehandelingen niet nodig en niet wenselijk. De huidige definitie van heelkundige handeling in de Wet BIG volstaat. In lijn met het advies ‘De B van Bekwaam' stelt de RVS voor om indien nodig in de toekomst specifieke risicovolle (IPL- en laser) behandelingen bij AMvB nader te reguleren.
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.