Klik rechtsboven op de knop 'PDF' om dit overzicht in pdf-vorm te downloaden.
Minister de Jonge (VWS) heeft de Tweede Kamer op de hoogte gebracht van de strategie die het kabinet wil volgen als er COVID-19 vaccins beschikbaar komen. In de brief gaat de minister in op onder meer de aankoopstrategie, het advies van de Gezondheidsraad, de uitvoeringsaspecten en de communicatiestrategie. Naar verwachting zullen de eerste vaccins in de eerste maanden van 2021 beschikbaar komen. De minister bevestigd in zijn brief nogmaals dat de COVID-19 vaccinatie niet verplicht wordt. Het kabinet volgt het advies van de Gezondheidsraad om te starten met het vaccineren van kwetsbare groepen. Hieronder vallen ouderen boven de 60 jaar, mensen uit medische risicogroepen en zorgmedewerkers die met deze groepen in contact komen. Het kabinet kiest ervoor de eerste vaccins beschikbaar te stellen aan bewoners van verpleeghuizen, aan mensen met een verstandelijke beperking wonend in een instelling, en aan medewerkers die in deze instellingen werken. De uiteindelijk te volgen strategie is onder meer afhankelijk van de geschiktheid van vaccins voor specifieke doelgroepen. Het RIVM werkt aan een landelijk registratiesysteem speciaal voor de COVID-19 vaccinatie. Daarnaast heeft het RIVM advies gegeven over welke partijen de vaccinaties kunnen uitvoeren. Ook zal zo snel mogelijk gestart worden met publiekscommunicatie over de vaccinatiestrategie.
Kamerbrief en Advies Gezondheidsraad
Klaagster is lid van dezelfde kerk als beklaagde (internist). Tussen klaagster en de kerkenraad was een conflict ontstaan. De internist was hier als voorzitter van de kerkenraad bij betrokken. Hij heeft een aantal keren de kerkenraad gemaild over de situatie. Daarbij kwam hij tot de conclusie dat het gedrag van klaagster ernstig afwijkend is en professionele hulp dringend gewenst is. Klaagster verwijt de internist dat hij zijn status als arts heeft misbruikt en een (onjuiste) diagnose heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege stelt vast dat de internist geen behandelrelatie heeft of heeft gehad met klaagster. Het betreft hier handelingen van een BIG-geregistreerde in de privésfeer. In dit geval is de vraag of getoetst kan worden aan de tweede tuchtnorm. Het College oordeelt dat de internist de uitlatingen over klaagster uitsluitend in de hoedanigheid van kerkenraadsvoorzitter heeft gedaan, hij geen diagnose heeft gesteld, en dat hij zich in de e-mails steeds als privépersoon en niet als arts heeft gepresenteerd. Er is geen sprake van weerslag op het belang van de individuele gezondheidszorg. De gedragingen van de internist komen volgens het College niet in aanmerking voor nadere toetsing aan de tweede tuchtnorm. Klacht niet-ontvankelijk.
RTG Den Haag 10 november 2020, 2020-035, ECLI:NL:TGZRSGR:2020:128
Klaagster is patiënte van beklaagde (huisarts). Zij heeft een dotter- en stentbehandeling ondergaan. Sindsdien gebruikte zij op voorschrift van de vaatchirurg de bloedverdunner clopidogrel. Vanwege bijwerkingen is klaagster gestopt met clopidogrel. Tijdens een vakantie wordt klaagster onwel. Zij is dan al drie maanden gestopt met clopidogrel. Klaagster verwijt de huisarts onder meer dat hij zonder overleg met de vaatchirurg en zonder klaagster te informeren over de risico’s, heeft geadviseerd te stoppen met clopidogrel. Het Regionaal Tuchtcollege overweegt dat in het medisch dossier enkel is vermeld dat is gestopt met clopidogrel vanwege bijwerkingen. Hierdoor kan niet worden vastgesteld welke afwegingen ten grondslag liggen aan het staken ervan. In het medisch dossier is ook niet vermeld of de huisarts klaagster heeft geïnformeerd over de risico’s van het stoppen met de medicatie. Daarnaast heeft de huisarts geen noodzakelijk overleg gevoerd met de vaatchirurg die clopidogrel heeft voorgeschreven. Tenslotte had de huisarts regie moeten nemen over de noodzakelijke controlemomenten na het stoppen van clopidogrel. Dit heeft hij ten onrechte nagelaten. Het klachtonderdeel wordt gegrond verklaard. Waarschuwing.
RTG Eindhoven 10 november 2020, 19212, ECLI:NL:TGZREIN:2020:59
De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) heeft een ‘Leidraad consultatie in de kinder- en jeugdpsychiatrie’ ontwikkeld. De Leidraad biedt handvatten bij het vormgeven van interprofessionele consultatie door kinder- en jeugdpsychiaters. Bij consultatie vraagt de ene hulpverlener advies aan de andere hulpverlener over (de behandeling van) een patiënt of in dit geval jeugdige. In de Leidraad komen verschillende vormen van consultatie en praktische, juridische en financiële aandachtspunten aan bod.
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.