Klik rechtsboven op de knop 'PDF' om dit overzicht in pdf-vorm te downloaden.
Het discussiestuk ‘Zorg voor de Toekomst’ ligt voor ter internetconsultatie. Het is tot 31 januari 2021 mogelijk een zienswijze in te dienen. Het discussiestuk gaat in op de houdbaarheid van de gezondheidszorg in Nederland. In het stuk worden drie thema’s beschreven waarop maatregelen nodig zijn om de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de gezondheidszorg te waarborgen. Deze thema’s zijn: preventie & gezondheid, organisatie & regie en vernieuwing & werkplezier.
Klager is in het kader van de procedure gezondheidsverklaring ter beoordeling van de rijgeschiktheid gekeurd door beklaagde (psychiater). Hij heeft klager eerder gekeurd en destijds geadviseerd klager rijongeschikt te verklaren vanwege alcohol- en drugsmisbruik. In het huidige rapport concludeert de psychiater op basis van een buitengewoon hoge THC-spiegel tot misbruik van cannabis in ruime zin. Hij heeft het CBR geadviseerd klager rijongeschikt te verklaren. Het CBR heeft dit advies overgenomen. Klager heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Naar aanleiding van een vraag van de rechtbank of de diagnose louter gesteld was op basis van de THC-spiegel, heeft de psychiater zijn rapport aangepast. Klager verwijt de psychiater dat hij hem ten onrechte het inzage- en blokkeringsrecht ten aanzien van het aangepaste rapport heeft ontnomen. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de conclusie in de rapportage onvoldoende onderbouwd is. Daarmee voldoet de rapportage niet aan de vereiste criteria. Daarnaast heeft de psychiater het gewijzigde rapport niet aan klager voorgelegd en hem hierdoor het inzage- en blokkeringsrecht ontnomen. Aan klager is eerder de maatregel van waarschuwing opgelegd in verband met een gebrekkige rapportage. Volgens het College is niet gebleken dat de psychiater zijn werkwijze heeft aangepast en zijn rapportages nu beter motiveert. Daarom wordt de maatregel van berisping opgelegd.
RTG Eindhoven 21 december 2020, 2053, ECLI:NL:TGZREIN:2020:79
Klager belde meerdere keren met de huisartsenpost (HAP) vanwege de gezondheidstoestand van zijn zoon (patiënt), die een hersentumor had. De triagist heeft steeds overlegd met beklaagde (huisarts), die de situatie beoordeelde. Met klager werd in eerste instantie afgesproken dat er met U2-urgentie een arts werd gestuurd en dat klagers als de situatie plotseling zou verergeren, moesten terugbellen. Toen de gezondheidstoestand verslechterde, heeft klager weer contact opgenomen en is besloten een ambulance te sturen met urgentie U-1. Een dag later is de patiënt overleden. Klagers verwijten de huisarts dat hij een verkeerde beslissing heeft genomen door niet direct met U-1 urgentie een ambulance te sturen. Het Regionaal Tuchtcollege overweegt dat hoewel de patiënt zeer ernstig ziek was, de spoedeisendheid van de benodigde zorg moet worden beoordeeld aan de hand van de toestand van de patiënt op dat specifieke moment. De huisarts mocht de situatie beoordelen op basis van de informatie die hij van de triagist kreeg. Wel was het in dit geval beter geweest als de huisarts zelf met klager had gesproken. De aanvankelijke klachten van de patiënt vormden geen indicatie om een arts met urgentie U-1 te sturen. Daarnaast had de huisarts gezorgd voor een vangnet als de situatie zou verslechteren. De klacht wordt ongegrond verklaard.
RTG Zwolle 15 december 2020, 055/2020, ECLI:NL:TGZRZWO:2020:130
Door de coronacrisis en de samenhangende vertraging van een voorlichtingscampagne zijn zorgverleners per 1 januari 2021nog niet verplicht hun BIG-nummer te melden. VWS heeft aangegeven dat zij handhaving uitstellen. Zorgverleners krijgen minimaal een half jaar de tijd om de verplichting te implementeren. Zodra er duidelijkheid is over het verdere verloop van de coronacrisis maakt VWS bekend wanneer de verplichting wel ingaat.
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.