Klik rechtsboven op de knop 'PDF' om dit overzicht in pdf-vorm te downloaden.
Met deze nota van wijziging worden twee onderwerpen toegevoegd aan het wetsvoorstel wijziging van de Wet op het bevolkingsonderzoek in verband met actuele ontwikkelingen op het terrein van preventief gezondheidsonderzoek. Ten eerste wordt een verlichting van de vergunningvereisten voorgesteld als er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden en een dringende reden van algemeen belang. Ten tweede wordt voorgesteld om aan de ambtenaren van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een inzagerecht in medische gegevens te geven voor het toezicht op de naleving van de bepaling over nevenbevindingen. Beide onderwerpen worden in de toelichting bij nota van wijziging nader besproken.
Nota van wijziging wetsvoorstel wijziging Wet op het bevolkingsonderzoek
Klaagster, de dochter van de patiënt, verwijt de longarts onder meer dat hij haar vader niet heeft doorverwezen en het advies van de nucleair geneeskundige niet heeft opgevolgd, met als gevolg dat patiënt pas een jaar later behandeld is voor keelkanker en inmiddels ook is overleden. Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) acht het op zich begrijpelijk dat de longarts in eerste instantie inschatte dat het om een aspecifieke klier ging die niet in het plaatje van uitgezaaide darmtumor paste, maar is wel van mening dat het op de weg van de longarts had gelegen om op enigerlei wijze vervolg te geven aan het advies van de nucleair geneeskundige. Hij had bijvoorbeeld met de nucleair deskundige de achtergrond van het gegeven advies kunnen bespreken, een KNO-arts om input kunnen vragen of het advies tijdens een MDO kunnen bespreken. De longarts heeft het advies wel gewogen, maar verder slechts als PM genoteerd. Er is nadien nergens genoteerd dat er aan de follow up van de klier aandacht zou moeten worden besteed of waarom hiervan afgezien zou kunnen worden. Nu de longarts zich toetsbaar heeft opgesteld, lering uit de casus heeft getrokken en zijn werkwijze heeft aangepast, acht het RTG, alles afwegende, een waarschuwing passend.
RTG 9 maart 2021, ECLI:NL:TGZRZWO:2021:34
De Inspectie Gezondheidszorg Jeugd (IGJ) heeft bij het Regionaal Tuchtcollege (RTG) een voordracht ingediend voor een voorziening wegens ongeschiktheid tot het uitoefenen van het beroep van arts. De reden hiervoor was dat het voor de IGJ onduidelijk was of verweerder adequaat is of wordt behandeld voor zijn psychiatrische aandoeningen, in hoeverre zijn drank- en middelengebruik in remissie is, of er bijzondere waarborgen nodig zijn en of er sprake is van een risico voor de patiëntveiligheid of de zorg. Dit ondanks de vele mogelijkheden die de IGJ verweerder heeft geboden om inzicht te geven in zijn geschiktheid als arts, bijvoorbeeld door mee te werken aan een geneeskundig onderzoek door een externe deskundige. Het RTG wijst de voordracht toe en heeft verweerder de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register opgelegd. Verweerder gaat hiertegen in hoger beroep. In een tussenbeslissing biedt het Centraal Tuchtcollege (CTG) de mogelijkheid om alsnog een deskundigenrapport te overleggen, hetgeen gebeurt. Op basis van het deskundigenrapport concludeert de IGJ dat doorhaling een te zware maatregel zou zijn en wijzigt haar voordracht. Zij verzoekt het CTG de beroepsuitoefening van de arts aan voorwaarden te verbinden, dan wel hem de bevoegdheid om het artsenberoep uit te oefenen gedeeltelijk te ontzeggen. Het CTG volgt de gewijzigde voordracht. Zij ontzegt de arts een aantal bevoegdheden die aan het beroep van arts verbonden zijn en verbindt de beroepsbeoefening van de arts aan enkele voorwaarden, waaronder de verplichting om de IGJ jaarlijks schriftelijk en gedocumenteerd op de hoogte te stellen van de naleving van deze voorwaarden.
CTG 5 maart 2021, ECLI:NL:TGZCTG:2021:52
Klager is de weduwe van patiënt. Patiënt was bekend met Diabetes Mellitus (DM), met zeer wisselende – en hoge – glucosewaarden. Op 10 maart 2017 vertelt de patiënt aan de Praktijk Ondersteuner Huisarts (POH) dat hij een paar keer per jaar pijn op de borst heeft. Tijdens een consult bij de huisarts op 10 april 2017 geeft de patiënt aan dat er iets tegen zijn borst is gekomen. Volgens de huisarts was er geen sprake van cardiale klachten. Hij noteert zijn beweegredenen om tot die conclusie te komen niet in het medisch dossier. De huisarts stelt ter zitting dat hij niet alle ‘negatieve’ antwoorden hoeft te noteren. Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) wijst deze lezing af. De patiënt was bekend met DM en daarbij is er een verhoogd risico op cardiale problematiek, hetgeen de huisarts ter zitting zelf ook bevestigt. Bovendien heeft de huisarts op 10 april 2017 nagelaten de patiënt te bevragen over de eerder aangegeven pijn op de borst. Toen hij patiënt zelf op 10 april 2017 zag, had hij de cardiale situatie van patiënt anamnestisch nader moeten uitdiepen of in ieder geval patiënt moeten doorverwijzen naar de cardioloog. Door dit na te laten is het RTG van oordeel dat de huisarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Dat de patiënt zich onttrok aan behandeling of doorverwijzing, doet volgens het RTG niet ter zake; deze houding van een patiënt ontslaat een huisarts niet van zijn plicht om de zorg te verlenen die passend is. Het RTG legt de huisarts de maatregel van een waarschuwing op.
RTG 2 maart 2021, ECLI:NL:TGZRSGR:2021:33
Een internationale groep experts op het gebied van gezondheidsapps heeft een methodologie ontwikkeld om gezondheidsapps te toetsen: ISO 82304-2. De methode bestaat uit een lijst van 81 vragen voor appontwikkelaars. De antwoorden op deze vragen bepalen een score op vier onderwerpen: ‘gezond en veilig’, ‘gemakkelijk in gebruik’, ‘veilige data’ en ‘degelijk’. De score leidt tot een kleurcode in het label, vergelijkbaar met het energielabel voor onder andere wasmachines. De vragenlijst en de kleurcode in het label helpen zorgverleners en gebruikers de juiste app te kiezen. De vragenlijst simuleert appontwikkelaars om betere apps te maken. Nederland heeft via NEN een belangrijke bijdrage geleverd. Het is tot 14 mei mogelijk om commentaar in te dienen via normontwerpen.nen.nl.
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft een factsheet gepubliceerd, waarin de regels voor toestemming van de patiënt voor het uitwisselen van patiëntgegevens tussen zorgverleners worden beschreven. In de factsheet wordt onder meer uitgelegd wanneer uitdrukkelijke toestemming vereist is en aan welke voorwaarden de toestemming moet voldoen om rechtsgeldig te zijn. In de factsheet wordt ook verwezen naar de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens.
Factsheet 'Toestemmingen voor het uitwisselen van medische gegevens tussen zorgverleners'
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft een nieuwsbericht en bijbehorende publicatie op haar website geplaatst, waarin zij toelicht op welke manier zij voor, tijdens en na oplopende pandemische druk op de zorg toezicht houdt op de kwaliteit van die zorg. De IGJ hanteert als lijn dat zorgaanbieders in deze crisissituatie de ruimte hebben om de zorg op afwijkende manieren te organiseren, mits hierbij het bieden van veilige en verantwoorde zorg voorop staat. De bestuurder is en blijft hiervoor eindverantwoordelijk. De professionele afwegingen moeten navolgbaar zijn en worden vastgelegd. Ook laat de IGJ weten dat zij meekijkt met de plannen die zorgorganisaties regionaal en per sector maken - of al hebben - om zich voor te bereiden op een mogelijke derde golf van het coronavirus. De IGJ keurt de plannen niet goed of af, maar bekijkt wel of ze voldoende mogelijkheden aan zorgaanbieders en zorgverleners geven om in een derde golf de juiste afwegingen te maken om in vergelijkbare situaties aanvaardbare zorg te blijven bieden. In een uitzonderlijke noodsituatie moet duidelijk zijn wat het minimale niveau van zorg is (ondergrens) en mag er geen willekeur ontstaan. Ook niet als er concessies gedaan moeten aan de kwaliteit van de zorg. De individuele behoefte van cliënten en patiënten moet zo veel mogelijk het uitgangspunt blijven.
Nieuwsbericht en Toezicht van de IGJ voor, tijdens en na oplopende druk op de zorg
De IGJ heeft op haar website een nieuwsbericht geplaatst, waarin zij laat weten dat zij ziet dat de personele bezetting in de ziekenhuizen, de gehandicaptenzorg, in verpleeghuizen, de thuiszorg en de geestelijke gezondheidszorg nog steeds en steeds meer een knelpunt is. Volgens de IGJ zullen zorgaanbieders bij toenemende pandemische druk steeds meer te maken krijgen met de uitval van personeel. Om de kwaliteit en de continuïteit van de zorg te waarborgen, mogen zorgaanbieders in deze unieke situatie de zorg op andere manieren organiseren, bijvoorbeeld door studenten geneeskunde, leerling-verpleegkundigen, voormalige zorgverleners (BIG-geregistreerd, of niet meer) of anderen in te zetten. Daarbij verwijst de inspectie naar het advies van de KNMG over dit onderwerp, dat de IGJ onderschrijft. Het is niet nodig om de inspectie vooraf te informeren of om toestemming te vragen voor de ondersteunende inzet. De inspectie is uiteraard beschikbaar om hierover met bestuurders van gedachten te wisselen. Instellingen kunnen daarvoor contact opnemen met het Meldpunt van de IGJ, telefoon 088 - 120 50 00.
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.