Op dit moment staat in Europa de beschikbaarheid van medische hulpmiddelen en in-vitro diagnostica (IVD’s) onder druk. Dat schrijft minister Kuipers (VWS) in een brief van 2 september jl. aan de Tweede Kamer. De signalen over (mogelijke) tekorten zijn divers, variërend van gebrek aan stoma-materiaal tot katheters die gebruikt worden voor behandeling van neonaten. De oorzaken van de beschikbaarheidsproblemen zijn onder meer de hogere grondstofprijzen, de (nasleep van de) coronapandemie, problemen in de leveringsketen en de Russische invasie in Oekraïne. Ook van invloed zijn de nieuwe EU-regels voor medische hulpmiddelen en IVD’s (MDR en IVDR). Deze stellen strengere eisen aan patiëntveiligheid en effectiviteit.
In mei 2024 moeten de medische hulpmiddelen die nu al op de markt zijn voldoen aan de MDR. Voor nu al op de markt zijnde IVD’s is dit afhankelijk van de risicoklasse uiterlijk mei 2027. Nieuwe medische hulpmiddelen en IVD’s die de markt op willen, moeten nu al voldoen aan de MDR en IVDR. Dit zorgt voor een capaciteitsprobleem en daaruit volgende wachtlijsten bij de Notified Bodies, de keurende instanties die CE-keurmerken verstrekken. Het Nederlandse veld heeft input geleverd op een actieplan over de capaciteit van de Notified Bodies om de nieuwe EU-regels voor medische hulpmiddelen en In-Vitro Diagnostics (IVD’s) te kunnen implementeren. Verder hebben fabrikantenkoepels een intentieverklaring ondertekend over het tijdig melden van leveringsproblemen. Omdat de minister verwacht dat de problemen niet op korte termijn (volledig) zijn verholpen, beraadt hij zich op volgende maatregelen.
Kamerbrief, 2 september 2022
Sinds de inwerkingtreding van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) zijn er diverse uitspraken van rechtbanken geweest die verplichte anticonceptie als vorm van gedwongen zorg in een zorgmachtiging hebben opgelegd, maar ook uitspraken waarin dat niet is gedaan. De rechtbanken denken dus verschillend over de vraag of verplichte anticonceptie onder de werking van de Wvggz valt.
In deze eerste zaak die in cassatie voorligt bij de Hoge Raad heeft de rechtbank in de zorgmachtiging verplichte anticonceptie opgelegd. De rechtbank heeft in het dictum bij de verplichte vorm van zorg “aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen” het volgende toegevoegd: “te weten: accepteren implanon of andere langdurige anticonceptie”. De betrokken vrouw heeft beroep in cassatie in gesteld.
Advocaat-generaal (A-G) M.L.C.C. Lückers komt tot de conclusie dat de Wvggz geen basis biedt voor het opleggen van verplichte anticonceptie. Er is volgens haar geen ruimte om via een zorgmachtiging iemand te dwingen tot anticonceptie om ernstig nadeel af te wenden voor een nog niet verwekt kind. Alleen als een zwangerschap ernstig nadeel zou opleveren voor de betrokkene zelf, zou er wellicht ruimte zijn om de gedwongen anticonceptie te scharen onder verplichte medicatie.
De A-G vindt dat voor gedwongen anticonceptie specifieke wetgeving nodig is en dat de Wvggz daar niet voor gebruikt kan worden. Het gebruik van de Wvggz voor dit doel leidt er volgens de A-G ook toe dat andere mensen bij wie verplichte anticonceptie om even goede redenen zou kunnen worden toegepast maar waarbij geen sprake is van gedwongen zorg, niet kunnen worden bereikt. Daardoor is sprake van rechtsongelijkheid. De A-G adviseert de Hoge Raad de beslissing van de rechtbank op het punt van de gedwongen anticonceptie te vernietigen. Het is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak doet.
Nieuwsbericht Hoge Raad 2 september 2022 en Conclusie A-G 2 september 2022, ECLI:NL:PHR:2022:786
Een 23-jarige man uit Rotterdam heeft maandenlang onbevoegd (medische) gegevens van familieleden en vrienden in GGD-systemen opgezocht en gedeeld. Ook heeft hij samen met een GGD-collega persoonsgegevens van BN’ers opgezocht, waaronder (toen) twee streng beveiligde misdaadverslaggevers.
De man werkte bij de GGD en had toegang tot het systeem CoronIT. In dat systeem zijn onder andere persoonsgegevens en medische gegevens te zien, waaronder coronatestuitslagen. GGD-medewerkers met toegang tot dat systeem mogen de gegevens alleen raadplegen als zij contact hebben met die personen via de test- en vaccinatielijn. De man raadpleegde tussen 23 september 2020 en 2 december 2020 honderden keren – op hun verzoek – dossiers van familieleden en vrienden, zónder dat hij contact met hen had via die speciale lijn. In een aantal gevallen heeft hij die gegevens ook gedeeld via WhatsApp met die familieleden en vrienden. De man was weliswaar geautoriseerd om te werken met het systeem CoronIT, maar hij was onbevoegd om de gegevens van familieleden en vrienden in te zien.
Daarnaast heeft de Rotterdammer samen met een collega gegevens van bekende Nederlanders opgezocht, onder wie John van den Heuvel, Peter R. de Vries en Badr Hari en hebben zij deze ook gedeeld met elkaar. De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt de man tot een voorwaardelijke gevangenisstraf, met een proeftijd van twee jaar, en een onvoorwaardelijke taakstraf.
Rechtbank Midden-Nederland, 5 september 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:3538.
De zoon van klager heeft zich voor behandeling bij de praktijk waar de beklaagde werkzaam is aangemeld. Enkele weken na het eerste intakegesprek heeft beklaagde in verband met zijn vakantie de zorg overgedragen aan een collega-psycholoog. Kort voordat het tweede gesprek met deze collega zou plaatsvinden is de zoon door suïcide overleden. De verwijten van klager betreffen de behandeling van de zoon, de overdracht aan de collega voor de waarneming tijdens vakantie, het niet informeren van de nabestaanden over het onderzoek naar het incident, het niet voldoen aan de KNMG-richtlijn over inzagerecht nabestaanden en de aan de nabestaanden geboden nazorg. Het RTG oordeelt dat de klacht ontvankelijk is omdat een klacht van een (directe) nabestaande in beginsel het oordeel rechtvaardigt dat die klager de wil van de overleden patiënt vertegenwoordigt en er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven hieraan te twijfelen. Het RTG acht de klacht over het niet-informeren van een incident ongegrond, omdat zich niet laat beantwoorden of de suïcide een incident als incident moet worden opgevat. Volgens het college kan klager zich niet beroepen op het inzagerecht vanwege zwaarwegend belang, omdat rouwverwerking niet zonder meer als zwaarwegend belang kan worden aangemerkt. Wel is beklaagde ernstig tekort geschoten nazorgverplichting richting klager als nabestaande van zijn door suïcide overleden zoon. Het RTG acht de klacht deels gegrond en legt de maatregel van berisping op. Klager gaat in beroep tegen de gedeeltelijk ongegrondverklaring van de klacht. Het Centraal Tuchtcollege (CTG) verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing. Daarbij overweegt het CTG dat de KNMG-Handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden, gelet op de zogenoemde reflexwerking, eveneens van toepassing is op ggz-psychologen en psychotherapeuten. Het RTG heeft volgens het CTG terecht geconcludeerd dat in dit geval geen sprake is van een zwaarwegend belang, in de zin van de Handreiking. Voor zover klager wil betogen dat er een vermoeden is van een medische fout van de ggz-psycholoog/psychotherapeut, overweegt het CTG dat klager hiervoor niet voldoende concrete aanwijzingen heeft overgelegd.
CTG, 15 augustus 2022, ECLI:NL:TGZCTG:2022:153
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt de verplichte aanlevering voor zorgvraagtypering met antwoorden van HoNOS+ vragen uit tot 1 januari 2023. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft deze maand aangegeven dat zij de onderbouwing van de gegevensaanlevering aan de NZa alsnog goed wil bekijken. Omdat de NZa zorgvuldig wil omgaan met medische persoonsgegevens, wil zij daarvoor ruimte geven.
Nieuwsbericht NZa, 9 september 2022.
Nederland dient zich te blijven voorbereiden op een toekomst met het coronavirus, zonder dat we weten hoe die toekomst er precies uit zal zien. Leven met het virus heeft niet alleen voor de zorg blijvend gevolgen, maar ook voor tal van andere sectoren en daarmee verbonden beleidsterreinen. Het is daarom belangrijk dat de overheid en samenleving voorbereid zijn op verschillende toekomstscenario’s voor het verloop van de Covid-19-pandemie. In een gezamenlijke rapportage werkten veertien adviescolleges, waaronder de Gezondheidsraad, vijf coronascenario's verder uit: (1) Verkoudheid (2) Griep+ (3) Externe dreiging (4) Continue strijd en (5) Worst case.
Coronascenario’s doordacht; Handreiking voor noodzakelijke keuzes
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) constateert in de Monitor Toegankelijkheid van Zorg van augustus dat het ziekenhuizen afgelopen zomer nauwelijks is gelukt uitgestelde zorg in te halen. Dit ondanks relatief lage coronadruk in de ziekenhuizen. De afgelopen jaren zijn er tijdens de pandemie meerdere periodes geweest waarin er minder coronagevallen waren. Tijdens die periodes verwachtte de NZa een inhaalslag op het gebied van uitgestelde zorg, maar deze blijft uit. We herhalen de oproep aan zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgprofessionals om intensiever te gaan samenwerken om deze achterstanden weg te werken.
Nieuwsbericht, NZa 30 augustus 2022
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.