Slecht nieuws over deprestaties van artsen, misstanden in de medische wereld en het verdoezelen vandisfunctioneren: het publiek smult ervan en vraagt om openheid. Moeten artsenop die vraag om openheid ingaan? Helpen we de patiënt met grafieken,ranglijsten en prestatie-indicatoren? Wordt het vertrouwen hersteld doorcijfers over de sterfte in ziekenhuizen en medische missers te publiceren?
19 april 2013 Column van Bas J.N. Schreuder, voorzitter Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS)
Dat laatste is eengemakkelijke en spectaculaire manier om de middeleeuwse schandpaal in ere teherstellen. Oorzaken en omstandigheden doen er weinig toe. De contextontbreekt. Te ingewikkeld. Of mensen hierdoor meer inzicht krijgen in de kwaliteitvan zorg? Ik betwijfel het zeer.
Nietszeggende of lastigte interpreteren cijfers dragen eerder bij aan onrust en wantrouwen bij depatiënt. Neem prestatie-indicatoren - het woord alleen al. Die hebben nietbijgedragen tot meer inzicht in de kwaliteit van ziekenhuizen. De kritiek vande Algemene Rekenkamer op het programma Zichtbare Zorg is niet mis: hetprogramma heeft de afgelopen vijf jaar ruim 31 miljoen euro gekost, maarnauwelijks bruikbare kwaliteitsindicatoren opgeleverd. Wie heeft deprestatie-indicatoren die de instelling jaarlijks in het jaardocument moetvermelden, ooit gelezen? En wat weet je nu echt na lezing?
Sterftecijfers vanziekenhuizen zeggen evenmin iets over de kwaliteit van ziekenhuizen. Nogdaargelaten dat ik vermoed dat de patiënt liever weet hoeveel patiënten in eenziekenhuis beter worden, dan hoeveel er sterven. Elke ingewijde weet dat desterftecijfers door veel variabelen worden bepaald. Daaruit is niet eenduidigaf te leiden of een ziekenhuis veilig is en kwalitatief goed werk levert. Zulkecijfers worden pas interessant als er zich veel gevallen binnen een bepaaldeplaats en een bepaalde tijd voordoen van op elkaar gelijkende niet-natuurlijkesterfte. Dat soort informatie vraagt dus om uitleg.
Dus geen openheid danmaar? Zeker wel, maar dan met context. Transparantie dwingt ons ertoe om uitlegte geven over wat we doen zónder de patiënt lastig te vallen met onnodigemedische kennis, statistische interpretatiemodellen, modieuze trends,defensiemechanismen en politieke gemakzucht. Dat betekent voor ons meer werk,maar wel veel beter werk.
Neem bijvoorbeeld hetartikel van Rien Vermeulen in NRC. Hij plaatste het werk van zijn colleganeuroloog Jansen-Steur in een context. Dit soort transparantie is een aanzet ombeter inzicht te krijgen in wat er aan de hand is. Eerlijkheid over gemaaktefouten kan en hóórt daar een onderdeel van te zijn.
Transparantie is een modewoord geworden. Het maakt hetniet minder bruikbaar. Transparantie is de burger duidelijk maken wanneer diesterftecijfers betekenisvol zijn en wat een dokter, een ziekenhuis, de inspectieen de overheid ermee en eraan doen. Het vraagt om het afleggen vanverantwoording. En dat hoort allereerst thuis in de relatie patiënt-arts. Daarligt het begin van het vertrouwen. Uitleg en toelichting zijn de middelen omvertrouwen te scheppen. Dat is iets anders dan het soms noodgedwongen meedoenmet publicitair mooi ogende openheid. Weg met de openheid-zonder-meer, leve de informatiemét context.
Bas J.N. Schreuder, voorzitter Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS)
De columns op de KNMG-site zijn geschreven op persoonlijke titel