‘Op de poli moet ik soms uren achter elkaar empathisch zijn. Dat kan ik niet. Vaak doe ik dan maar alsof,’ verzuchtte een mismoedige aios onlangs tegen me.
Empathie – het zich kunnen inleven in de ander - is in de zorg een groot goed. De kwaliteit van de zorg is daar ook bij gebaat. Patiënten die zich niet op hun gemak voelen zullen de arts niet snel in vertrouwen nemen en zijn ook minder geneigd diens adviezen op te volgen. Terecht dus dat in de opleiding tegenwoordig veel aandacht is voor empathie en communicatieve vaardigheden.
Maar empathie tonen is niet eenvoudig. Het is bekend dat studenten geneeskunde het meest empathisch zijn als ze net aan hun studie beginnen. Naarmate de opleiding vordert en er meer nadruk komt te liggen op technische vaardigheden – en studenten daar ook op getoetst worden - neemt die empathie steeds verder af. Waarschijnlijk komt dat ook door de stress die met de opleiding gepaard gaat: stress en empathie gaan slecht samen. Empathie is geen eigenschap die je hebt of niet hebt. Of je in staat bent om empathie te tonen is afhankelijk van veel factoren: de werkdruk, je collega’s, je werkomgeving en je privé-situatie. Artsen die teveel onder druk staan, of teveel worden afgeleid door zaken die niets met de zorg te maken hebben, zullen minder goed in staat om empathie te vertonen.
Studenten hebben soms ook een onjuist beeld van wat empathie is en stellen daardoor te hoge eisen aan zichzelf. De aios had het gevoel dat empathie betekende dat ze moest ‘mee-lijden’ met de patiënt en dezelfde emoties moest ervaren. Maar het is onmogelijk om ‘mee te lijden’ in de niet aflatende stroom van dramatische situaties die dagelijks aan artsen voorbijtrekt. ‘Inleven’ is iets anders dan ‘mee-lijden’.
Het is ook onwenselijk als een arts te veel meegaat in het lijden van de patiënt. Overmand worden door emoties is soms misschien begrijpelijk, maar het kan ook onprofessioneel overkomen en ineffectief zijn. Een chirurg moet empathisch zijn tijdens het bespreken van behandelopties, maar tijdens de operatie zijn vooral technische vaardigheden van belang. Professionele distantie kan artsen ook effectiever maken, omdat er door die distantie meer ruimte ontstaat om de medische problemen van de patiënt te behandelen. Van dichtbij zie je soms minder dan als je wat meer afstand neemt.
Is het erg dat artsen soms ‘doen alsof’ ze empathisch zijn? Ik denk het niet. In veel situaties is het voldoende om sympathie voor de patiënt te hebben, diens emoties te ‘herkennen’, daar ruimte in het gesprek voor te maken en er vervolgens adequaat op te reageren. Maar om je in te kunnen leven is het niet nodig om dezelfde emoties als de patiënt te ervaren. Waar het uiteindelijk om gaat is het vinden van de juiste balans tussen empathie en rationele, professionele distantie. Empathie is niet bij een drenkeling in het water springen om gezamenlijk te verdrinken. Empathie is op het juiste moment gevoelig zijn voor de emoties van de patiënt, zodat je het ziet als iemand dreigt te verdrinken. Vervolgens kun je iemand op professionele wijze redden uit het water. Zonder daarbij zelf kopje onder te gaan.
Gert van Dijk, ethicus bij de KNMG en het Erasmus MC
Twitter: @gert_van_dijk
Ethische dilemma’s: ze spelen dagelijks in de zorg. In zijn columns verkent KNMG-ethicus Gert van Dijk actuele dilemma’s uit de praktijk.
Zelf aan de slag met ethische vragen? De Ethische toolkit wijst u de weg. Dit online naslagwerk op het gebied van medische ethiek bevat onder andere een praktisch stappenplan, podcasts over ethische dilemma’s en toegankelijke informatie zoals een inleiding in de ethiek.
Artsen moeten soms moeilijke ethische afwegingen maken. Hoe ga je om met de zwangerschapswens van een zwakbegaafde patiënt? Moet een niet-reanimeerverklaring altijd worden gerespecteerd? Is de OK als tv-studio acceptabel? Wat te doen met de euthanasiewens van een dementerende patiënt? Deze KNMG-discussiegroep is voor artsen die een bijdrage willen leveren aan het debat over deze dilemma’s.
Discussieer mee op de KNMG LinkedIn groep Artsen en ethische dilemma’s
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl