Onlangs werd in België na veel publieke discussie de leeftijdsgrens voor euthanasie afgeschaft. Artsen kunnen daardoor nu ook het euthanasieverzoek van kinderen jonger dan 12 honoreren. Volgens veel media zou België daarmee ‘vooruitstrevender’ zijn dan Nederland.
In Nederland kan een euthanasieverzoek inderdaad formeel pas gehonoreerd worden als het kind 12 jaar of ouder is. Dat heeft te maken met andere wetgeving, zoals de WGBO, waarin kinderen pas vanaf die leeftijd kunnen mee beslissen over hun medische behandeling. De euthanasiewet sluit daar bij aan. In zekere zin is deze leeftijdsgrens natuurlijk willekeurig: sommige jonge kinderen zijn meer volwassen dan mensen die veel ouder zijn. Dat geldt zeker voor kinderen met een chronische of levensbedreigende aandoening. Kunnen jonge, ernstig zieke kinderen dan niet ook al volwassen genoeg zijn om een weloverwogen euthanasieverzoek te doen? Een terechte vraag lijkt me, en het is dan ook goed dat ook in Nederland het gesprek hierover door kinderartsen wordt gevoerd. Toch is het de vraag of een wetswijziging wenselijk en noodzakelijk is.
In de media wordt regelmatig gesuggereerd dat euthanasie bij kinderen onder de 12 ‘strafbaar’ zou zijn. Daarbij wordt vaak vergeten dat ook ‘gewone’ euthanasie strafbaar is als een arts zich niet aan de zorgvuldigheidscriteria houdt. Artsen gaan alleen vrijuit als zij een gegrond beroep doen op de strafuitsluitingsgrond zoals geformuleerd in de euthanasiewet. Iets soortgelijks geldt voor actieve levensbeëindiging bij kinderen onder de 12 jaar. Dat is in principe strafbaar, maar een arts die zich aan dezelfde zorgvuldigheidseisen als die van de euthanasiewet houdt, de ouders nauw betrekt bij de beslissing, goed documenteert en op de juiste wijze meldt bij het OM zal van de strafrechter weinig te duchten hebben.
In de afgelopen tien jaar zijn er slechts vijf gevallen gemeld van euthanasie bij minderjarigen. In vier gevallen ging het om een 16- en 17-jarige en slechts een keer om een kind van 12 jaar. Als euthanasie bij deze jonge kinderen al zo zeldzaam is, dan zal het bij nog jongere kinderen waarschijnlijk nog minder voorkomen. Mogelijk heeft dat er mee te maken dat voor kinderen termen als ‘ondraaglijkheid’, ‘waardigheid’ en ‘autonomie’ een andere betekenis hebben dan voor volwassenenen dat zij daarom minder gauw om euthanasie zullen vragen.
Of de Belgische wet in de praktijk ruimer is dan de Nederlandse valt ook nog te bezien. Zo moet het in België gaan om een ‘ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening’ en moet het overlijden ‘binnen afzienbare termijn’ verwacht worden. Dat zijn eisen die de Nederlandse euthanasiewet niet stelt. In België is verder wettelijk vastgelegd dat de wilsbekwaamheid van het kind moet worden beoordeeld door een psycholoo gof psychiater. Dan zal de conclusie toch vaak zijn dat wilsbekwaamheid rond het twaalfde jaar begint. Het is dan ook de vraag of met de wetswijziging de praktijk in België en Nederland veel uiteen zal gaan lopen.
Verontrustend aan de hele discussie vind ik niet het eventuele afschaffen van de leeftijdsgrens, maar de suggestie dat België nu ‘koploper’ is en ‘vooruitstrevender’ zou zijn dan Nederland. Maar euthanasie is geen wedstrijd. In de medische ethiek gaat het niet om wie het ‘verst’ durft te gaan, maar om het vinden van moreel acceptabele oplossingen voor problemen die zich in de medische praktijk voordoen. Een wedstrijd Nederland-België is leuk, maar niet als het om euthanasie gaat
Gert van Dijk, ethicus bij de KNMG en het Erasmus MC.
Twitter: @gert_van_dijk
Ethische dilemma’s: ze spelen dagelijks in de zorg. Vaak kijkt u er weer anders tegenaan dan uw collega. Ethische kaders en gedragsregels geven ruimte voor de toepassing in specifieke situaties. KNMG-ethicus Gert van Dijk verkent actuele dilemma’s in zijn columns over ethiek in de praktijk.
Zelf aan de slag met ethische vragen? De Ethische toolkit, een online naslagwerk op het gebied van medische ethiek, wijst u de weg.
Geef uw reactie