Vijfenvijftig digitale steunbetuigingen en zelfs ansichtkaarten bereikten onlangs ons vakblad Medisch Contact. Artsen ondersteunden hiermee een huisarts die volgens een in het blad gepubliceerde tuchtzaak een waarschuwing kreeg omdat ze te weinig regie zou hebben genomen. Een uitspraak die tot veel ongeloof binnen de beroepsgroep leidde en weer eens goed liet zien welke emoties het tuchtrecht losmaakt bij artsen.
De KNMG roert zich sinds jaar en dag in de discussies rondom het tuchtrecht. Zo spraken we ons vorig jaar stevig uit tegen de openbaarmaking van berispingen en geldboetes. Niet voor niets: deze publicatie zal voortaan niet meer standaard plaatsvinden en bij een eventuele publicatie komt meer contextinformatie. Maar hiermee zijn we er nog niet. Steeds vaker bereiken ons namelijk signalen dat artsen flink gebukt gaan onder het tuchtrecht. En dan heb ik het niet alleen over artsen die een maatregel opgelegd hebben gekregen, ook de procedure op zich zorgt voor veel stress. In sommige gevallen is het zelfs zo erg dat artsen besluiten te stoppen met werken. Niet wenselijk als je het mij vraagt! Iemand die z'n beroep mag uitoefenen maar door een tuchtprocedure besluit te stoppen, dat is doodzonde.
Maar ook is het de vraag of het doel van het tuchtrecht wordt bereikt wanneer de procedure als belastend wordt ervaren. Dat doel is immers het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de gezondheidszorg. Natuurlijk richt het tuchtrecht zich in eerste instantie erop om disfunctionerende beroepsbeoefenaren te corrigeren en soms zelfs van de beroepsuitoefening uit te sluiten. Maar het tuchtrecht heeft ook een preventieve functie. Nare ervaringen rond een procedure kunnen dit leereffect belemmeren en dan is het leed dat zowel de patiënt en diens naasten als de arts ervaren in zo'n procedure alsnog voor niets.
Wat hieraan te doen? Een op handen zijnde wetswijziging van het tuchtrecht brengt hopelijk enige verbetering. Voorzitters van de tuchtcolleges krijgen bijvoorbeeld de mogelijkheid om klachten waarvan onmiddellijk duidelijk is dat zij eenvoudig kunnen worden afgehandeld, zelf af te doen. Maar er is meer nodig om het tuchtrecht goed tot zijn recht te laten komen als kwaliteitsinstrument.
Ik heb daar zelf ideeën over, zeker nu ik in de avonduren werk aan een proefschrift over het tuchtrecht in de gezondheidszorg. Maar als ik iets heb geleerd van mijn werk bij de KNMG en mijn gesprekken met artsen, dan is het dat je pas echt kunt ingaan op wat er speelt als je in gesprek gaat met de mensen die er elke dag mee te maken hebben. Daarom organiseerde de KNMG eind januari een werkconferentie over het medisch tuchtrecht. Met deelnemers vanuit onze federatiepartners, de patiëntenfederatie, de tuchtcolleges, de Inspectie en het ministerie bespraken we hoe we meer van het tuchtrecht kunnen leren. Als individueel betrokken arts en als beroepsgroep. Deelnemers waren het erover eens dat het systematisch analyseren van tuchtuitspraken zeer behulpzaam zou zijn, evenals bijvoorbeeld het op een begrijpelijke(re) manier verwoorden van tuchtrechtelijke oordelen. Dit werken we de komende tijd nader uit. We zijn er nog niet, maar de bijeenkomt is een mooie stap op weg naar beter. Voor patiënt én arts.
Anneloes Rube, beleidsadviseur gezondheidsrecht KNMG
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl