Het ergste wat ik als arts heb meegemaakt is te moeten kiezen: wie helpen we en wie helpen we niet meer. Op die duivelse momenten laat de artseneed je vaak in de steek en moet je op zoek naar een ander soort moreel kompas. We situeren die keuzemomenten veelal in oorlogstijd of in een noodhospitaal. Zelf maakte ik dit soort situaties mee als tropenarts in Afrika. Daar heb ik destijds de wens en de hoop uitgesproken een dergelijk dilemma in mijn leven nooit meer tegen te komen.
Wie had drie maanden geleden kunnen vermoeden dat een virusuitbraak in Wuhan, in de verre Chinese provincie Hubei, nu voor capaciteitsproblemen in onze Brabantse ziekenhuizen zou zorgen? Hierdoor zijn de artsen in Brabant steeds dichter bij het dilemma uit mijn tropenjaren komen te staan: triage.
Triage is het Franse woord voor sorteren van patiënten, voor het eerst toegepast in het leger van Napoleon door een Franse chirurg. Later in de Eerste Wereldoorlog op het slagveld de manier om slachtoffers in categorieën te verdelen.
De coronapandemie brengt ons als vanzelf in de strijdvaardige taal van het slagveld. Het leger wordt ingezet en samen gaan we het virus te lijf. Daarbij horen uitgekiende strategieën, met slimme en strenge maatregelen. Er is een binnen-blijf-gebod, een samenscholingsverbod, met serieuze boetes. De minister-president en de koning spreken ons om beurten toe. De koning bezoekt het zwaarst getroffen gebied. Frankrijk heeft inmiddels de noodtoestand voor volksgezondheid ingevoerd en in de frontlinie passen de Franse artsen al noodgedwongen triage toe.
Aan het front vechten wij onze strijd tegen het zo goed als onzichtbare COVID-19. Met wij bedoel ik het totale medische veld: van schoonmakers tot specialisten, van civiele dienst tot verpleegkundigen, bureaumedewerkers en artsen, alle werkers in alle takken van zorg. Normaal worden we in ons werk door het grote publiek nauwelijks opgemerkt, maar nu kregen we om acht uur groot applaus. Dat was trouwens ook zeer verdiend: aan het front zijn de risico’s groot en dus de offers ook.
Juist daarom is het hartverwarmend en hoopgevend te merken hoe groot de bereidwilligheid is om te komen helpen. Duizenden mensen uit het vak die zich solidair voelen en zich intrinsiek gemotiveerd aanmelden uit liefde voor het vak en voor elkaar. Iedere oproep voor bepaalde deskundigheid wordt direct beantwoord door zeer betrokken mensen. Deze enorme betrokkenheid geeft me het vertrouwen dat wij met zijn allen deze enorme klus zullen klaren.
Om het kader te scheppen waarin we moreel moeilijke keuzes verantwoord kunnen maken, is eensgezindheid heel belangrijk. Om die gezamenlijkheid te borgen zullen we elkaar de komende periode nog meer moeten vinden dan anders.
Zoals bij iedere zware opgave is ook nu de beslissende factor: samenwerking. We hebben elkaars kameraadschap nu heel hard nodig. Zorg daarom goed voor je zelf, maar heb ook een zorgzaam oog en oor voor elkaar.
Het jaar 2020 gaan we niet snel vergeten.
René Héman, voorzitter artsenfederatie KNMG
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl