‘Alles van waarde is weerloos’, schreef Lucebert. Deze dichtregel staat in neonletters op een kantoorgebouw in Rotterdam. Elders in de stad prijkt de geestige variant: ‘Van alles is weer waardeloos’. Zie hier het leven in een notendop: de weerloosheid tegen het meest waardeloze (kwaad) dat ons mensen soms treft. Ik moest hier aan denken toen de discussie over voltooid leven weer even oplaaide door het initiatiefwetsvoorstel voltooid leven dat onlangs werd ingediend.
De KNMG heeft in 2017 al uitvoerig de problemen met een dergelijke wet beschreven: die zal onder meer de zorgvuldigheid van de euthanasiewet uithollen, kan stigmatiserend voor ouderen zijn en destijds was de aard van de groep mensen met ‘voltooid leven’ onbekend. Het recente onderzoek ‘Perspectieven op de doodswens van ouderen die niet ernstig ziek zijn’ geeft daar inzicht in. Het laat zien dat gevoelens van een ‘voltooid leven’ vaak gepaard gaan met mentale, fysieke en sociaaleconomische problemen, dat deze gevoelens ook voorkomen bij mensen onder de 75 jaar én dat deze gevoelens doorgaans heel ambivalent zijn. Daar wordt bij deze initiatiefwet ten onrechte aan voorbijgegaan.
Het leven is niet zwart-wit: vandaag vind ik het leven waardeloos, morgen vang ik weer even een glimp van het waardevolle in mijn leven op. Met deze alledaagse ambivalentie in het leven hebben we het gewoon te doen, hoe zwaar dit soms ook is en hoe weerloos we daartegen vaak ook zijn. En initiatiefneemster Pia Dijkstra stelt voor om precies hier ‘levenseindebegeleiders’ een belangrijke rol te geven: ‘Die zijn er juist om die ambivalentie er uit te halen’, lichtte zij eerder toe. Richting leven of richting dood, vraag ik mij dan af? Op z’n minst suggereert het een onvermogen en misschien ook onwil om te erkennen en ervaren dat ambivalentie een gegeven is in een mensenleven. Het verraadt een wereldbeeld waarin alles beheersbaar en maakbaar moet zijn en ieder menselijk probleem opgelost moet worden. Helaas, dat is onmogelijk en soms moeten we dat kennelijk (opnieuw) leren verdragen. Zoals geestelijk verzorger Karin Seijdell het eerder verwoordde: ‘We hebben de twijfelachtige eer gespecialiseerd te zijn in onoplosbare problemen’.
Daarnaast gaat het voorstel te gemakkelijk voorbij aan de plicht van de overheid om het leven van haar burgers te beschermen. Het komt mij op dit moment ook bijna ongepast en cynisch voor, na een periode waarin kosten noch moeite zijn gespaard om de levens van kwetsbare en vooral oudere mensen tegen het COVID-19-virus te beschermen. Met dit wetsvoorstel krijgt de overheid ineens de taak om de zelfdoding van oudere mensen van 75 jaar en ouder te faciliteren.
Door de doodswens van ouderen fundamenteel anders te behandelen dan die van jongeren, wordt het signaal gegeven dat het leven van ouderen minder beschermwaardig is. Waar bij een ‘suïcidale’ jongere in zo’n geval wordt ingezet op het wegnemen van die wens, wordt deze bij een oudere ondersteund als zijnde een daad van zelfbeschikking. Met de impliciete boodschap dat het leven van een oudere inderdaad overbodig en waardeloos is (geworden) en beëindiging daarvan niet alleen een te dulden, maar ook een te ondersteunen keuze is. Een dergelijk stigmatiserend onderscheid kent de euthanasiewet terecht niet.
Let wel. Ik vind de mogelijkheid van euthanasie en hulp bij zelfdoding een groot goed en een uitkomst als het lijden van mensen uitzichtloos en ondraaglijk is geworden. Maar laten we die verworvenheid niet verkwanselen met een voorstel dat weliswaar sympathiek lijkt, maar dat voorbij gaat aan onze basiswaarden die vooral de kwetsbaren moeten beschermen. En laten we het ambivalente en moeizame karakter dat het leven vaak kenschetst niet ontkennen, maar de aandacht geven die het verdient.
Antina de Jong, adviseur gezondheidsrecht en medische ethiek
Wetsvoorstel Voltooid leven onwenselijk
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl