Ziekenhuizen kwamen na het schietincident in Alphen aan den Rijn niet over de brug met gegevens over slachtoffers. En dat blijkt niet de eerste keer. Dat ligt niet aan het beroepsgeheim. Wat Lode Wigersma betreft is het tijd voor afspraken met OM en NVZ.
29 november 2011 - Column van Lode Wigersma, directeur Beleid en Advies, KNMG. N.b. Lode Wigersma is sinds 01-12-2014 niet meer werkzaam voor de KNMG.
Ziekenhuizen kwamen na het schietincident in Alphen aan den Rijn niet over de brug met gegevens over slachtoffers, onder verwijzing naar het beroepsgeheim. Dit constateert de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie in haar onderzoeksverslag over het schietincident dat zij afgelopen vrijdag publiceerde. Pas na ‘escalatie’ en druk van bovenaf besloten ziekenhuizen de gegevens alsnog te verstrekken.
Het beroepsgeheim kent een zwaarwegend algemeen belang. Het is bedoeld om het vertrouwen in de gezondheidszorg te bevorderen en te borgen. Burgers moeten zeker weten dat hun gegevens vertrouwelijk zijn en blijven, dat de arts hun gegevens niet verstrekt aan personen en instanties die daarop geen recht hebben.
Het is daarom begrijpelijk dat ziekenhuizen niet zomaar informatie over identiteit en toestand van patiënten geven aan anderen dan direct betrokkenen, zoals familie. Het is een goed beginsel dat ook politie en justitie niet zomaar zulke informatie krijgen van behandelaren in bijvoorbeeld een ziekenhuis.
Dat gezegd zijnde, is het wel bijzonder dat het blijkbaar bij rampen en grote incidenten zo lastig kan zijn om snel een overzicht te krijgen van de namen en toestand van (mogelijke) slachtoffers. Volgens het rapport van de IOOV was het ook bij eerdere grote ongevallen zoals de ramp met het Turkish airlines vliegtuig op Schiphol in 2009 en de aanslag op Koninginnedag in 2009 moeilijk om die gegevens uit de ziekenhuizen boven tafel te krijgen.
In het geval van Alphen is op hoog niveau druk uitgeoefend om die gegevens los te krijgen. Bij het LUMC was druk van het openbaar ministerie via het college van procureurs-generaal en de Raad van Bestuur LUMC nodig. Voor het verkrijgen van een volledige namenlijst van de slachtoffers uit alle ziekenhuizen heeft de directeur GHOR in overleg met de IGZ druk moeten uitoefenen. Kennelijk lukt het alleen dan. Terwijl het begrijpelijk is dat de autoriteiten deze gegevens nodig hebben, omdat zij hier een verantwoordelijkheid hebben jegens familie en andere betrokkenen.
Het is mij niet duidelijk wat de rol van de IGZ was bij het loskrijgen van gegevens; zij heeft daar bij mijn weten geen taak of bevoegdheid in. Maar los daarvan: het bevreemdt mij dat er naar aanleiding van die eerdere incidenten geen overleg op gang is gebracht tussen de hier genoemde autoriteiten (met name het OM), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen NVZ èn de KNMG.
Een belangrijke conclusie die ik uit dit rapport trek is dat zulk overleg kan leiden tot afspraken om bij grote incidenten en rampen de noodzakelijke gegevens snel te verkrijgen. Het hier beschreven probleem vraagt niet om verruiming van het beroepsgeheim, maar om sluitende afspraken. Ik ben er zeker van dat de KNMG op korte termijn een aanzet hiervoor wil geven.
Lode Wigersma