Onder bepaalde voorwaarden kunnen SCEN-artsen tijdens de coronapandemie gebruik maken van beeldbellen voor een SCEN-consult. Specialist ouderengeneeskunde Cornella Visser-Mol deed er al ervaring mee op. ‘Ik kan nog steeds tot een zorgvuldige beoordeling komen.’
tekst: Naomi van Esschoten
Op huisbezoek gaan voor een SCEN-consult zit er voor Cornella Visser-Mol de komende tijd niet in. ‘Ik ben 70 en krijg ruzie met mijn kinderen als ik onnodig het risico loop op een corona-besmetting’, vertelt ze in het gesprek via een beeldbelverbinding. ‘Het is een moeilijke tijd, maar we hoeven onze ogen niet te sluiten voor de technologische mogelijkheden. Daarom ben ik het beeldbellen voor SCEN-consulten onder bepaalde voorwaarden meteen gaan proberen.’
Een goede voorbereiding is wel van belang. ‘Allereerst door met de consultvragend arts telefonisch in gesprek te gaan over de situatie en beweegredenen van de patiënt om euthanasie te vragen’, vertelt Visser-Mol. ‘Daarnaast om te verkennen of beeldbellen voor de patiënt een mogelijkheid is en om de patiënt op een digitaal consult voor te bereiden. Zo was mijn eerste patiënt digitaal heel vaardig, maar de tweede was een hoogbejaarde man die er geen ervaring mee had. Gelukkig kon de oncologieverpleegkundige de juiste ondersteuning bieden.’
Ook het krijgen van vertrouwen verloopt in een digitaal consult anders dan bij een persoonlijk huisbezoek. ‘De manier waarop je binnenkomt is nu eenmaal anders. Bij de eerste patiënt had ik een voorbereidend gesprek gehad met zijn echtgenote, die net met pensioen was. Door die informatie kun je het gesprek alsnog persoonlijk maken. Bij de andere patiënt wist ik door het voorgesprek dat meneer van de regie was en nogal breedsprakig: dat hielp mee om met de juiste vragen toch goed te kunnen oordelen dat hij wilsbekwaam was over zijn doodswens.’
De tijd nemen is het derde ingrediënt voor een goed digitaal gesprek. ‘Omdat je minder van de omgeving ziet, helpt het om wat meer resumerende en directe vragen te stellen als iemand zaken zelf niet goed kan benoemen om een goed beeld te krijgen, bijvoorbeeld ‘als ik het goed begrijp, is door de toename van de pijn nu het moment daar dat u niet meer verder wilt’. Ook is het belangrijk om op non-verbale signalen te letten. Zo was te zien dat één patiënt geel zag van de uitzaaiingen in zijn lever en merkte ik dat hij veel ongemak en last ervoer van de continue jeuk. Dat is een voordeel van beeldbellen: je hebt geen afleiding van de thuisomgeving en bent veel beter gefocust op de patiënt.’
‘Hoewel het de verplichting is, voor zover dat mogelijk is, dat je de patiënt onder vier ogen spreekt, lukte dat hier in beide gevallen niet’, vertelt Visser-Mol. ‘Daarom had ik vooraf nadrukkelijk afgesproken dat de echtgenote respectievelijk verpleegkundige wel aanwezig mochten zijn, maar alleen vragen zouden beantwoorden als ik hen iets zou vragen.’ In het telefonisch nagesprek met de consultvragende artsen checkte Visser-Mol haar ervaringen. ‘Daarin merkte ik dat zij veel van mijn bevindingen herkenden en bevestigden. Tot slot maakte ik mijn verslagen wat uitvoeriger: zo besteedde ik meer aandacht aan het beschrijven van de verbale, maar vooral ook van de non-verbale signalen.’
Samenvattend kost het digitale consult iets meer tijd. ‘Maar je hebt dan weer geen reistijd: in mijn regio Rotterdam ben ik soms drie kwartier onderweg en dan moet ik ook weer terug. Ook ben je flexibeler: een gesprek met een patiënt die met spoed gezien moet worden of het gesprek ’s morgens wenst omdat hij ’s avonds is uitgeput, is makkelijker te plannen. Ik hoop dan ook dat beeldbellen ook na de coronapandemie een plaats houdt.’ Het enige dat Cornella Visser-Mol lastig vindt, is digitaal afscheid nemen. ‘Tijdens SCEN-consulten komen veel emoties voorbij. Dan wil je de patiënt en diens naaste aan het eind nog mooie momenten toewensen. Die troost bieden gaat fysiek toch makkelijker dan aan de telefoon.’
'Al met al ben ik tevreden dat ik toch de mensen, die het hard nodig hebben, kan helpen en ondersteunen. Gelukkig kunnen we als SCEN-artsen ook in deze verwarrende tijd onze functie blijven uitoefenen.’