De tijd dat de communicatie tussen arts en patiënt uitsluitend in de spreekkamer plaatsvond, is al lang voorbij. Nieuwe informatietechnologie verandert de relatie tussen arts en patiënt. Hoe benut je de kansen en beperk je de risico’s? Op 14 november 2017 spraken artsen hierover op de bijeenkomst van het KNMG district Zuid-Holland Zuid in het Albert Schweitzer ziekenhuis.
Hoewel het opnemen van het gesprek door de patiënt niets nieuws onder de zon is, deed de publicatie van de handreiking ‘Opnemen van gesprekken door patiënten’ heel wat stof opwaaien, vertelt KNMG-beleidsadviseur ethiek Krista Tromp. “De voortschrijdende technologie maakt het opnemen van het gesprek makkelijker mogelijk,” spiegelt Tromp de goedgevulde zaal voor. “En de tendens dat we de patiënt steeds meer als medebeslisser zien maakt het nódig. Wij zien het opnemen van het gesprek als iets goeds. Maar er zijn wel spelregels nodig.”
Een arts uit de zaal die vindt dat de patiënt eerst moet aankondigen dat hij het gesprek opneemt, krijgt meteen bijval. Tromp antwoordt dat hoewel de patiënt dit wettelijk niet verplicht is, zowel de KNMG als de Patiëntenfederatie benadrukken dat dit inderdaad te voorkeur heeft. Een open opstelling van de arts kan dit bevorderen. Er volgt een levendige discussie. Hoewel de wens van de patiënt zeker begrip oproept, zijn meerdere aanwezige artsen wat huiverig voor de gevolgen. Dit blijkt ook uit het onderzoek dat Sandra Schoenmakers van het Albert Schweitzer ziekenhuis deed. “Ze zijn bang voor claims, reputatieschade en minder openheid bij het gesprek.” Je let toch wat beter op de woorden die je gebruikt als je weet dat het gesprek wordt opgenomen, is hier vanavond de conclusie. Maar of dat slecht is?
“De handreiking is bedoeld om zorgen weg te nemen en te laten zien hoe je deze ontwikkeling in je voordeel kunt gebruiken,” vervolgt Tromp. “Wettelijk gezien is het niet strafbaar als een patiënt het gesprek opneemt, zelfs heimelijk,” vult haar collega Anneloes Rube, adviseur gezondheidsrecht, aan. “Een arts hoeft daarvoor geen toestemming te geven. Dat heeft de KNMG niet bedacht. We willen wel handvatten bieden om ermee om te gaan. Een opname openbaar maken mag overigens alleen met toestemming van de arts.” Tromp: “Wij onderkennen dat een opname kan leiden tot betere zorg en meer gedeelde besluitvorming. Maar er kunnen ook alternatieven zijn, afhankelijk van de behoefte van de patiënt. Bijvoorbeeld de patiënt iemand mee laten nemen, of alleen een samenvatting van het gesprek op laten nemen. Maak het daarom bespreekbaar.”
Social media biedt kansen voor artsen’, of: ‘Een arts wordt geen ‘vriend’ (op social media) van patiënten’. Sjaak Nouwt, adviseur gezondheidsrecht bij de KNMG, legt de zaal negen stellingen voor over het gebruik van social media door artsen. Het roept verschillende sentimenten op in de zaal. Iemand geeft een voorbeeld van een prachtig gedicht van een verpleegkundige over haar werk dat via de Facebookpagina van het ziekenhuis 1,3 miljoen mensen bereikte. Een ander voelt zich vogelvrij door openbare anonieme reacties van patiënten, zoals die op Zorgkaart Nederland te vinden zijn.
Ook de volgende spreker krijgt reacties op Zorgkaart Nederland. Het is Mark Friebel, KNO-arts en Chief Medical Information Officer in het Albert Schweitzer ziekenhuis. “Ik stel me juist open,” zegt hij, “door op een positieve manier de online interactie met patiënten op te zoeken. Mocht ik dan een keer een nare reactie krijgen, dan valt die in het niet.” Friebel ziet zichzelf als merk, communicatie met patiënten via internet en social media is zijn marketinginstrument. Hij is actief op onder andere Twitter, Facebook en YouTube.
Friebel waarschuwt tegen het gebruik van e-mail en Whatsapp voor het uitwisselen van informatie met of over patiënten. “Dat is niet veilig genoeg, gelet op de privacy en ons beroepsgeheim.” Voor overleg met collega’s of huisartsen beveelt hij speciaal daarvoor ontwikkelde beveilgde apps aan. Met patiënten communiceert hij via het beveiligde patiëntenportaal van zijn ziekenhuis. Of hij ook ervaring heeft met het opnemen van gesprekken door patiënten, wil iemand uit de zaal weten. “Dat gebeurt nog niet zo vaak,” reageert Friebel. “Ik merk wel dat ik in zo’n geval voorzichtiger ben in wat ik zeg. Maar de ontwikkeling op zichzelf vind ik goed. Als we in de verdediging schieten, lijkt het alsof we iets te verbergen hebben.”
In de loop van 2018 worden meerdere districtsbijeenkomsten georganiseerd over het opnemen van gesprekken en online communicatie tussen arts en patiënt. Houd hiervoor de agenda op de website in de gaten.
De KNMG-handreiking Artsen en social media wordt het komende jaar geactualiseerd. Heeft u suggesties voor deze handreiking? Wij ontvangen deze graag via communicatie@fed.knmg.nl.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl