Complexe vraagstukken vragen om onorthodoxe oplossingen. En dus komt het College Geneeskundige Specialismen (CGS) niet met enkele kleine aanpassingen aan het huidige specialismenlandschap. De eerste ‘houtskoolschets’ gaat uit van een compleet andere benadering. Een interview met de CGS-commissie specialismenlandschap.
Jambroes: ‘Het zorglandschap verandert. Zodanig dat het huidige stelsel van geneeskundig specialismen en profielen daar niet op is ingericht. Het CGS gaat over het instellen en opheffen van specialismen en profielen, dus hierover nadenken is onze verantwoordelijkheid. Al sinds 2021 werkt het college aan een concept voor een nieuw stelsel, waarvoor we als commissie de basis hebben gelegd.’
Damoiseaux: ‘Om enkele belangrijke ontwikkelingen te schetsen die de maatschappij en zorgvraag veranderen: de bevolking wordt ouder en kampt vaker met multimorbiditeit. Patiënten willen niet door allerlei specialisten gezien worden, maar door één dokter die de meeste klachten in samenhang kan behandelen en zo nodig doorverwijst. Tegelijkertijd verschuift de focus van ziekte steeds meer naar preventie, leefstijl en functioneren.’
Van Veenendaal: ‘Ook met het oog op duurzame inzetbaarheid is het goed om het huidige stelsel onder de loep te nemen. Veel jonge artsen willen niet hun hele leven hetzelfde werk doen, maar flexibiliteit hebben om vanuit een brede basis af en toe van vakgebied te veranderen. Net als bijvoorbeeld juristen of accountants. Zodat het werk leuk en uitdagend blijft.’
Damoiseaux: ‘Er is steeds meer behoefte aan generalisten. Dokters die, bij voorkeur in de wijk, een breed palet van kennis kunnen integreren. Daarom introduceren we een specialismenlandschap dat uitgaat van zeven kernspecialismen. Generalisme wordt de basis voor de opleiding en de beroepsuitoefening. Ons idee is dat de kernspecialisten daarin dan naar schatting driekwart van de zorg voor hun rekening nemen. Die generalistische benadering zien we als de essentie van het dokter-zijn.’
Van Veenendaal: ‘Steeds meer weten van steeds minder is niet de bedoeling. Ons idee voor een nieuw stelsel komt tegemoet aan de wens om de zorg minder versnipperd te maken.’
Jambroes: ‘Dit voorstel sluit aan op de hierboven genoemde ontwikkelingen. Verder past het bij bewegingen als de juiste zorg op de juiste plek, de visie van de KNMG op de rol van de arts 2040 en rapporten als ‘Naar nieuwe zorg en zorgberoepen’ van de commissie Kaljouw. Er blijft overigens een mogelijkheid tot verdere specialisatie. De subspecialisten verlenen straks met name de hoogcomplexe zorg. Maar het zwaartepunt in volume en focus ligt bij de kernspecialisten. En het automatisme van verder door specialiseren moet dus verdwijnen."
"Generalisatie wordt de basis voor de opleiding en de beroepsuitoefening."
Jambroes: ‘Nee, we hebben het over álle specialismen en profielen. Dus niet alleen de medisch specialismen in cluster 2, maar ook over de specialismen en profielen in cluster 1 en 3, zoals huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en de sociaal geneeskundigen. Dus van 34 specialismen en 13 profielen naar 7. Bij de zorgvraag zijn namelijk niet alleen ziekenhuizen en medisch specialisten betrokken, maar alle geneeskundig specialisten en profielartsen. Op termijn zal de indeling in drie clusters dan ook verdwijnen. Overigens staat het getal 7 nog helemaal niet vast. Het is een voorlopige denkrichting.’
Damoiseaux: ‘Het is zeker anders. Maar het beantwoordt wél aan de behoeften van de patiënt. De benadering is niet meer ziektegericht, maar focust zich op functioneren en positieve gezondheid. Een ‘dokter dichtbij’ – ik zeg bewust niet ‘huisarts’ – ziet je klachten en aandoeningen in samenhang en kijkt wat er kan. Verder doet de geneeskunde nu veel als het eigenlijk al te laat is, bijvoorbeeld een gastric bypass, terwijl het logischer is om in te zetten op het voorkomen dat iemand die nodig heeft.’
Van Veenendaal: ‘Een nieuw stelsel is ook niet van de ene op de andere dag ingevoerd: ons streven is 2035 en misschien wordt het wel later. Er moet ook voldoende tijd zijn om bijvoorbeeld de vervolgopleidingen erop in te richten.’
Damoiseaux: ‘We willen in deze fase van het ontwerpen nog niet te veel denken in beperkingen. De Europese aansluiting zal niet eenvoudig zijn, anderzijds is de kans reëel dat andere Europese landen tegen dezelfde grenzen oplopen. Dan moet je elkaar niet gevangen houden in Europese regelgeving. Wat de financiën betreft, ook die zijn belangrijk, maar die zijn nu niet de leidraad. Het gaat om de reis van de patiënt. Hoe die gefinancierd moet worden, zullen financiële experts moeten uitzoeken als we iets verder zijn in ons denkproces.’
Roger Damoiseaux: ‘Het zou naïef zijn om te denken van niet: we komen aan de identiteit van specialisten. Maar onze professie verandert nu eenmaal door de maatschappelijke ontwikkelingen. Daarin zijn we niet uniek: ook andere beroepen veranderen van inhoud en vorm.’
Nadine van Veenendaal: ‘Aan de andere kant zien we juist veel aiossen en jonge klaren afhaken. Uit bijna alle enquêtes doemt hetzelfde beeld op: een kwart heeft serieus overwogen te stoppen met de opleiding en een kwart heeft kenmerken van burn-outklachten. Het huidige zorglandschap biedt voor veel mensen een somber perspectief. Een kortere opleiding met meer mogelijkheden op de arbeidsmarkt maakt het werk aantrekkelijker.’
Marielle Jambroes: ‘Het CGS heeft voor dit soort ingrijpende voorstellen draagvlak nodig. Daarom zijn we over onze voorlopige houtskoolschets in gesprek gegaan met enkele experts en met een bredere groep partners van het CGS die invloed hebben op het zorglandschap: de Federatie Medisch Specialisten, de aiosverenigingen, De Geneeskundestudent, representanten van cluster 1 en 3, met VWS, NVZ, NFU, RGS en uiteraard de Patiëntenfederatie Nederland. Veel is nog niet duidelijk en er zijn ook kritische kanttekeningen geplaatst, maar over het algemeen hebben de positieve reacties uit die gespreksronde ons bemoedigd om er mee verder te gaan. Er ligt nu een houtskoolschets die we eerst zullen herzien en vervolgens willen we er samen met partners van het CGS een realistisch en gedetailleerd schilderij van maken.’
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl