Op 5 oktober is het de Dag van de Wilsverklaring. De KNMG zet de vier belangrijke aandachtspunten op een rij: bespreek de verklaring altijd met de arts, beschrijf bij voorkeur de wens(en) in eigen woorden, actualiseer de verklaring regelmatig en pas op met te hoge verwachtingen van het schriftelijk euthanasieverzoek. Een schriftelijk euthanasieverzoek geeft namelijk geen recht op euthanasie.
Op 5 oktober vraagt de NVVE met de Dag van de Wilsverklaring aandacht voor de verschillende soorten wilsverklaringen en hoe deze kunnen helpen om regie te houden over het einde van het leven. De KNMG ziet in de praktijk dat deze verklaringen soms duidelijkheid over de wensen en verwachtingen van de patiënt bieden, maar tegelijkertijd ook leiden tot vragen of misverstanden. Daarom de volgende vier aandachtspunten voor artsen én patiënten:
Soms hebben mensen een wilsverklaring opgesteld, terwijl ze deze (nog) niet besproken hebben met hun arts en naasten. Dit is jammer, omdat een gesprek duidelijkheid kan scheppen over de wensen en verwachtingen van de patiënt en ook belangrijk is om misverstanden te voorkomen. De KNMG adviseert daarom om een wilsverklaring altijd met een arts te bespreken. Het e-book Praat op tijd over het levenseinde helpt artsen én patiënten hierbij.
De interpretatie van een wilsverklaring is voor een arts lastig wanneer iemand alleen gebruik maakt van standaard teksten. De KNMG adviseert mensen dan ook om de wensen en de specifieke situatie(s) waarvoor die wensen gelden zoveel mogelijk in eigen woorden op te schrijven. Zo kan de betrokken arts zich een goed beeld vormen van de bedoelde situatie. Voor artsen is het belangrijk dat ze een wilsverklaring nooit zonder gesprek in het medisch dossier opslaan, maar hierover in gesprek te gaan met de patiënt en dit gesprek regelmatig herhalen. Op die manier heeft de arts meer zicht op welke situatie de patiënt precies voor ogen heeft.
Wensen veranderen, zeker in de laatste levensfase. Als mensen ziek zijn, gaan ze vaak anders denken over de wens om bepaalde behandelingen wel of niet meer te ondergaan. Daarom is het belangrijk dat arts en patiënt de verklaring regelmatig bespreken. Denkt de patiënt er nog net zo over als tijdens het opstellen van de verklaring? Afhankelijk van het antwoord op die vraag, kan de verklaring bestendigd of geactualiseerd worden.
Mensen hebben vaak te hoge verwachtingen van de waarde van een schriftelijk euthanasieverzoek. Zij schrijven bijvoorbeeld op dat ze euthanasie willen als ze hun kinderen niet meer herkennen, of naar een verpleeghuis moeten. Soms denken mensen dat zij met een schriftelijk euthanasieverzoek euthanasie ‘geregeld’ hebben. Dat is echter niet het geval. Met een schriftelijk euthanasieverzoek alleen wordt namelijk nog niet voldaan aan alle zorgvuldigheidseisen van de euthanasiewet. Als iemand bijvoorbeeld niet meer zelf de ondraaglijkheid van het lijden kan aangeven, is het voor een arts buitengewoon moeilijk om vast te stellen of aan deze wettelijke zorgvuldigheidseis is voldaan.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl