Voor veel artsen is het toezicht op de geneeskundige vervolgopleiding een ver-van-mijn-bed-show. Toch voltrekt zich ondertussen een stille revolutie. RGS-voorzitter Joop Blaauw vertelt over de nieuwe visie op opleidingsvisiteren en wat dat betekent voor alle betrokkenen.
De eerste ziekenhuizen hebben inmiddels een RGS Instellingsvisitatie achter de rug. Zij hebben sinds kort een certificering voor de opleidingsoverstijgende aspecten. Die erkenning geldt in principe voor onbepaalde tijd. “Natuurlijk houdt de RGS wel toezicht op de interne kwaliteitsborging, bijvoorbeeld met schriftelijke rapportages en evaluatiegesprekken”, vertelt RGS-voorzitter Joop Blaauw. “Maar de nieuwe manier van visiteren gaat meer uit van vertrouwen en legt meer verantwoordelijkheid daar waar die hoort: bij de professional en de instelling.”
Lang was de systematiek van opleidingserkenning er één van uitvoerig afvinken, gedetailleerde vragenlijsten en veel papierwerk. “De vraag is of je daarmee werkelijk goed toezicht houdt op de kwaliteitsborging en -verbetering”, zegt Blaauw. “Want vinkjes kunnen op orde zijn, terwijl het in de praktijk niet goed zit of omdat je belangrijke signalen niet opmerkt. Veel belangrijker is om te weten dat er goede afspraken zijn gemaakt op de werkvloer, of er een Plan-Do-Check-Act-kwaliteitscyclus is, of die werkt en vooral of hij wordt nageleefd.”
Bovendien ziet de RGS dat de geneeskundige vervolgopleidingen in Nederland van hoog niveau zijn en opleiders en instellingen zich ook inspannen om dat zo te houden. “Het is tijd dat de manier van toezichthouden daarbij beter aansluit. Dat betekent in de praktijk dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit meer komt te liggen waar die hoort – bij de instelling en de professional – en de RGS toetst of die verantwoording naar behoren wordt genomen. Die visie van gedelegeerd kwaliteitstoezicht op de geneeskundige vervolgopleidingen hebben we sinds kort ook op schrift gesteld.”
Nog een reden om naar de systematiek te kijken is de vernieuwde regelgeving van het CGS met daarin de regels en eisen waaraan een geneeskundige vervolgopleiding moet voldoen voor erkenning. Achter de schermen bereidt de RGS zich daar al enige jaren op voor. Blaauw: “We werken nauw samen: wij houden toezicht op naleving van de regels die het CGS opstelt. En we kijken vooruit: als de nieuwe regelgeving er eenmaal is, moet het toezicht daar klaar voor zijn. Daarom hebben we de afgelopen jaren pilots uitgevoerd met verticaal en horizontaal visiteren volgens de nieuwe systematiek.”
Onder de naam Instellingsvisitaties RGS is het verticaal visiteren inmiddels geïmplementeerd. “Het ‘verticale’ aspect slaat op het feit dat de visitatoren naar de opleidingsoverstijgende aspecten kijken: de opleidingsomgeving van het ziekenhuis”, legt Blaauw uit. “De instelling hoeft deze informatie dan niet meer voor elke individuele opleiding – bij een UMC zijn dat er zo rond de 30 – aan te leveren. Dat scheelt natuurlijk veel werk.” In 2019 start de RGS met ‘horizontaal’ of regionaal visiteren. Daarin ligt de focus niet op één instelling, maar op een individuele opleiding in meerdere instellingen in een (opleidings)regio. Blaauw: “Opleiden is niet meer gebonden aan één locatie, dus moet het toezicht ook hier op inspelen.”
Het is een spannende, maar ook interessante omslag, vindt Joop Blaauw. “Voor de leden van de RGS is het zoeken naar de balans tussen controle en vertrouwen, en voor visitatoren – en opleiders – vraagt de nieuwe visie een andere benadering. Het visitatiegesprek gaat meer over de afspraken die zijn gemaakt: van wie wat doet en hoe de kwaliteit wordt geborgd tot hoe die zijn vastgelegd in een governancecode en of alle betrokkenen op de hoogte zijn van hun verantwoordelijkheid. Dat vraagt om maatwerk, kritische vragen en flexibiliteit en is voor alle partijen even wennen. Maar het gesprek gaat wel weer over de kern: hoe we goede dokters opleiden.”
tekst: Naomi Querido
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl