De regels in de medische beroepsuitoefening voor het drinken van alcohol en het gebruik van psychoactieve middelen zijn vanaf heden formeel opgenomen in de KNMG-gedragsregels. Hiermee is een lang bestaande set ongeschreven regels geformaliseerd voor alle artsen en coassistenten die patiëntgebonden werkzaamheden uitvoeren.
Om kwaliteit te waarborgen, moeten beroepsnormen glashelder zijn. Het initiatief voor het formaliseren van deze beroepsnorm over middelengebruik komt vanuit de KNMG en haar federatiepartners zelf. Uitgangspunt van de nulnorm is dat artsen hun werk nuchter verrichten. Er mogen geen sporen van alcohol of psychoactieve middelen in het lichaam aanwezig zijn tijdens werk. Voor artsen met een bereikbaarheids- of crisisdienst, waarin zij fungeren als eerste aanspreekpunt, geldt eveneens de nulnorm. Voor artsen die de rol van tweede aanspreekpunt vervullen tijdens een bereikbaarheids- of crisisdienst, geldt de verkeersnorm. Ook geldt de verkeersnorm voor artsen die als enige specifieke deskundigheid bezitten op een bepaald medisch terrein.
Enkele vragen en antwoorden:
Dit zijn artsen die kunnen worden opgeroepen wanneer én de dienstdoende arts én het eerste aanspreekpunt met een bereikbaarheidsdienst zijn uitgevallen of reeds patiëntgebonden werkzaamheden uitvoeren, zoals bijvoorbeeld in het geval van een calamiteit.
Er is dan sprake van een noodsituatie. In dergelijke situaties geldt dat de arts een eigen afweging dient te maken of hij op dat moment in staat is om verantwoorde zorg te leveren. Dit geldt nu ook al voor alle artsen die formeel niet in functie zijn als eerste of tweede aanspreekpunt, maar worden opgeroepen in het kader van een calamiteit of acute niet-planbare patiëntenzorg.
Het kan voorkomen dat een arts medicijnen gebruikt die voorkomen op lijst I en lijst II van de Opiumwet. Het gebruik van deze geneesmiddelen is dan toegestaan, maar alleen op voorschrift van een behandelend arts of in het kader van een behandelingsovereenkomst.
De KNMG maakt zich sterk voor de kwaliteit van de medische beroepsuitoefening en werkt daarom voortdurend aan de optimalisatie van gedragsregels en richtlijnen voor artsen. Artsen verrichten zeer verantwoordelijk werk, waarbij de patiëntveiligheid moet worden gewaarborgd. De KNMG vindt het daarom belangrijk om binnen de beroepsgroep expliciete afspraken te maken over het gebruik van middelen voor en tijdens het werk. Goed om te weten is dat artsen op grond van reeds bestaande wet- en regelgeving en professionele normen de belangen van de patiënt altijd voorop dienen te stellen en de verantwoordelijkheid dragen hun vak optimaal uit te oefenen. Dit was altijd al onverenigbaar met het gebruik van alcohol en psychoactieve middelen.
Om kwaliteit te waarborgen, moeten beroepsnormen glashelder voor artsen, maar ook transparant voor de buitenwereld zijn. Artsen onderling en werkgevers hebben een belangrijke taak in de naleving van de gedragsregel. Dat deze nu expliciet is vastgelegd, maakt het makkelijker voor artsen onderling om elkaar hieraan te houden. Als een arts merkt dat een collega onder invloed is, dient hij/zij de collega daarop aan te spreken.
Handhaving is in uiterste gevallen een taak van de inspectie of de tuchtrechter. Implementatie van de norm is een taak van collega’s onderling, de beroepsverenigingen en de werkgevers. Het ministerie van VWS steunt deze gedragsregel vanuit haar belang om kwaliteit van zorg te waarborgen.
Meer informatie vindt u in de KNMG-gedragsregel Nul is de norm.
Op 11 januari heeft de KNMG de nulnorm gepubliceerd. Een aantal artsen heeft hier op de website op gereageerd.
In de reacties op de website vallen de vragen over de beschikbaarheid van huisartsen bij palliatieve patiënten en van specialisten met een specifiek aandachtsgebied het meest op. Natuurlijk mag u naar een feestje of concert gaan en hoeft u niet altijd nuchter te zijn. Maar op het moment dat u een oproep krijgt, zult u de afweging moeten maken of u in staat bent om verantwoorde zorg te bieden. Deze afweging moet u ook maken als u met een longontsteking op bed ligt of met vrienden op het terras een biertje drinkt. Mocht u hierover twijfelen, dan is het verstandiger om door te verwijzen naar een collega in plaats van zelf aan de slag te gaan. Bij bijzondere gelegenheden kunt u van tevoren al een waarnemer regelen. En patiënten informeren dat er ook momenten zullen zijn dat u niet oproepbaar bent omdat u een feestje heeft, een dagje met uw gezin naar het pretpark bent of op vakantie gaat.
Verder vallen artsen die langdurig dienst hebben (vanwege een palliatieve patiënt of specifieke deskundigheid) onder de groep van het tweede aanspreekpunt bij bereikbaarheidsdiensten. Dit betekent dat u zich moet houden aan de verkeerswet (alcoholpromillage niet hoger dan 0,5). Wat op zich logisch is omdat u in staat moet zijn om auto te rijden om naar de patiënt te kunnen gaan.
Tot slot, stelt u zich eens voor dat u in het ziekenhuis belandt met een hartinfarct. Dan wilt u toch ook een nuchtere arts aan uw bed om u te behandelen en niet een arts die drie of meer glazen rode wijn heeft gedronken.
KNMG, dr. Marlies de Rond
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl