Het medisch beroepsgeheim staat in toenemende mate onder druk. Steeds vaker wordt het weggezet als een belemmering. Dit is volgens de KNMG een zorgelijke ontwikkeling. Het beroepsgeheim is er in de eerste plaats voor patiënten: zij moeten er altijd op kunnen vertrouwen dat wat zij met de arts bespreken vertrouwelijk blijft. Zo blijft het ook een waarborg voor de toegankelijkheid van de zorg. Het beroepsgeheim is echter niet absoluut. De KNMG zet zich dan ook onverminderd in om artsen te ondersteunen bij de afweging wanneer zij pal moeten staan voor het beroepsgeheim en wanneer zij dit mogen doorbreken.
De druk op het medisch beroepsgeheim neemt de laatste tijd hand over hand toe. Zowel behandelend artsen als artsen die beoordelingen en keuringen uitvoeren, ervaren deze druk. Zo vragen gemeenten sinds de decentralisatie van zorg regelmatig bij artsen dossiers op van patiënten. Het beroepsgeheim komt hierbij in de knel, een arts mag immers alleen antwoord geven op gerichte vragen na toestemming van de patiënt. Ook ervaren artsen(organisaties) steeds meer druk op het beroepsgeheim na ernstige incidenten zoals de schietpartij in Alphen aan de Rijn, met als gevolg een politieke roep om ‘versoepeling’ van het medisch beroepsgeheim. Andere voorbeelden: de wet die de regering volgens berichten in de media voorbereidt met een meldplicht voor artsen bij vermoedens van fraude in de zorg (zoals uitkeringsfraude) en de wens van het Openbaar Ministerie om lichaamsmateriaal en foetaal weefsel in beslag te mogen nemen om alsnog oude strafzaken op te lossen. Ook is recent in het parlement opnieuw gediscussieerd over de invoering van een meldplicht voor artsen bij vermoedens van kindermishandeling.
Deze discussies volgen vaak op maatschappelijk grote incidenten waarbij de gedachte ontstaat dat zonder beroepsgeheim het incident voorkomen of tijdig bestreden had kunnen worden. Dit ligt echter anders. Keer op keer moeten artsen in de spreekkamer en tegenover instanties duidelijk maken dat juist het overboord gooien van het beroepsgeheim veel meer problemen oplevert. Want het vertrouwen van patiënten in de zorg zou ernstig afnemen als hun privacygevoelige gegevens niet meer veilig zijn bij de dokter. De maatschappelijke onveiligheid zou hierdoor juist toenemen. Zo zouden mensen met psychische problemen de dokter kunnen gaan mijden, wat tot veel meer escalaties kan leiden.
De KNMG en haar federatiepartners ondersteunen de artsen op landelijk niveau, ter voorkoming van een onverantwoorde aantasting van het beroepsgeheim mede in het licht van de onderliggende maatschappelijke belangen. Zo zetten wij ons bij al deze actuele onderwerpen actief in voor het beroepsgeheim. We zitten regelmatig aan tafel met beleidsmakers en bewindspersonen van de ministeries van VWS en van Veiligheid en Justitie en geven uitleg over het belang van het beroepsgeheim en de maatschappelijke dreiging als we dit zouden versoepelen. We proberen hierbij zoveel mogelijk misverstanden weg te nemen, bijvoorbeeld door onze medewerking aan de recente Factsheet Medisch Beroepsgeheim van het ministerie van VWS. Zo worden Kamerleden, overheden, maatschappelijke organisaties goed geïnformeerd over de reikwijdte van en uitzonderingen op het medisch beroepsgeheim.
Natuurlijk is het medisch beroepsgeheim niet absoluut. In sommige situaties is het belangrijker dat een arts het beroepsgeheim doorbreekt. In die situaties mag of moet een arts zelfs spreken. Dat geldt in het bijzonder als sprake is van toestemming van de patiënt, een wettelijke verplichting tot gegevensverstrekking, of bij een conflict van plichten. Het is in de optiek van de KNMG echter belangrijk om deze uitzonderingen beperkt uit te leggen.
De KNMG hecht er dan ook veel belang aan dat niet op basis van incidenten een wezenlijk fundament van de geneeskunst overboord wordt gegooid. Er moet altijd een zorgvuldige, integere en rechtvaardige afweging plaatsvinden tussen de belangen bij dilemma’s waarbij het beroepsgeheim een centrale rol speelt. Ook bij andersoortige belangen, zoals bijvoorbeeld bij bestrijding van uitkeringsfraude, is een zorgvuldige afweging op grond van de bestaande juridische kaders essentieel. De KNMG zit daarom ook aan tafel bij het ministerie van Veiligheid en Justitie om het verschoningsrecht in het nieuwe Wetboek van Strafvordering te waarborgen.
Dit alles is bij uitstek een taak waar de KNMG haar jarenlange kennis en expertise inzet ten dienste van de patiënt én de volksgezondheid. Niet voor niets neemt het beroepsgeheim in de artseneed een centrale plaats in: “Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd.”
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl