Naar verwachting ligt het interne toezicht op onvrijwillige zorg straks niet meer per se bij een gespecialiseerd arts en wordt de Wet zorg en dwang toch per 1 januari 2020 ingevoerd. De KNMG maakt zich grote zorgen om de gevolgen die dit kan hebben voor de rechtspositie van patiënten.
Op 12 juni debatteerde de Tweede Kamer over een wetsvoorstel tot aanpassing van de Wet zorg en dwang, een wet die vooral gevolgen heeft voor ouderen met dementie en mensen met een verstandelijke beperking en die ook onvrijwillige zorg thuis mogelijk maakt.
In het wetsvoorstel wordt de bestaande functie van de Bopz-arts vervangen door een Wzd-functionaris. Deze ziet toe op de toepassing van onvrijwillige zorg. Deze functionaris hoeft echter niet per se een arts meer te zijn, zoals oorspronkelijk in de Wzd stond. Het mag ook een gz-psycholoog of een orthopedagoog-generalist zijn. De KNMG, LHV, NVAVG en Verenso bepleiten al langer dat de kwaliteit van zorg en de rechtspositie van de patiënt daarmee niet voldoende worden geborgd.
Zoals KNMG-voorzitter René Héman ook uitlegt in zijn column ‘Geen dwang zonder medische toets’, is onafhankelijk medisch toezicht noodzakelijk om dwang zoveel mogelijk te voorkomen. Gedragsproblemen kunnen ook door somatische problemen (zoals pijn) worden veroorzaakt en dat moet worden uitgesloten en getoetst. Daarom moet de eindverantwoordelijkheid voor het toezicht op onvrijwillige zorg bij de Wzd-arts worden gelegd. Een arts verstandelijk gehandicapten (AVG) en een specialist ouderengeneeskunde zijn goed in staat om ook de gedragsmatige aspecten van onvrijwillige zorg te toetsen.
Verder wil de minister vasthouden aan invoering van de wet per januari 2020. De KNMG maakt zich zorgen over de problemen voor patiënten en zorgorganisaties die dat met zich zal meebrengen. De Wzd kent namelijk nog veel open einden. Als onduidelijk is hoe dwang in de thuissituatie verantwoord kan worden toegepast - bijvoorbeeld doordat onduidelijk is wie verantwoordelijk is voor het toezicht op onvrijwillige zorg door een mantelzorger – zal de neiging kunnen ontstaan de cliënt eerder onder dwang op te nemen. Dat biedt geen goed vooruitzicht voor kwaliteit van zorg. KNMG, LHV, NVAVG en Verenso blijven pleiten voor uitstel.
Minister De Jonge gaf tijdens het debat aan vóór 1 juli met een voorstel te komen voor de inwerkingtreding per 1 januari 2020 met een overgangsjaar. Hij vond daarvoor steun van de Kamer, alhoewel er kritische vragen zijn gesteld. Zoals hoe de Inspectie voor de Gezondheid en Jeugd (IGJ) toezicht moet houden op een wet die slechts gedeeltelijk is geïmplementeerd.
De KNMG bracht samen met LHV, NVAVG en Verenso voor dit debat een position paper in. De drie belangrijkste boodschappen van dit paper zijn: zorg voor een verplichte medische toets op onvrijwillige zorg, leg de rol van zorgverantwoordelijke bij de juiste persoon en geef voldoende tijd voor de implementatie.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl