Fraude in de zorg is verwerpelijk. Het beschikbare zorggeld moet toekomen aan díe burgers die echt zorg nodig hebben en aan niemand anders. Daarom begrijpt de KNMG de noodzaak om onderzoek te kunnen doen naar verdachte geldstromen. Maar het nieuwe wetsvoorstel inzake ‘rechtmatige zorg’ betekent een onnodige ondermijning van het medisch beroepsgeheim en het maatschappelijk belang dat daarmee wordt beschermd.
Op 5 juli reageerde de KNMG via een internetconsultatie op het wetsvoorstel ‘Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg’. Het wetsvoorstel verplicht onder andere gemeenten, zorgverzekeraars en Wlz-uitvoerders om patiëntgegevens met elkaar delen. Artsen leveren deze medische gegevens aan gemeenten en zorgverzekeraars aan om de door hen geleverde zorg te declareren. Het wetsvoorstel verplicht die ontvangers ertoe om deze vertrouwelijk verstrekte gegevens actief met elkaar te delen en te gebruiken in onderzoek naar fraude. De genoemde partijen en toezichthouders en inspectie- en opsporingsdiensten worden ook verplicht de gegevens te delen met het Informatieknooppunt Zorgfraude van de overheid. Ook komt er een ‘Waarschuwingsregister Zorg’, dat is bedoeld om gegevens over bekende fraudeurs met elkaar uit te wisselen.
De KNMG heeft eerder de Onafhankelijk Deskundige Arts (ODA) ingesteld als buffer in voor situaties waarin sprake is van een strafrechtelijk onderzoek naar fraude in de zorg. Dan blijven patiëntgegevens beschermd. Een ODA treedt bij strafrechtelijk onderzoek naar zorgfraude op als tussenpersoon, waarmee wordt voorkomen dat justitie toegang nodig heeft tot voor het onderzoek relevante gegevens uit een medisch dossier. De KNMG signaleert dat er sinds de start in januari 2017 nog niet één keer beroep is gedaan op een ODA. De KNMG zet daarom grote vraagtekens bij de noodzaak van dit wetsvoorstel. De KNMG wil graag eerst een onderbouwing zien waaruit blijkt dat de omvang van zorgfraude alsnog dusdanig groot is dat het rigoureuze maatregelen als een wettelijke inbreuk op het medisch beroepsgeheim rechtvaardigt.
Een individuele arts kan niet voorkomen dat de hem geleverde patiëntinformatie straks voor fraudeonderzoek wordt gebruikt. Wel is te verwachten dat hij in de dagelijkse praktijk hier gevolgen van ondervindt. Patiënten weten dat hun medische gegevens bij de arts niet langer beschermd zijn en kunnen zich niet langer vrij voelen om alles tegen hun arts te vertellen. Zij zullen mogelijk informatie achterhouden, verzoeken om hun gegevens te vernietigen of zelfs zorg mijden. Dit heeft kwalijke gevolgen voor de zorg in Nederland en de volksgezondheid op langere termijn. Het is daarom van groot belang dat we onnodige inbreuken op het medisch beroepsgeheim voorkomen.
In de tussentijd hebben wij gesprekken gevoerd met het ministerie van VWS en het Informatieknooppunt zorgfraude (IKZ). In het wetsvoorstel Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg, dat inmiddels bij de Tweede Kamer is ingediend, is nu expliciet vastgelegd dat het op grond van deze wet niet is toegestaan om gezondheidsgegevens te verstrekken die onder een beroepsgeheim vallen. Toch zal de KNMG nogmaals bepleiten dat de medische gegevens die vertrouwelijk van artsen zijn verkregen, ook in een later stadium tussen partijen (zoals gemeenten, zorgverzekeraars, CIZ, IGJ, Belastingdienst, Inspectie SZW, SVB) en medewerkers onderling zónder medisch beroepsgeheim, beter beschermd moeten zijn. Bijvoorbeeld door deze gegevens alleen geanonimiseerd (niet herleidbaar tot patiënten) uit te wisselen of de uitwisseling van gezondheidsgegevens tussen betrokken partijen te verbieden. In het najaar zal het wetsvoorstel in behandeling worden genomen door de Tweede Kamer, de KNMG zal zich hier dan opnieuw hard voor maken.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl