Optimaal functioneren van artsen is van groot belang om de hoge kwaliteit en veiligheid van de zorg in Nederland te behouden en te verbeteren. Het basisdocument Optimaal functioneren van artsenfederatie KNMG geeft aanbevelingen voor álle artsen.
Artsen ondersteunen elkaar en spreken elkaar steeds meer aan op medisch inhoudelijk functioneren. Zo kunnen we de hoge kwaliteit en veiligheid van de zorg in Nederland behouden en verbeteren. Het inzetten op een zo optimaal mogelijk functioneren van artsen komt de zorg ten goede. ‘Door vroeg signalen op te vangen van mogelijk verminderd functioneren en dit bespreekbaar te maken met de betrokkene, kun je tijdig bijsturen en de kans op verminderd functioneren zo klein mogelijk houden’, zegt KNMG-voorzitter René Héman naar aanleiding van het vandaag gepubliceerde basisdocument Optimaal functioneren van artsen.
“Dit basisdocument maakt duidelijk dat artsen heel veel doen om hun functioneren te optimaliseren. Er zijn ongelooflijk veel instrumenten om de kwaliteit te verbeteren. Tegelijk kunnen er omstandigheden zijn waardoor een arts minder kan gaan functioneren. Het is belangrijk om dit tijdig te signaleren, en dat artsen elkaar aanspreken op medisch inhoudelijk en professioneel handelen, maar ook op ontwrichtend gedrag. En dat ze elkaar ondersteunen naar herstel. Het verbeteren van functioneren kan alleen gedijen in een sfeer en cultuur van vertrouwen waarin leren centraal staat. Het is daarbij cruciaal dat de werkomgeving daarin stimuleert en ondersteunt. In het basisdocument staan aanbevelingen aan studenten geneeskunde, artsen en hun werkomgeving en de beroeps- en wetenschappelijke verenigingen. Zo zal de KNMG zijn huidige gedragsregels verhelderen en een handreiking bieden voor artsen om elkaar aan te spreken.“
Het basisdocument is opgesteld in nauw overleg met de federatiepartners en naar analogie van het Visiedocument Optimaal functioneren (2013) van de Federatie Medisch Specialisten. Ook werd dankbaar gebruik gemaakt van modelprotocollen en procedures van de LHV en Verenso. Op deze wijze is er een basisdocument Optimaal functioneren voor álle artsen ontstaan. Sturen op optimaal functioneren moet op elk niveau in de artsenloopbaan zijn verankerd: in de studie geneeskunde, de vervolgopleiding en op de werkvloer. Dat begint in de opleiding geneeskunde. Héman: “Het is dan ook goed dat ook onze federatiepartner De Geneeskundestudent binnenkort een handreiking publiceert, zodat studenten weten wanneer ze elkaar of hun opleiders moeten aanspreken en hoe ze dat kunnen doen.”
De manier waarop artsen met elkaar omgaan is van invloed op de leercultuur en het werkklimaat. Gedrag mag een veilige leercultuur en werkklimaat niet ondermijnen. Het afvallen van collega’s of andere zorgprofessionals, maar ook e-mails structureel niet beantwoorden of afspraken niet nakomen, is gedrag dat artsen tijdig met elkaar moeten bespreken. Dat kan in één gesprek, maar soms is bijvoorbeeld een coachingstraject passend.
Het moet voor iedereen helder zijn welke stappen genomen moeten worden als er signalen zijn van verminderd functioneren van artsen. Essentieel is dat een arts de kans krijgt om zijn gedrag aan te passen en zich te verbeteren. Alle inzet is er op gericht om te zorgen dat de arts optimaal blijft functioneren. Maar dat is niet vrijblijvend. Zo kan het voorkomen dat een arts zich aan een verbeterprogramma moet committeren en zich daarvoor behoort in te zetten.
De komende maanden bespreekt artsenfederatie KNMG de aanbevelingen uit het basisdocument met haar achterban in districtsbijeenkomsten. De KNMG wil graag weten wat artsen nodig hebben om de aanbevelingen in de praktijk te realiseren. Een werkgroep van de federatiepartners werkt de aanbevelingen vervolgens verder uit.
Binnen de artsenfederatie vinden diverse activiteiten op het gebied van optimaal functioneren plaats:
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, mail dan naar communicatie@fed.knmg.nl.
Geef uw reactie