Vijf vragen & antwoorden over beleidsspeerpunten van de KNMG. Wat doet de KNMG voor u? En wie doen dat? In deze rubriek vertellen experts van de KNMG over hun werk.
Deze keer: Rudi van Reenen, hoofd stafbureau Opleiding & Registratie, over de transitie die momenteel plaatsvindt in de regelgeving en de uitvoering daarvan: van focus op controle naar meer vertrouwen.
“Ons stafbureau bestaat uit juristen, projectmedewerkers en secretariaatsmedewerkers. We bieden juridische en strategische ondersteuning aan de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) in situaties die niet standaard zijn. Bijvoorbeeld in individuele zaken waar de regelgeving ruimte laat voor interpretatie of niet in voorziet. Denk aan een fusie tussen twee opleidingsziekenhuizen, waarbij het ene ziekenhuis recent is gevisiteerd en de fusiepartner pas over vier jaar aan de beurt is; wat kan de RGS dan besluiten over het samenvoegen van beide erkenningen? Onze afdeling werkt samen met medewerkers van Opleiding en Registratie en de secretarissen van de RGS, waardoor we bij elke zaak input hebben vanuit drie hoeken: juridische expertise, medisch-inhoudelijke deskundigheid en praktijkervaring.”
“Je zou kunnen zeggen dat we voorheen opereerden als politieagent: we hadden een grote lijst met regels en checkten of artsen, opleiders en opleidingsinstellingen aan die regels voldeden. Controle en verantwoording stonden voorop. Nu schuiven we op naar een organisatie waarin vertrouwen centraal staat: we vertrouwen op de competenties en goede intenties van de professionals en gaan er primair van uit dat zij zelf voortdurend streven naar optimale kwaliteit van zorg en opleiden. De RGS wordt een organisatie die zelftoezicht toetst en professionals in positieve zin kan stimuleren om het beste uit zichzelf te halen.”
“Alle betrokkenen gaan mee in deze transitie, dus wij ook. In praktische zin betekent het dat we een nieuwe systematiek ontwikkelen met bijvoorbeeld andere formulieren. Maar het gaat verder: we dragen ook taken over. Denk aan het vaststellen van vrijstellingen voor de opleiding. Voorheen lag die taak bij de RGS, nu bij de opleider of het hoofd van het opleidingsinstituut. Eigenlijk ook heel logisch: de opleider en zijn collega’s van de opleidingsgroep maken de aios dagelijks mee en kunnen beter inschatten of een verkorting van de opleiding verantwoord is.”
“Het is ook voor ons een spannend traject. De nieuwe insteek vraagt om een andere houding en andere uitgangspunten. Waar begint vertrouwen, waar houdt controle op? Wat hebben we nodig om te weten dat het wel goed zit met de kwaliteit van de opleiding? Wat geeft ons voldoende vertrouwen in het functioneren van de individuele arts? We gaan er primair van uit dat artsen zichzelf voldoende (bij)scholen en dat ze voldoende uren werken. Maar wat als een dokter door privéomstandigheden de norm niet haalt? Tot waar kunnen we ruimhartig zijn en wanneer moeten we zeggen: ‘u kunt zo echt niet verder’?
Dat zijn lastige kwesties. Per jaar krijgen we achtduizend herregistratie-aanvragen en honderden erkenningsaanvragen; we willen geen beschikkingenfabriek zijn, maar bij elke aanvraag maatwerk leveren is ook niet haalbaar en betaalbaar. Over dit soort kwesties zijn we nu volop in gesprek, onder meer met de beroepsverenigingen, wetenschappelijke verenigingen en koepelorganisaties in de zorg.”
“Van complexe zaken gaat mijn hart sneller kloppen. En complex is deze transitie zeker. Ik zie het als een mooie puzzel, waarvan we nog niet precies weten hoe die eruit komt te zien. Antwoorden kunnen we niet altijd vanachter ons bureau bedenken, dat moeten we samen doen. We hebben in Nederland een uniek registratiesysteem: een systeem van, door en voor dokters. Die kracht moeten we nu volop inzetten.”
Meer informatie over vernieuwingen in de regelgeving: www.knmg.nl/rgs
Rudi van Reenen
Hoofd stafbureau
directiesecretariaatO&R@fed.knmg.nl
088 - 440 43 62
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl