Vanaf 1 april 2019 is een aantal wijzigingen in het tuchtrecht van kracht. Zo worden berispingen en boetes alleen dan gepubliceerd als de tuchtrechter dat besluit, eenvoudige klachten worden sneller afgehandeld door een voorzittersbeslissing en de klager kan vanaf nu gebruikmaken van een tuchtklachtfunctionaris.
Hieronder zetten we de belangrijkste veranderingen voor u op een rij.
De KNMG bepleitte eerder dat berispingen en boetes niet meer standaard openbaar moeten worden gemaakt. Dit leidde tot een amendement van de Tweede Kamer waardoor berispingen en boetes straks alleen nog openbaar worden als de tuchtrechter dat nodig vindt in het belang van de individuele gezondheidszorg.
Voorzitters van de tuchtcolleges krijgen de mogelijkheid om klachten waarvan onmiddellijk duidelijk is dat zij eenvoudig kunnen worden afgehandeld, zelf af te doen. Dit kan de duur van de procedure verkorten.
Nieuw is ook de tuchtklachtfunctionaris die de klager kan inschakelen. Een tuchtklachtfunctionaris kan de klager aangeven of de klacht tegen de juiste persoon is gericht, adviseren of tuchtrecht de aangewezen route is voor een klacht en helpen bij het formuleren van het klaagschrift. De verwachting is dat hiermee de kwaliteit van de procedure wordt verbeterd.
De klager krijgt de bevoegdheid om zijn klacht tot uiterlijk twee weken voor de behandeling van de zaak op de terechtzitting schriftelijk te wijzigen of aan te vullen (artikel 65c Wet BIG).
Vanaf 1 april wordt een griffierecht van € 50,- geheven, te betalen door de klager. Als de klacht gegrond wordt verklaard, krijgt de klager het griffierecht terug. Daarnaast krijgt het tuchtcollege de mogelijkheid om de aangeklaagde te veroordelen in de kosten die de klager heeft moeten maken, bijvoorbeeld voor een advocaat. Dit kan alleen als een klacht geheel of gedeeltelijk gegrond is verklaard.
Ook kan nu de tuchtrechter een beroepsverbod opleggen als de veiligheid dat vereist, waardoor de betrokkene niet meer (volledig) in de individuele gezondheidszorg mag werken en kan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd een zorgverlener vanwege ernstig gedrag direct op non-actief stellen in afwachting van het oordeel van de tuchtrechter.
Handelingen in de privésfeer en het organisatorisch handelen van een arts-bestuurder vallen nu (in bepaalde gevallen) officieel onder het tuchtrecht (Tweede tuchtnorm). Door een wijziging van de tweede tuchtnorm wordt de ruimere interpretatie die de oude norm al in de jurisprudentie had gekregen, vastgelegd in de wet.
Een uitgebreidere beschrijving van de wijzigingen vindt u in het webdossier tuchtrecht.
Het tuchtrecht is bedoeld om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen en te bewaken. Uitspraken van de tuchtrechter kunnen zorgen voor bevestiging of verduidelijking van wettelijke regels en gedragsregels van artsen. Het is daarom belangrijk voor artsen om hiervan kennis te nemen. Wekelijks publiceert Medisch Contact een uitspraak voorzien van commentaar. Daarnaast publiceren de KNMG-juristen in Medisch Contact een wekelijkse selectie van actuele opvallende uitspraken op het gebied van het gezondheidsrecht.
De KNMG maakt zich bij voortduring sterk voor verdere verbeteringen van het tuchtrecht.
webdossier Tuchtrecht
column Anneloes Rube: Leren van het tuchtrecht
nieuwsbericht Wijziging wet BIG: berispingen en boetes alleen openbaar als tuchtrechter dat nodig vindt
Praktijkdilemma: Hoe werkt het tuchtrecht?
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl