Op 18 oktober jl. is de internetconsultatie voor een wijzigingsvoorstel van de Wet kinderopvang en de Wet publieke Gezondheid geopend. De laatste jaren ligt de vaccinatiegraad voor met name de mazelen en kinkhoest in Nederland te laag. Kinderopvangcentra mogen momenteel nog zelf een beleid voeren ten aanzien van vaccinaties. Met dit voorstel kan de minister besluiten dat als de vaccinatiegraad daalt tot onder de 92%, deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma voor kinderen een voorwaarde wordt voor toegang tot kinderopvangcentra. Daarnaast ontstaat dan de verplichting voor medewerkers om gevaccineerd te worden tegen bof, mazelen, rodehond (BMR) en kinkhoest.De consultatie sluit op 29 november 2024.
Klager is samen met zijn ex-echtgenote gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over hun twee kinderen. De kinderen zijn onder toezicht gesteld door de kinderrechter. Een GZ-psycholoog heeft op verzoek van Jeugdbescherming advies uitgebracht over de kinderen van klager. Klager stelde o.a. dat dit advies onzorgvuldig tot stand is gekomen, ten onrechte geen hoor en wederhoor is toegepast, de uitspraken niet zijn gedaan op basis van eigen onderzoek en dat de GZ-psycholoog ten onrechte niet heeft aangedrongen op een behandeltraject voor PTSS. Het regionaal tuchtcollege (hierna: RTG) achtte de klacht grotendeels gegrond, met uitzondering van één aspect: het niet aandringen op een behandeltraject voor PTSS. De gebruikelijke werkwijze bij adviesaanvragen is om het met (gezaghebbende) ouders te bespreken en ook de vraag en het advies met hen te bespreken. De GZ-psycholoog gaf aan de vraag als een intern advies te hebben gezien, niet gericht aan de ouders of kinderen, en erkende dat zij tekort is geschoten in haar werkwijze. Ze had geen toestemming gevraagd, geen hoor en wederhoor toegepast, en advies gegeven zonder uitgebreide onderbouwing. Hoewel de GZ-psycholoog onzorgvuldig heeft gehandeld, heeft zij dit gelijk erkend en meerdere keren excuses aangeboden. Verder heeft zij geprobeerd het advies terug te trekken en het gesprek aan te gaan met Jeugdbescherming. Daarnaast heeft zij voorgenomen haar werkwijze structureel te veranderen en lering getrokken uit haar handelen. Het RTG vindt een waarschuwing onder deze omstandigheden passend en geboden.
RTG Zwolle 17 oktober 2024, zaaknr. Z2024/7008, ECLI:NL:TGZRZWO:2024:113
Klager heeft meerdere klachten ingediend tegen een plastisch chirurg die twee geslachtsveranderende ingrepen bij hem heeft uitgevoerd. De klachten zien o.a. op gebrekkige dossiervoering, niet voldoen aan het vereiste van informed consent, schending van de privacy van klager en het ontbreken van een deskundigenverklaring. Het RTG stelt vast dat het operatieverslag van de plastisch chirurg tekortschiet, wat in strijd is met de wettelijke dossierplicht vastgelegd in art. 7:454 BW. Een operatieverslag dient alle relevante informatie te bevatten voor goede (vervolg)behandeling, inclusief de gedetailleerde beschrijving van de operatieplanning, gebruikte materialen en hechtingen, en het nazorgbeleid. Het RTG benadrukt dat dergelijke informatie essentieel is om de zorg en inspanningen van de chirurg te kunnen beoordelen, zeker bij ingrijpende operaties zoals deze. Het RTG adviseert de plastisch chirurg om in het vervolg gedetailleerder te rapporteren, zodat alle aspecten van de behandeling inzichtelijk zijn. Het RTG merkt op dat dergelijke verslaglegging belangrijk is voor zowel continuïteit van zorg als transparantie naar de patiënt. Met name wanneer het gaat om ingrijpende operaties en het voor de hand ligt dat nog vervolgoperaties zullen volgen, is het met het oog op die vervolgbehandelingen van belang dat relevante informatie is genoteerd.Voor het overige acht het RTG de klacht ongegrond. Het RTG legt een waarschuwing op.
RTG Amsterdam 25 oktober 2024, zaaknr. A2024/6777, ECLI:NL:TGZRAMS:2024:212.
Klaagster is bekend met het Sturge-Weber syndroom. Eén van de gevolgen daarvan is dat zij kampt met asymmetrie van haar gelaat. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen de plastisch chirurg die die een lipofilling en bovenlipreconstructie bij haar heeft uitgevoerd om de asymmetrie in haar gezicht te corrigeren. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij niet heeft gedaan wat vooraf met klaagster is besproken en dat hij de voor- en nadelen van de ingreep en de risico’s niet voorafgaand met haar heeft besproken. Ook verwijt zij hem de ingreep onjuist te hebben uitgevoerd. Het RTG merkt op dat in het medisch dossier goed is gedocumenteerd wat het behandelplan van klaagster was en ook dat haar is uitgelegd dat het risico bestaat dat de ingreep onvoldoende resultaat kan hebben, dat er vetnecrose kan optreden en dat er kans is op een infectie, zenuwletsel en een bloeduitstorting. Het RTG heeft geen aanleiding te twijfelen aan de stelling van de plastisch chirurg dat hoe een en ander in het dossier is vermeld ook zo met klaagster is besproken. Dat na de operatie geen verbetering is bereikt, betekent niet dat de plastisch chirurg in onvoldoende mate aan de op hem rustende inspanningsverplichting heeft voldaan of de ingreep onjuist of onzorgvuldig heeft uitgevoerd. Het RTG verklaart de klacht ongegrond.
RTG Amsterdam 25 oktober 2024, zaaknr. A2024/6830, ECLI:NL:TGZRAMS:2024:211.
Op 17 oktober jl. heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een overzicht gepubliceerd van de uitspraken van de door de inspectie gevoerde procedures. Sinds 2024 publiceert de IGJ elk kwartaal een overzicht om hiermee overzicht te kunnen geven van de uitspraken die in die periode zijn gedaan en zodat kan worden geleerd van de uitspraken.
Overzicht uitspraken bestuurs- en tuchtrecht, 2-2024 (rijksoverheid.nl)
Relevante gezondheidsrechtelijke ontwikkelingen op gebied van wet- en regelgeving en rechtspraak. Dit overzicht is opgesteld door de gezondheidsjuristen van de KNMG.
Het is mogelijk dat uitspraken opgenomen in het onderdeel rechtspraak nog niet onherroepelijk zijn en dat hier nog hoger beroep tegen in wordt gesteld.