Elke arts kent het ongemakkelijke gevoel: die ene brief van het Tuchtcollege. Zelfs als je zeker weet dat je goed hebt gehandeld, blijft de impact groot. Het tuchtrecht zou een instrument moeten zijn om de zorg te verbeteren. Maar functioneert het systeem nog wel zoals beoogd?
Ik heb het zelf aan den lijve ervaren: de schrik bij het zien van een aangetekende brief met het logo van het Tuchtcollege. Hoewel ik meteen wist dat die klacht nooit gegrond zou kunnen zijn, had ik toch maandenlang een knagend gevoel. Het heeft lang geduurd voor ik weer onbevangen mijn werk kon doen. En ik ben niet de enige.
De invloed van het tuchtrecht op ons handelen groeit. Om mij heen zie ik collega's vaker kiezen voor ‘de veilige weg’: extra onderzoek, sneller doorverwijzen – niet omdat het medisch nodig is, maar uit defensieve overwegingen. ‘Nee’ zeggen vraagt tijd: tijd om uit te leggen waarom iets niet nodig is, en teleurstelling bij de patiënt ligt op de loer. In een zorgsysteem waarin tijd schaars is en uitleg niet wordt beloond, wordt deze ‘nee’ steeds lastiger. En dan is er steeds die ene gedachte: wat als dit een klacht wordt?
Het raakt me dat collega’s zeggen hun professionele onbevangenheid te verliezen. Bijna 1 op de 8 artsen overweegt te stoppen met het vak, mede door de druk van het tuchtrecht. Dit zou ons allemaal wakker moeten schudden. Een systeem dat bedoeld is als leerinstrument, veroorzaakt nu defensief gedrag en vermindert het werkplezier.
Toch moeten we niet vergeten waarom het tuchtrecht ooit is ingesteld: om de kwaliteit van de zorg te bewaken en bevorderen. Het biedt patiënten de mogelijkheid om zich gehoord te voelen en helpt ons als artsen om ons handelen te evalueren en verbeteren. Maar om die potentie echt te kunnen benutten, moet het tuchtrecht niet als een bedreiging worden ervaren, maar als hulpmiddel voor professionele ontwikkeling.
Gelukkig zien we al positieve veranderingen. Sinds de hervorming van het tuchtrecht van 2019 worden berispingen en boetes alleen nog openbaar gemaakt als de tuchtrechter dat relevant vindt. Daarnaast bieden initiatieven zoals de nieuwe gids over tuchtrecht in de zorg en de website Openovertuchtrecht.nl waardevolle ondersteuning. Dit zijn stappen in de goede richting, maar er is meer nodig.
Het tuchtrecht moet beter aansluiten bij de realiteit van de moderne zorg. De manier waarop de toegang tot het tuchtrecht momenteel is ingericht, roept vragen op. Veel klachten betreffen niet zozeer medisch-inhoudelijke fouten, maar eerder bejegening, communicatie of organisatorische aspecten. In dergelijke gevallen zouden andere klachtenroutes, zoals de klachtenfunctionaris of de geschillencommissie, een meer passende en efficiënte oplossing kunnen bieden.
Daarnaast is het noodzaak om de doorlooptijden te verkorten en het systeem beter af te stemmen op teamzorg, waarin eventuele fouten niet altijd aan één individuele zorgverlener zijn toe te schrijven. Bovendien is er dringend behoefte aan meer steun voor artsen die met een klacht te maken krijgen, zodat zij niet onnodig gebukt gaan onder onzekerheid en stress. Met deze aanpassingen kan het tuchtrecht beter bijdragen aan het doel waarvoor het ooit is opgericht: het bevorderen van optimale patiëntenzorg.
De sleutel tot verandering is vertrouwen: in elkaar en in het systeem. Vertrouwen van patiënten in artsen, van artsen in het systeem én van de samenleving in ons streven naar continue verbetering. Wat mij betreft is een tuchtrecht gebaseerd op vertrouwen de enige weg vooruit.
Als KNMG blijven we ons inzetten voor noodzakelijke hervormingen en benadrukken we de urgentie daarvan bij het ministerie van VWS. De lopende evaluatie van de wet, waar de KNMG lang voor heeft gepleit is een positieve ontwikkeling. Maar daarmee zijn we er nog niet. Het is belangrijk dat er vervolgens ook echt opvolging komt vanuit het ministerie van VWS, want het systeem heeft dringend aanpassingen nodig.
Mijn overtuiging? Het tuchtrecht zou geen schaduw over ons vak mogen werpen, maar juist een ondersteunend kader moeten bieden. Want dokters die vertrouwen voelen, leveren betere zorg.
Jurriaan Penders, voorzitter artsenfederatie KNMG
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl