Er zijn twee berichten die mij de laatste weken de wenkbrauwen deden fronsen. Ten eerste een kop in NRC: “De patiënt wil liever zorg van mindere kwaliteit dan overplaatsing (…).”1 , terwijl de instelling overplaatsing noodzakelijk acht, omdat die verwacht op afzienbare termijn geen verantwoorde beademingszorg meer te kunnen verlenen. Ten tweede een bericht in Medisch Contact waarin huisartsen, die door ‘misplaatste’ patiënten met overvolle praktijken te kampen hebben, verzuchten: “(…) de huidige vrije keuze (vrije artsenkeuze van patiënten, AdJ) beperkt nu juist de vrijheid aangezien alles vastloopt.”2 In dit geval willen verhuisde patiënten zich, kennelijk met een beroep op het ‘recht op vrije artsenkeuze’, niet laten overschrijven naar een huisarts in de eigen regio, waardoor de huisartsenzorg in de oorspronkelijke regio door capaciteitsgebrek in gevaar komt. De gemene deler van beide casussen is, platgeslagen, volgens mij de volgende: Patiënt wil niet en nu kan ik als zorgverlener mijn werk niet meer (verantwoord) doen.
Ik weet het niet, maar dit kan toch niet de bedoeling zijn geweest van het versterken van de positie van de patiënt eind vorige eeuw? En het is zeker niet de bedoeling van de KNMG-richtlijn niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst, die volgens mij in beide casussen ruimte voor een andere uitkomst biedt, mits aan de zorgvuldigheidseisen wordt voldaan.
Laat duidelijk zijn dat ook ik patiëntenrechten als een groot goed zie die op de werkvloer van groot belang zijn. Van een KNMG-jurist en -ethicus mag u niet anders verwachten. Emancipatie van patiënten was destijds hard nodig, nadat notabelen in het dorp zoals arts, pastoor en notaris, de gang der zaken lange tijd hadden bepaald. Weg van het paternalisme en op naar zeggenschap voor de patiënt, die uiteindelijk zelf te bepalen heeft wat wel of niet aan eigen lijf te dulden en wat het beste past in het eigen levensplan. Ook de professionele standaard is vastgesteld na een zorgvuldige afweging in de beroepsgroep. Maar nu begint het erop te lijken dat we in de uitleg en toepassing van beide een beetje zijn doorgeslagen ten faveure van de patiënt.
Mij bevreemdt het dat in casus één de plicht van een zorgverlener om verantwoorde zorg te bieden wordt gepareerd met een patiëntenrecht op, dan maar, onverantwoorde zorg. Bestaat zo'n recht werkelijk? En voor zover een patiënt haperende beademingszorg met mogelijk fataal gevolg al zou willen, is dit iets wat je van je zorgverlener mag verlangen en waarvan je de verantwoordelijkheid deels op diens schouders mag leggen? Ook professor Ploem stelt in genoemd NRC-artikel terecht die vraag. Natuurlijk, gedwongen overplaatsing gaat niet zomaar en goed overleg is altijd geboden (wat in dit geval niet was gebeurd), maar ‘niet willen’?
Dezelfde vragen zijn te stellen bij de verhuisde patiënt. Natuurlijk is ook hier overleg tussen arts en patiënt het eerste vereiste. Maar soms blijft het toch ‘nee’. In dat geval ontneemt de patiënt niet alleen voormalig buurtgenoten de mogelijkheid om te beschikken over verantwoorde huisartsenzorg, ook dwingt deze patiënt daarmee de huisarts als het ware tot onverantwoorde zorg – immers kan deze bij voorbaat al niet voldoen aan de professioneel vastgestelde ‘15 minuten-regel'3. Vrije artsenkeuze, oké. Maar toch niet vanwege louter onwil en ten koste van de arts en andere patiënten? Solidariteit, het uitgangspunt waarop ons zorgsysteem is gebouwd, mag wat mij betreft ook van patiënten worden gevraagd.
Als voormalig wetgevingsjurist weet ik dat de neiging bestaat regels en rechten op te rekken. In dit proces van voortdurend aanpassen en verbijzonderen, dreigen zij ook steeds meer af te raken van wat er oorspronkelijk mee beoogd was. Mijn punt hier is dat het risico bestaat dat sommige ‘rechten’ van patiënten zichzelf en daarmee deels het zorgstelsel opblazen. Helemaal nu de beschikbaarheid van de zorg onder druk staat en het nodig is om de tering naar de nering te zetten – voor zowel arts als patiënt. Volgens mij zou het goed zijn om samen de balans op te maken van wat er van sommige patiëntenrechten geworden is en op zoek te gaan naar een gezond evenwicht tussen wat een patiënt en arts zoal werkelijk vermag. En wat nodig is om goede zorg te kunnen blijven geven aan hen die dat behoeven.
“Maar straks krijg ik een tuchtklacht", hoor ik sommige artsen denken. Zou het? Daarover spreek ik u in mijn volgende column.
Dr. mr. Antina de Jong, adviseur gezondheidsrecht en medische ethiek, KNMG
1. De patiënt wil liever zorg van mindere kwaliteit dan overplaatsing in zijn laatste maanden
2. MC 27, 4 juli 2024, p. 6. Laat huisartsen patiënten ruilen.
3. LHV-richtlijnen Bereikbaarheid en beschikbaarheid - LHV Dit is de regel dat een huisarts in g geval van spoed, en in normale omstandigheden, binnen 15 minuten bij diens patiënt moet kunnen zijn.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl