Opinieblog De Geneeskundestudent, door Daniëlle Janssen
Wat als iemand een langdurige doodswens heeft, maar niet in aanmerking komt voor euthanasie? Of als iemand wilsonbekwaam wordt geacht, wie beslist er dan over het levenseinde? Dit zijn vragen die de laatste tijd veel voorbij komen. In 2016 kwam Pia Dijkstra van D66 met het wetsvoorstel ’Voltooid leven’. Deze wet moet het mogelijk maken dat mensen van 75 jaar en ouder zelf hun leven kunnen beëindigen als zij dit als voltooid zien. Dit moet eeen vrijwillige, weloverwogen en duurzame keuze zijn, waarbij er gestreefd wordt naar een menswaardig levenseinde. Dit alles onder begeleiding van een ‘levenseindebegeleider’, die geen arts hoeft te zijn. Hierbij staat de zelfbeschikking van de mens centraal, en niet het medisch perspectief.
Als geneeskundestudent vind ik het belangrijk om betrokken te zijn bij politieke en maatschappelijke vraagstukken zoals de discussie rondom het ‘Voltooid leven’. Al vanaf het begin van de studie krijgen geneeskundestudenten ethiekonderwijs waarbij de morele principes rondom correct en verantwoord medisch handelen meermaals worden herhaald: autonomie, weldoen, niet-schaden en rechtvaardigheid. Toch blijft dit voor mij en vele anderen zelfs na drie jaar studie zware kost. De vertaalslag tussen theorie en praktijk blijft lastig. Want als 23-jarige kan ik me helemaal niet voorstellen hoe het is om niet meer te willen leven. Als student ligt er een hele wereld vol kansen voor je open, maar als oudere kan iedere dag opstaan al een hele uitdaging zijn.
Daarom des te interessanter om live bij een discussie te zijn waarbij de verschillende perspectieven worden toegelicht. Daniël Boomsma van D66 en Krista Tromp van de KNMG traden voor het oog van een collegezaal vol medische professionals, tijdens de Erasmus tour in debat over Voltooid leven. Wat naar voren kwam is dat de dood nog vaak als taboe wordt gezien. Terwijl het in de geneeskunde juist een onderwerp moet zijn waarover vrij gesproken kan worden, zodat wensen rondom het levenseinde worden gesignaleerd. Het tijdig herkennen en oppikken van een eventuele wens tot levenseinde zou door artsen moeten worden gedaan, wat in de praktijk helaas nog te weinig gebeurt.
Een vraag van Krista Tromp zette mij aan het denken: hoe leg je de euthanasiewet en de wet ‘Voltooid leven’ naast elkaar? Als een arts geen medische grondslag ziet vanuit de euthanasiewet en deze geeft geen groen licht, voldoe je dan automatisch aan de wet ‘Voltooid leven’? Hoe gaat dit werken? Ik zie dit nog niet voor me en vraag me dan ook sterk af hoe dit gaat uitpakken. Krijg je op basis van de ‘Voltooid leven-wet’ in de Nederlandse Maatschappij dan niet per definitie hulp bij zelfdoding? Dit is zeker iets waar ik niet voor ben.
Ook de vraag over de rol van een arts bij een ‘Voltooid leven’ werd door beide partijen beargumenteerd. Een arts is onlosmakelijk verbonden bij hulp bij zelfdoding. Dit omdat het gaat over complexe problematiek, over leven en dood en over voorbehouden handelingen. Er werd gesteld dat een levenseindebegeleider deze taak ook zou kunnen vervullen, deze heeft een plicht om de situatie grondig te onderzoeken en dient uiteindelijk ook de middelen toe. Voor de meeste geneeskundestudenten een moeilijk vraagstuk waar je niet zomaar je mening over vormt en absoluut tegen aan kan lopen in je verdere loopbaan.
Maar hoe denk jij over dit dilemma? Zijn we al klaar voor een ‘laatste wil-poeder’? Heeft een arts nog een rol ergens in dit verhaal? Zoals jullie merken zit ik nog met vele onbeantwoorde vragen. Maar zoals ik ooit eerder heb gehoord is twijfel het begin van wijsheid…
Daniëlle Janssen is portefeuillehouder Persoonlijk Leiderschap bij De Geneeskundestudent.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl