Het is een koele ochtend in Wenen. Terwijl ik vanaf het dak van het HoHo (Holzhochhaus) uitkijk over het indrukwekkende Seepark Asperen, het snelgroeiende en als smart city ingerichte 22ste district in het noordoosten van Wenen, besef ik hoe huisvesting hier veel meer is dan een dak boven het hoofd. Met straks 25.000 inwoners, scholen, sport- en gezondheidsfaciliteiten, parken en zelfs daktuinen met zwembaden, ademt deze plek welzijn en gemeenschap. Dit is geen toeval. Het is het resultaat van een eeuw aan consequent sociaal woonbeleid, dat Wenen al meerdere malen de titel van meest leefbare stad ter wereld heeft opgeleverd.
Deze zorginnovatiereis, waar bestuurders zich laten inspireren door innovatieve ideeën en ontwikkelingen in het buitenland, bracht me niet alleen naar een stad met prachtige architectuur en groene parken. Het bracht me vooral tot de kern van een cruciale vraag: hoe beïnvloedt de plek waar we wonen onze gezondheid, en wat kunnen wij daarvan leren? De antwoorden die ik in Wenen vond, werpen een nieuw licht op de uitdagingen waar wij in Nederland voor staan.
In Wenen wordt huisvesting gezien als een basisvoorziening, niet als een luxe. Circa 62% van de inwoners woont in een sociale of door de overheid gesubsidieerde woning1. Het beleid is gericht op het creëren van zorgzame gemeenschappen waarin mensen elkaar kennen, zich veilig voelen en sociale interactie vanzelfsprekend is.
De sociale cohesie die ik hier ervaarde, doet denken aan de beweging die ook in Nederland op gang komt: de-medicalisering en een grotere focus op sociale netwerken. Denk aan wijken waarin buurthuizen, groenvoorzieningen en ontmoetingsplekken centraal staan. Wenen laat zien dat zulke initiatieven niet alleen een theoretisch ideaal zijn, maar werken. In dit soort wijken voelt 94% van de bewoners zich gelukkig2 terwijl in andere Europese steden dit percentage gemiddeld 75% bedraagt. Dat is geen toeval, maar het resultaat van een visie die wonen, welzijn en gezondheid met elkaar verbindt. In Wenen heeft deze langetermijnvisie, ondersteund door consistent beleid, zich door de jaren heen bewezen. Hierdoor kan de stad met vertrouwen voortbouwen op eerdere successen. In Nederland ontbreekt het vaak aan die lange visie, en is beleid afhankelijk van het zittend kabinet.
Wat Wenen ons ook leert, is dat ongelijkheid in gezondheid en welzijn niet alleen een kwestie is van individuele keuzes, maar van collectieve verantwoordelijkheid. In Nederland zien we schrijnende verschillen in levensverwachting tussen wijken. Het is al te vaak gezegd; de postcode van je woonadres is medebepalend voor je gezondheid. Hoe anders is dat in Wenen. In alle wijken wonen rijk en arm door elkaar heen. En met woonvormen zoals co-housing wonen jonge gezinnen en ouderen in hetzelfde wooncomplex, wat bijna automatisch mantelzorgstructuren stimuleert. Deze aanpak daagt ons uit om in Nederland niet alleen te kijken naar de fysieke leefomgeving, maar ook naar de sociale structuren in een wijk. Dit vereist gerichte investeringen in buurten waar mensen wonen met een lage sociaal-economische positie. Zoals Wenen laat zien, is dit geen luxe, maar een noodzakelijke voorwaarde voor een gezondere bevolking.
De Weense overtuiging dat wonen een basisrecht is, raakt een gevoelige snaar in ons land. De huidige woningmarktcrisis raakt niet alleen starters en huurders, maar heeft ook directe gevolgen voor onze gezondheid. Mensen die een groot deel van hun inkomen kwijt zijn aan woonlasten, ervaren hogere stressniveaus, wat weer leidt tot lichamelijke en psychische klachten.
Wenen biedt hier een ander perspectief. De Weense woningbouwvereniging is de grootste publieke vastgoedbeheerder van Europa. En heeft daardoor ook grote invloed op de huizenprijzen. Door betaalbare en kwalitatieve huisvesting structureel te verankeren in beleid, wordt bestaanszekerheid gecreëerd. Het is een model dat ons uitdaagt om woningen niet te zien als commercieel goed of investering, maar als een noodzaak voor een gezonde samenleving. In een tijd waarin Nederlanders langer thuis moeten en willen wonen en zorg zich steeds meer naar de thuissituatie verplaatst, is dit relevanter dan ooit.
Mijn bezoek aan Wenen heeft me laten zien wat er mogelijk is wanneer een stad ervoor kiest gezondheid centraal te stellen in het woonbeleid. De lessen uit Wenen bieden geen kant-en-klare oplossingen, maar wel een denkrichting. Het begint met de erkenning dat goed, veilig en gezond wonen meer is dan een individuele verantwoordelijkheid. We moeten in Nederland investeren in de integratie van wonen en zorg. Want zoals Wenen bewijst: gezonde wijken maken gezonde mensen.
1 City of Vienna, "Social Housing in Vienna" (2022).
2 Mercer Quality of Living Survey (2021).
Jurriaan Penders, voorzitter artsenfederatie KNMG
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl