De KNMG wil een beweging op gang brengen waarin we de oorzaken van gezondheidsproblemen aanpakken daar waar ze ontstaan. Als start organiseren we op 13 december een werkconferentie voor bestuurders binnen en buiten de zorg. Welke oplossingen zien zij en hoe verankeren we die? In aanloop hiernaartoe vragen we verschillende experts hun visie hierop met ons te delen.
Dicky Gingnagel is taalambassadeur van ABC, een vrijwilligersorganisatie van en voor laaggeletterden. Zelf worstelde hij ook met de problemen die laaggeletterdheid oplevert. Hij gebruikt die ervaring in dienst bij expertisecentrum Pharos, dat grote gezondheidsverschillen wil terugdringen. Hieronder gaat hij in op de ambitie van de KNMG en legt uit wat er volgens hem nodig is.
De KNMG wil net als andere organisaties dat gezondheid een belangrijkere plek krijgt in de hele samenleving: van het onderwijs tot bijvoorbeeld de bouw. Kan jij aangeven wat de impact van laaggeletterdheid en armoede kan zijn op gezondheid?
“Jazeker. Ik merk het bijvoorbeeld in de supermarkt. Als je laaggeletterd bent, begrijp je het etiket op een product niet goed. Dan weet je niet wat erin zit. Vaak zie je ook dat gezonde producten onderaan een schap staan en de ongezonde daarboven. Als je dan ook nog eens het etiket niet goed begrijpt, kies je sneller producten die makkelijker te pakken zijn. Gezonde producten zijn vaak ook duurder. Een bakje meloen is al drie euro. Ook verse groenten zijn vrij duur. Ik heb schulden gehad. Die bedragen tikken aan als je dagelijks gezond wilt eten.”
“Mensen kiezen ook voor ongezond eten als ze worstelen met stress, bijvoorbeeld door armoede. Door corona kon ik bijvoorbeeld niet langs bij de persoon die mij helpt met het invullen van mijn belastingaangifte. Telefonisch kon ik haar ook niet bereiken. Bij de Belastingdienst kreeg ik alleen een bandje te horen over uitstel aanvragen voor de aangifte. Die onbereikbaarheid gaf me stress. Sommige mensen gaan daarvan eten. Ik niet, maar die spanning kan je gezondheid verslechteren. Gezonde producten in de supermarkt moeten dus een belangrijkere plek krijgen. Zet ze niet onderaan, maar tenminste op de tweede plank. En maak ze goedkoper.”
Wat kan een zorgverlener doen om iemand te helpen die moeite heeft met lezen en schrijven, of in armoede leeft?
“Het is belangrijk dat een arts de tijd neemt voor een gesprek. Dan ontdek je wat iemand persoonlijk nodig heeft. Dat is onmisbaar als je gezondheidsverschillen wil verkleinen. Bezoeken aan diëtisten zijn bijvoorbeeld vaak kamertjeswerk. Je wordt gewogen en krijgt papieren waarop staat welk eten en drinken ongezond is. Ik vertelde mijn diëtiste dat ik moeite had met lezen en schrijven, en etiketten niet altijd begreep. Zij ging daarom mee naar de supermarkt. Ze toonde hoeveel calorieën bepaalde producten hebben. Die aandacht is belangrijk. Een huisarts kan ook met iemand praten over laaggeletterdheid. Door het bespreekbaar te maken, stapt een patiënt over de schaamte heen en vindt misschien de mentale ruimte om weer naar school te gaan. Sowieso is het goed als dokters in een patiëntendossier opnemen dat iemand laaggeletterd is. Dan hoef je dat, terwijl je je schaamt, niet steeds te vertellen.”
“Door corona heb ik ook gezien dat openbare sporttoestellen belangrijk zijn voor het verkleinen van gezondheidsverschillen. Ik zie hier in Amsterdam-Noord dat ze veel worden gebruikt. Niet iedereen kan een sportschool betalen. Maar voor laaggeletterden is het extra lastig om lid van een sportschool te worden. Je moet veel teksten doorlopen en papieren invullen. Ik heb een keer over het hoofd gezien dat ik automatisch lid werd voor een jaar en niet per maand kon opzeggen. Voor laaggeletterde mensen kan zo’n lidmaatschap een drempel zijn. Plaats daarom meer van die toestellen zodat mensen buiten kunnen sporten.”
Welke rol kunt u zelf spelen bij het toegankelijk maken van zorg voor mensen die moeite hebben met lezen en schrijven?
“Voor Pharos kijk ik of nieuwe gezondheidsapps goed te begrijpen zijn voor gebruikers. Ik lees teksten die zorgorganisaties op hun websites zetten en geef de ingewikkelde woorden aan die vervangen moeten worden. Bij folders kijk ik of de plaatjes en tekst goed op elkaar aansluiten en te begrijpen zijn. Ik spreek ook op bijeenkomsten over mijn ervaringen met laaggeletterdheid in combinatie met gezondheid. Dat doe ik graag. Ik zeg altijd: als je iets maakt, nodig dan de doelgroep uit waarom het gaat. Betrek ons niet als je bijna klaar bent, want dan moet je misschien weer terug naar de tekentafel. Door samen te werken, kunnen we gezondheidsverschillen helpen verkleinen.”
Welke kansen en problemen ziet u daarbij?
“Leef je gezonder, dan krijg je ruimte om ook andere punten in je leven te verbeteren. Doordat ik me beter voelde, wilde ik bijvoorbeeld mijn laaggeletterdheid aanpakken. Maar zonder begeleiding kunnen mensen in hun oude patroon vervallen en weer ongezond gaan leven. Ik heb ooit een maagverkleining gehad. Na die operatie stopte op een gegeven moment de begeleiding. Ik heb wat later zelf mijn diëtiste gebeld om bij te praten. Nu bezoek ik haar elke drie maanden. Zo begreep ik de Nutri-score niet goed, de voedingswaarde van producten. Dat hebben we besproken. Iemand die moeite heeft met lezen, net als iemand met schulden, heeft begeleiding nodig. Zonder hulp kan je gezondheid verslechteren.”