Alcoholgebruik is niet zonder risico. Het vergroot de kans op zeven soorten kanker en meer dan 200 andere lichamelijke en mentale aandoeningen.1 Daarnaast speelt alcohol een grote rol in verkeers- en arbeidsongevallen en geweldsincidenten. De maatschappelijke kosten van alcoholgebruik in Nederland worden jaarlijks geschat op 2,3 tot 4,2 miljard euro.2
De KNMG zet daarom in op het bespreekbaar maken van alcoholgebruik in de spreekkamer. Samen met Tranzo, een onderzoekscentrum van de Universiteit Tilburg, voerde de KNMG in december 2023 een onderzoek uit onder artsen. Dit onderzoek richtte zich op de kennis, houding en het gedrag van artsen met betrekking tot de vroegsignalering van alcoholproblematiek.
De vragenlijst werd verspreid onder het artsenpanel van de KNMG en andere kanalen, met een respons van 532 artsen. Voor de analyse werden 402 respondenten geselecteerd, werkzaam in huisartsenpraktijken, ziekenhuizen, de GGZ, of de bedrijfsgeneeskunde. Deze specialismen zijn gekozen omdat vroegsignalering van alcoholproblematiek door deze specialisten het meest relevant is.
Uit het onderzoek blijkt dat artsen bij gemiddeld 9% van hun patiënten alcoholgerelateerde problemen vermoedt. Bij GGZ-artsen ligt dit percentage met 16,8% aanzienlijk hoger dan bij huisartsen (7,4%), ziekenhuisartsen (9,8%), en bedrijfsartsen (7,6%).
Hoewel de meeste artsen aangeven voldoende kennis te hebben om problematisch alcoholgebruik te herkennen en een positieve houding hebben t.a.v. vroegsignalering, blijkt het gebruik van screeningsinstrumenten verrassend laag. Maar liefst 92% van de artsen gebruikt deze zelden of nooit, ondanks het feit dat bijna de helft van hen regelmatig naar alcoholgebruik vraagt tijdens consulten. Dit kan samenhangen met het gebrek aan duidelijke richtlijnen voor screening en vroegsignalering in bijna de helft van de zorginstellingen. Tevens is een deel van de artsen niet goed op de hoogte van de doorverwijsmogelijkheden.
Artsen ervaren verschillende drempels bij het bespreken van alcoholgebruik met patiënten. De belangrijkste belemmeringen zijn tijdgebrek (37,8%), twijfel of patiënten openstaan voor het gesprek (30,6%), en de veronderstelling dat patiënten niet eerlijk zullen zijn (27,6%). Opvallend is dat GGZ-artsen deze drempels minder vaak ervaren, wat mogelijk te maken heeft met hun specifieke training en ervaring op dit gebied.
Een ander opvallend resultaat is dat artsen die zelf meer alcohol drinken, minder actief zijn in de vroegsignalering. Dit zou kunnen betekenen dat zij alcoholgebruik minder snel als problematisch beschouwen of een drempel voelen om het onderwerp aan te kaarten.
De onderzoeksresultaten onderstrepen het belang van het vergroten van de kennis onder artsen, vooral op het gebied van doorverwijsmogelijkheden. Dit kan de effectiviteit van vroegsignalering van alcoholproblematiek aanzienlijk verbeteren. Daarnaast wordt aanbevolen om het gebruik van screeningsinstrumenten te stimuleren. Deze instrumenten kunnen niet alleen de aard en ernst van het alcoholprobleem inzichtelijk maken, maar ook als waardevol startpunt dienen voor het gesprek, waardoor patiënten eerder de benodigde hulp kunnen krijgen.
Door meer tijd te maken voor consulten, betere doorverwijsmogelijkheden te creëren en artsen beter uit te rusten met de juiste kennis en vaardigheden, kan de gezondheidszorg een belangrijke stap zetten in de strijd tegen problematisch alcoholgebruik.
1 Anderson BO, Berdzuli N, Ilbawi A, Kestel D, Kluge HP, et al. Health and cancer risks associated with low levels of alcohol consumption. The Lancet 2023;8:E6-E7.
2 Expertisecentrum Alcohol Trimbos-instituut. Factsheet alcoholschade in Nederland. 2022.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl