Een vis die in een kom met troebel water zwemt, krijgt oogklachten. Ga je dan met de vis naar de dierenarts of verschoon je het water? Artsen medische milieukunde Henk Jans en Myrthe Frissen roepen artsen op om intensiever samen te werken in de strijd voor een betere leefomgeving. ‘We mogen best wat activistischer zijn.’
Tekst: Naomi van Esschoten
Schimmels en vocht in huis door doorslag van aanhoudende regen. Een steeds verslechterende drinkwaterkwaliteit. Afnemende biodiversiteit en bodemkwaliteit. En uitstoot van schadelijke stoffen door industrieën; het zijn allemaal ‘thema’s die de gezondheid raken en daarmee de medische milieukunde’, schetst arts M+G medische milieukunde Henk Jans. ‘Hoe gezonder de mens, hoe meer blootstelling een mens aankan van stoffen uit de omgeving. Maar zowel onze volksgezondheid als die van onze leefomgeving staan toenemend onder druk.’ Myrthe Frissen, arts medische milieukunde bij de GGD Gelderland-Zuid, stelt het nog duidelijker: ‘Willen we het verschil maken voor de patiënt van morgen, dan moeten we meer doen met preventie. Maar vooral vanuit verschillende disciplines en domeinen samenwerken: op medisch, sociaal en beleidsmatig vlak.’
Jans en Frissen zijn allebei arts medische milieukunde, een kleine beroepsgroep van zo’n 25 artsen die onder het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid (M+G) valt. ‘Ik was in 1986 een van de eersten’, vertelt Jans, die sinds kort met pensioen is. ‘Het begon met mensen die klachten kregen door de eerste milieuschandalen. In de loop van de tijd is het aantal problemen steeds groter geworden: bodemverontreiniging, luchtverontreiniging, geluidshinder en blootstelling aan gevaarlijke stoffen als PFAS of rookschade bij een brand. Maar denk ook aan verslechtering van drinkwaterkwaliteit, ongezonde voeding en planetaire gezondheid. Dan kunnen curatieve artsen wachten op klachten, of we kijken vanuit de curatieve en sociale geneeskunde sámen naar hoe we preventief op collectief niveau mensen een betere leefomgeving kunnen geven.’
'We stevenen af op een zorginfarct, terwijl veel ziekten te voorkomen zijn'
Beiden vinden dat gezondheid en leefomgeving op de eerste plaats moeten staan bij het ontwikkelen van beleid. Frissen: ‘Door de breedte van ons vak zien we steeds vaker mensen ziek worden van een ongezonde leefstijl en vervuilde leefomgeving. Dat is onhoudbaar: we stevenen af op een zorginfarct, terwijl veel ziekten te voorkomen zijn. De top-10 aan aandoeningen met de hoogste ziektelast in Nederland heeft een sterke relatie met leefstijl en leefomgeving.’1 Jans ziet dat dit nog vaak onderbelicht blijft: ‘De maatschappelijke kosten-batenanalyse van preventie via de leefomgeving wordt te weinig benut. We moeten de enorme positieve effecten van een gezonde leefstijl en leefomgeving zichtbaar maken, zodat beleidsmakers overtuigd raken. Met preventie valt de grootste winst te behalen.’
Daarbij werkt het sterker als sociaal geneeskundigen en curatieve artsen samen optrekken. ‘Een goed voorbeeld is dat de samenwerking met longartsen en kinderlongartsen binnen het Longfonds. Hierin laten we de gezondheidsimpact zien van de toegenomen luchtverontreiniging’, vertelt Jans. ‘Kinderen die opgroeien in de nabijheid van een industriële setting of met veel verkeer hebben vaker astma, en worden vaker opgenomen met exacerbaties. Het is goed dat artsen hun autoriteit laten gelden met adviezen over luchtkwaliteit en de negatieve effecten daarvan op de gezondheid bij zowel gezonde mensen als bij mensen met een luchtwegaandoening. De stem van de arts heeft een groot effect: zo is er nu veel meer draagvlak voor maatregelen die de luchtkwaliteit kunnen verbeteren.’
Artsen hebben niet direct invloed op alle leefomgevingsfactoren. Zo worden mensen in supermarkten dagelijks verleid tot het maken van ongezonde voedingskeuzes en vele Nederlanders wonen onder de rook van bedrijven die ongezonde stoffen uitstoten. Frissen: ‘Maar op dat gebied kunnen we wel samen optrekken. Een voorbeeld is wanneer mensen vaker kiezen voor plantaardig en biologisch in plaats van voor fastfood. Tegelijkertijd kunnen beleidsmakers deze beweging stimuleren met regelgeving. Als artsen, van sociaal geneeskundigen tot clinici, kunnen wij die impact vergroten. Bijvoorbeeld door ons uit te spreken over gezonde voeding en zelf een voorbeeldfunctie te vervullen, ook met het aanbod van voedsel in ziekenhuizen en zorginstellingen. Zo dwingen we samen af dat de voedselindustrie met een ander aanbod komt. Deze aanpak is ook toe te passen op andere industrieën.’
'Als je het niet kent, mis je het niet. Dat is het grootste cadeau dat je een nieuwe generatie kunt geven'
Niet iedere burger heeft het budget of de mogelijkheid om de meest gezonde keuze te maken. En de macht van multinationals is groot. Frissen: ‘Mijn dochter is 2 jaar. Zij is de patiënt van de toekomst. Ik houd niet van ‘opvoeden’ als het gaat om gedragsaanpassing bij volwassenen. Liever zie ik dat nieuwe generaties niet meer in aanraking komen met ongezonde keuzes en opgroeien in een gezonde leefomgeving. Als je het niet kent, mis je het niet. Dat is het grootste cadeau dat je een nieuwe generatie kunt geven. Een gezonde leefomgeving als ondersteuning van een gezonde leefstijl is een voorwaarde voor een gezond leven.’
Het verschil maken voor positieve en planetaire gezondheid voor die patiënt van morgen begint met de dokter van vandaag, vinden Myrthe Frissen en Henk Jans. ‘Artsen mogen zich best wat activistischer opstellen en maatschappelijke kwesties agenderen’, besluit Jans. ‘Kijk eens naar wat de hygiënisten in de 19e eeuw als kleine groep hebben weten te bereiken voor de volksgezondheid. Die ‘storytelling’ moeten we nu opnieuw doen: vanuit onze betrokkenheid, deskundigheid én autoriteit in gesprek gaan met bestuurders en ambtenaren en laten zien hoeveel impact een vervuilde leefomgeving op de gezondheid heeft.’
Referentie:
1. Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2024, (RIVM). Thema gezondheid | Aandoeningen. https://www.volksgezondheidtoekomstverkenning.nl/c-vtv/gezondheid/aandoeningen, bezocht op: 19 juni 2024.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl