Net zoals in voorgaande jaren blijkt uit het jaarverslag van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) dat in 2024 artsen zorgvuldig handelen bij de uitvoering van euthanasie. De RTE oordeelde bij slechts zes van de 9.958 euthanasiemeldingen dat artsen niet aan alle wettelijke zorgvuldigheidseisen voldeden. De RTE publiceerde op maandag 24 maart haar jaarverslag met cijfers over de euthanasiemeldingen in 2024 Deze cijfers bevestigen de zorgvuldige werkwijze binnen de euthanasiepraktijk, waar de KNMG zich altijd sterk voor heeft gemaakt.
In 2024 ontving de RTE 9.958 euthanasiemeldingen, dat is 10% meer dan in 2023. Het aantal meldingen ten opzichte van het totale sterftecijfer steeg van 5,4% naar 5,8%. Momenteel onderzoeken het Radboud UMC, het UMC Utrecht en het Amsterdam UMC, in opdracht van het ministerie van VWS, de maatschappelijke en ethische aspecten van deze stijging. Resultaten hiervan worden in 2026 verwacht.
Door capaciteitsproblemen bij het secretariaat van de RTE liep de gemiddelde doorlooptijd in het najaar van 2024 op tot 60 à 70 dagen. Inmiddels is deze weer afgenomen. Voor artsen is de periode tussen melding en oordeel vaak belastend, omdat zij in onzekerheid verkeren over de beoordeling van hun handelen. Het is voor artsen essentieel dat de doorlooptijd zo kort mogelijk is om duidelijkheid en zekerheid te krijgen over het handelen. De KNMG zal dit nauwlettend monitoren.
Lees hier het hele jaarverslag van de RTE.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl