Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) wil dat het CBR voor rijbewijskeuringen vaker gebruik gaat maken van objectieve medische informatie van de arts van de gekeurde persoon. Dat is in overeenstemming met de regels van artsenorganisatie KNMG. Maar gaat het om de beoordeling van de rijvaardigheid, dan moet deze altijd door een ander dan de behandelend arts gedaan worden. Dit is ook de boodschap van de minister.
Deze week liet minister Schultz van Haegen weten dat zij het systeem van rijbewijskeuringen eenvoudiger en transparanter wil maken. Zij wil het onder andere mogelijk maken dat de eigen arts van degene die gekeurd wordt objectieve gegevens kan aanleveren aan het CBR voor de rijbewijskeuring.
In het kader van dit voornemen heeft de KNMG de minister in oktober 2014 laten weten dat het behandelend artsen is toegestaan met toestemming van de betrokkene feitelijke informatie te verstrekken. Dat kan ook als het gaat om gerichte vragen om informatie van (medische adviseurs van) het CBR. Tegen het verstrekken van feitelijke informatie bestaat vanuit de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt geen bezwaar; een behandelend arts mag daaraan dus meewerken.
Voorwaarde is dat de arts geen oordeel geeft over de rijgeschiktheid. De behandelend arts - zoals de eigen huisarts of medisch specialist - mag dus geen rijbewijskeuring uitvoeren. Dat zou in strijd zijn met de regels van de KNMG, waarop de (tucht)rechter toeziet. Voor een dergelijk oordeel moet een ander dan de behandelend arts worden benaderd, zodat de vertrouwensrelatie niet onder druk komt te staan. Dit is ook de boodschap van de minister.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl