Een goede samenwerking tussen zorgverleners vraagt om een duidelijke taak- en verantwoordelijkheidsverdeling. Ook is het noodzakelijk dat de betreffende zorgverleners met elkaar communiceren en hun werkzaamheden en informatie onderling afstemmen. Dit zijn belangrijke randvoorwaarden voor het bieden van goede zorg. Deze herziene Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg benoemt en verduidelijkt die randvoorwaarden en vervangt de handreiking uit 2010.
De aandachtspunten bij samenwerking in de zorg uit de oorspronkelijke versie staan inhoudelijk nog fier overeind. Om de samenhang van de tekst te bevorderen is de volgorde van de aandachtspunten gewijzigd. Ook is de tekst van de handreiking aangepast aan de stand van de wetgeving en jurisprudentie.
In januari 2021 heeft het Centraal Tuchtcollege in een uitspraak de lijn van de jurisprudentie over de verantwoordelijkheden van zorgverleners bij samenwerking in de zorgverlening aan één cliënt aangepast. Het Centraal Tuchtcollege spreekt niet langer over ’hoofdbehandelaar’, maar over ‘regiebehandelaar’. Reden hiervoor is de toegenomen complexiteit van zorg, die soms door zorgverleners van verschillende instellingen wordt verleend. De uitgangspunten van deze uitspraak zijn in deze herziene Handreiking verwerkt.
De ‘Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg (2022)’ wordt onderschreven door de KNMG, de brancheverenigingen Actiz, de Nederlandse GGZ, InEen, GGD GHOR Nederland, NFU en NVZ en de beroepsverenigingen NVAVG, KNGF, KNMP, KNMT, KNOV, NAPA, NIP, NVGzP, NVvTG, V&VN en NVBMH en door Patiëntenfederatie Nederland.
Omdat de Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg voor zoveel verschillende branches geldt, is het noodzakelijkerwijs een algemeen paraplu-document geworden. De handreiking kan gebruikt worden voor nadere uitwerkingen of richtlijnen en het is mogelijk dat op sectorniveau nadere invulling plaatsvindt.
Van de handreiking is ook een korte checklist beschikbaar.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl