Een verschil van inzicht binnen de beroepsgroep van psychiaters over het verlenen van euthanasie bij patiënten met psychisch lijden is in de media geëscaleerd nadat een brief van een groep psychiaters aan het Openbaar Ministerie (OM) openbaar werd.
In de brief staan aantijgingen tegen collegae, die conform wet- en regelgeving een euthanasie hebben uitgevoerd, en beschuldigingen richting de nabestaanden. Dit vindt de KNMG onbetamelijk en onaanvaardbaar. Deze handelwijze kan niet alleen de betrokken zorgverleners, nabestaanden en naasten beschadigen, maar ook het vertrouwen van burgers in de beroepsgroep ondermijnen.
Euthanasie bij patiënten met psychisch lijden is een uiterst gevoelig en complex onderwerp. De manier waarop de discussie over dit onderwerp thans wordt gevoerd, met beschuldigingen over en weer tussen inhoudelijke deskundigen en met hoog oplopende emoties, getuigt in beginsel niet van zorgvuldigheid, wederzijds respect en oog voor het welzijn van de patiënt. Ook dit vindt de KNMG ongepast en onwenselijk.
Dit kan patiënten en hun naasten onzeker maken over de toegang tot beschikbare zorg en ondersteuning, ook bij een euthanasiewens. Het kan ertoe leiden dat zij hierdoor terughoudend worden in het zoeken van hulp of het bespreken van hun gedachten over de dood. Dat klemt des te meer als het gaat om ernstige psychische klachten en kan bovendien de stigmatisering van psychisch lijden versterken. Het is essentieel dat we een klimaat behouden waarin zorgvuldige, individuele afwegingen gemaakt kunnen worden. Met oog voor de complexiteit van elke unieke situatie en vooral met respect voor de patiënt en naasten.
Artsen hebben een voorbeeldfunctie in de maatschappij. Hoe wij met elkaar omgaan en communiceren, zowel onderling als naar buiten toe, bepaalt in hoge mate het vertrouwen dat burgers in ons stellen. Als er discussie ontstaat over professionele normen, dan moet daar het gesprek over worden gevoerd in- en met de beroepsgroep en met maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor mensen met, in dit geval, psychisch lijden. Dit is nodig zodat psychiaters en andere artsen nu en in de toekomst hun patiënten op de best mogelijke manier kunnen begeleiden, ook in een geval van een eventueel euthanasietraject. En dat als zij dit doen conform de wet en richtlijnen zij niet bang hoeven te zijn voor strafrechtelijke gevolgen.
Ook is het belangrijk dat naasten naast hun dierbaren durven blijven staan als de patiënt na een ongetwijfeld lang en moeilijk traject besluit dat het lijden uitzichtloos en ondraaglijk is en een euthanasietraject wordt overwogen. En dat nabestaanden na een vreselijk verlies niet worden bedreigd of worden nagewezen, of de angst hebben dat de conform de wet- en regelgeving verleende euthanasie aan hun dierbare onderwerp wordt van een strafrechtelijk onderzoek.
De KNMG vindt het cruciaal dat de discussie tussen professionals over euthanasie bij patiënten met psychisch lijden terugkeert naar een constructief niveau, waarbij de focus ligt op het belang van de patiënt en de medische afwegingen die hierbij komen kijken. Door een open en respectvolle dialoog met elkaar en de maatschappij te voeren, kunnen we vooruitgang boeken in dit complexe vraagstuk. Een eerste stap is een gesprek. De KNMG doet daarom een dringend beroep aan de betrokkenen om zo snel mogelijk met elkaar in gesprek te gaan.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl