Het Transparantieregister Zorg heeft de jaarcijfers gepubliceerd van financiële relaties van leveranciers met zorgverleners, zorginstellingen en patiëntenorganisaties. Het aantal meldende bedrijven steeg in 2018 naar 152, een toename van 20%.
Het register focust op leveranciers van geneesmiddelen (55% van het aantal meldende bedrijven), medische hulpmiddelen (40%) en diergeneesmiddelen (5%). Er is sprake van een toename van 12% ten opzichte van 2017, met een totaalbedrag van € 80 miljoen. De toename komt vooral voor rekening van de leveranciers van medische hulpmiddelen (van 48 naar 60 bedrijven), die sinds vorig jaar hun financiële relaties met medisch specialisten en instellingen moeten rapporteren en waar de bekendheid met het Transparantieregister Zorg steeds meer toeneemt.
In het openbare Transparantieregister Zorg is te zien welke betalingen zorgverleners, zorginstellingen en patiëntenorganisaties krijgen van leveranciers. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om vergoedingen van leveranciers aan artsen voor kennisinbreng bij specifieke zorgvragen, zorgprojecten of wetenschappelijke congressen. Zodra een bedrijf in een jaar meer dan € 500 aan een zorgverlener of zorginstelling betaalt, moet het bedrijf dit melden bij het Transparantieregister Zorg. Deze meldplicht draagt bij aan een verantwoorde, integere relatie tussen bedrijven en zorgverleners. Zodat patiënten erop kunnen vertrouwen dat geneesmiddelen of hulpmiddelen die zij krijgen voorgeschreven, alleen gekozen worden omdat ze medisch gezien op dat moment de beste keuze zijn.
Patiënten zijn erbij gebaat dat zorgverleners, zorginstellingen en patiëntenorganisaties samenwerken met geneesmiddelenbedrijven en leveranciers van medische hulpmiddelen. Die contacten zijn essentieel voor medische vooruitgang en voor betere zorgverlening aan patiënten. De wet en zelfregulering zorgen ervoor dat de samenwerkingen verantwoord en transparant plaatsvinden, waarbij patiëntbelang en integer handelen voorop staan. Uit de rapportages van de CGR (stichting Code Geneesmiddelenreclame)) en GMH (stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen) van vijftien relaties uit het Transparantieregister Zorg blijkt dat de regels goed worden nageleefd.
Het aantal zorginstellingen en patiëntenorganisaties dat in het register is opgenomen, bleef stabiel (1.236 in 2018 tegenover 1.241 in 2017). Het aantal individuele zorgprofessionals daalde iets (van 3.871 naar 3.653).
Het gemiddelde bedrag dat een zorginstelling in totaal van de meldende bedrijven kreeg, steeg vorig jaar van gemiddeld € 50.654 naar € 57.502. In totaal steeg de gemelde waarde van financiële relaties met zorginstellingen met 13% naar ruim € 71 miljoen. De stijging komt vooral doordat meer leveranciers van medische hulpmiddelen hun relaties hebben gemeld; de introductie van het verbod op gunstbetoon in de Wet op de medische hulpmiddelen per 1 januari 2018 heeft mogelijk geleid tot een breder bewustzijn en bekendheid met het Transparantieregister Zorg.
Het gemiddelde bedrag dat een individuele zorgprofessional ontving, steeg van € 2.239 naar € 2.440. Bij individuele zorgverleners gaat het vooral om dienstverlening ten behoeve van zorgprojecten (bijvoorbeeld het analyseren van gezondheidsdata over de werking van bepaalde geneesmiddelen of medische hulpmiddelen of het ontwikkelen van nascholingsprogramma’s) en algemene consultancy (honorarium en onkosten). Dit beslaat 65% van de gemelde financiële relaties aan individuele zorgprofessionals. Bijdragen voor deelname aan nascholing betreffen 35% van de gemelde financiële relaties. Bijdragen in drukkosten van proefschriften voor promovendi beslaan minder dan 1% van het totaalbedrag in deze categorie. In totaal steeg het gemelde bedrag dat individuele zorgverleners ontvingen met 2%, naar bijna € 9 miljoen.
Het Nederlandse Transparantieregister Zorg is in zijn opzet wereldwijd uniek en bestaat sinds 2012. Vele koepelorganisaties van bedrijven en zorgverleners, waaronder de KNMG, hebben de transparantieregels onderschreven. Naast de bedrijven die bij deze koepelorganisaties zijn aangesloten, melden ook andere geneesmiddelen- en medische hulpmiddelenbedrijven hun financiële relaties aan het Transparantieregister Zorg. De reikwijdte neemt stapsgewijs toe. Ook betalingen vanuit diverse andere landen aan Nederlandse zorgprofessionals en -instellingen (cross border) staan nu in het Transparantieregister. Ze zijn gemeld via de Nederlandse vestiging of rechtstreeks door het buitenlandse bedrijf.
In april 2019 presenteerde Tweede Kamerlid Lilianne Ploumen (PvdA) haar initiatiefwetsvoorstel “Wet transparantieregister zorg”. Ploumen stelt een wettelijke meldplicht voor farmaceutische bedrijven en leveranciers van medische hulpmiddelen voor alle betalingen aan zorgverleners. Het voorstel gaat veel verder dan de huidige verplichtingen tot transparantie in het Transparantieregister Zorg geregeld in de CGR en GMH gedragscodes.
De KNMG heeft samen met V&VN en NAPA kritisch gereageerd op het initiatiefvoorstel. Wij staan volledig achter het doel dat Ploumen beoogt met het initiatiefwetsvoorstel, dat patiënten erop kunnen vertrouwen dat geneesmiddelen of hulpmiddelen die zij krijgen voorgeschreven, alleen gekozen worden omdat ze medisch gezien op dat moment de beste keuze zijn. Wel twijfelen KNMG, V&VN en NAPA ernstig aan de noodzaak, proportionaliteit en uitvoerbaarheid van de voorgestelde maatregelen in dit initiatiefwetsvoorstel als instrument om dit doel te behalen. Wij hebben vertrouwen in het zelfregulerende karakter van het Transparantieregister zoals het nu is opgezet.
Er zijn verschillende partijen die via de internetconsultatie een reactie hebben gegeven. Ploumen zal deze reacties meenemen bij de voltooiing van het wetsvoorstel, waarna het aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd.
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl