Signalen van mensenhandel blijven vaak onopgemerkt. Toch kan iedere arts een slachtoffer in de spreekkamer treffen. ‘Als je de optelsom weet te maken, kun je een mensenleven redden.’
Tekst: Naomi van Esschoten
Drie weken. Zolang had de uitbuiter van Chemelle Kelderman nodig van hun allereerste contact totdat hij haar wist te dwingen tot prostitutie en criminele handelingen. ‘Ik was achttien jaar, net moeder en had veel ruzie met mijn ex over ons zoontje’, vertelt ze. ‘Ik kreeg de tip van een collega om iemand te bellen die het wel wist op te lossen. Maar al dezelfde avond werd ik gedwongen tot seksuele handelingen. Daarna volgde isolatie. Zo moest ik ontslag nemen. Door me te chanteren dat ik mijn zoontje nooit meer zou zien, hield ik mijn mond naar de buitenwereld. Zelfs voor mijn ouders en zus verbloemde ik mijn situatie.’
‘Dit is seksuele uitbuiting, een vorm van mensenhandel’, reageert Jelske van Leeuwen van Fairwork. Deze organisatie zet zich in om moderne slavernij in Nederland te bestrijden en komt op voor de belangen van slachtoffers. ‘Mensenhandel wordt nog weleens verward met mensensmokkel, maar bij mensenhandel gaat het om arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting seksuele uitbuiting en/of gedwongen orgaanverwijdering’ schetst de criminoloog. ‘Elk soort mensenhandel kent eigen, vaak moeilijk merkbare signalen. Maar belangrijke overlappende kenmerken van mensenhandel zijn dat vooral kwetsbare doelgroepen makkelijke slachtoffers zijn, er sprake is van dwang en van een afhankelijkheidsrelatie.’
‘Denk niet dat mensenhandel alleen in de grote steden plaatsvindt’
Daar weten huisartsen Mayke Franssen en Nienke de Graauw, werkzaam bij gezondheidscentrum Vaillantplein in de Haagse Schilderswijk, alles van. ‘In onze kliniek zien we vooral mensen met een lagere sociaaleconomische status en vaak met een migrantenachtergrond. Daarnaast zien we als straatdokters veel dak- en thuislozen en veel ongedocumenteerden’, vertelt De Graauw. ‘Om mensenhandel te kunnen zien, leer je bepaalde tekenen te herkennen’, vertelt Franssen. ‘Ontwijkende antwoorden, vage klachten als hartkloppingen, hoofdpijn en rugpijn, of ongewoon gedrag dat irritatie wekt, zoals afspraken missen of adviezen niet opvolgen. Dat zijn voor ons tekenen om onze voelsprieten uit te zetten.’
De uitingsvorm van mensenhandel kan sterk uiteenlopen. ‘We zien van alles: Chinese koks die naar Nederland worden gehaald en onmogelijk lange uren moeten werken, en kokend water over zich heen krijgen als ze dat niet doen’, geeft De Graauw als voorbeeld. ‘Of vrouwen die uit Marokko hierheen zijn gekomen om te trouwen, of vrouwen die hier als au pair komen werken, maar vervolgens helemaal geïsoleerd worden, en te maken krijgen met fysiek geweld of dwang.’ Franssen: ‘Denk niet dat mensenhandel alleen in de grote steden plaatsvindt: in plattelandsstreken bevinden zich bijvoorbeeld arbeidsmigranten die zich niet ziek durven melden.’
Vaak is er angst om een zorgprofessional in vertrouwen te nemen. Franssen: ‘Mensen zijn bang dat ze hun werk, en daarmee ook hun onderdak, kwijtraken. Ook kunnen slachtoffers angst hebben voor repercussies of uitzetting uit Nederland.’ Hoe proberen Franssen en De Graauw het slachtoffer toch te laten praten? ‘Het vraagt tijd’, waarschuwt Franssen. ‘Je hebt meestal niet bij het eerste contact beet. Soms omdat mensen niet hun verhaal willen vertellen uit angst of schaamte, maar ook omdat ze zichzelf niet als slachtoffer zien, of omdat hun familie rekent op de inkomsten die ze sturen.’
‘Mijn oproep is: kijk niet weg, luister naar je intuïtie en durf door te vragen’
Het meeste succes boeken de huisartsen door eerst een vertrouwensrelatie op te bouwen, het slachtoffer een-op-een te spreken en met vragen een duidelijker beeld te krijgen van de situatie. Franssen: ‘Bij mensenhandel zie je vaak dat de begeleider erbij wil blijven. Of dat iemand vraagt om een briefje als bewijs van het doktersbezoek. Dat zijn sterke signalen om toch nog even een moment alleen te plannen en door te vragen.’ De Graauw: ‘Wij overleggen dan met Veilig Thuis, Vluchtelingenwerk of Dokters van de wereld. Verder proberen we mensen te motiveren om uit de situatie te stappen en uit te leggen dat er hulp mogelijk is. Bij mishandeling of acuut gevaar voor het slachtoffer volgen we natuurlijk de stappen uit de KNMG-meldcode Kindermishandeling en geweld.
Toch bleven de duidelijke signalen van Kelderman onopgemerkt bij zorgprofessionals. ‘Ik kwam bij het consultatiebureau, de huisarts, de GGD voor de soa’s die ik opliep en de abortuskliniek, waar mijn blauwe plekken en rode striemen duidelijk te zien waren. Maar niemand heeft me ooit erop aangesproken.’ Voor de jonge vrouw kwam de redding uiteindelijk in de vorm van het Paasfeest. ‘Ik was bij mijn moeder op bezoek geweest, had mijn zoontje naar zijn vader gebracht en was even alleen. Dat was het moment om na anderhalf jaar uitbuiting naar de politie te durven stappen.’
Na een jaar onderduik in een vrouwenopvang, drie jaar therapie én een hbo-opleiding Social Work zet Chemelle Kelderman haar ervaring tegenwoordig in om andere vrouwelijke slachtoffers van mensenhandel te ondersteunen vanuit haar bedrijf BLOOM and Be You. ‘Er ligt nog steeds een taboe op om erover te praten en er zijn veel niet-gemelde incidenten. Mijn oproep is: kijk niet weg, luister naar je intuïtie en durf door te vragen.’ Jelske van Leeuwen vult daarop aan: De schatting van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel is dat het om vijf- tot zevenduizend mensen per jaar gaat. Dus ook in jouw praktijk. Door je hier bewust van te zijn, kun je een mensenleven redden. Kijk eens met een andere bril naar patiënten uit een kwetsbare positie en ga in gesprek.’
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl