Het lijkt nu nog ver weg, maar met een beetje geluk zit u over een paar maanden lekker op een terrasje (goed, misschien nog met een heater boven uw hoofd). Een prettige lentegedachte. Die opeens wreed verstoord kan worden als iemand een paar tafeltjes verderop het ernstig benauwd krijgt. Mensen beginnen om een dokter te roepen.
U denkt: “Verslikking? Een Heimlich toepassen?” Maar u aarzelt, want is hulp bieden wel verstandig met een paar wijntjes op? Een lastige situatie, zoals die zich ook kan voordoen als u buiten dienst wordt opgeroepen om te assisteren bij een calamiteit of acute niet-planbare patiëntenzorg.
In zo’n noodsituatie moet je als dokter zelf afwegen of je voldoende in staat bent om verantwoorde zorg te leveren. Waarschijnlijk had u een dergelijke handelingsnorm wel verwacht (het is ook nooit eens gewoon ‘ja of nee’), maar op schrift is deze nog niet te vinden. Zo is ook nergens vastgelegd wat de norm is voor middelengebruik, zoals alcohol of pillen, voor dokters die achterwacht hebben. We gaan er wel van uit dat we als artsen en coassistenten nuchter zijn tijdens het werk en als we oproepbaar zijn, maar het is een ongeschreven regel.
Dit veranderen we deze week. We hebben als artsenorganisaties, verenigd in de KNMG, namelijk besloten dat de belangrijke gedragsregel ‘nul is de norm’ niet onbeschreven mag blijven. De beroepsnorm moet glashelder zijn voor iedereen. Hiermee wordt de lang bestaande ongeschreven regel geformaliseerd. Kort samengevat: voer je als arts of coassistent patiëntgebonden werkzaamheden uit, dan ben je dokter Bob. Tijdens het werk mogen geen sporen van alcohol of psychoactieve middelen in het lichaam aanwezig zijn. Voor artsen die tijdens een bereikbaarheids- of crisisdienst fungeren als eerste aanspreekpunt, geldt eveneens de nul-norm. Voor artsen die tweede aanspreekpunt zijn tijdens een bereikbaarheids- of crisisdienst geldt de verkeersnorm. Zo’n tweede aanspreekpunt vormt bijvoorbeeld de arts die als enige specifieke deskundigheid bezit op een bepaald medisch terrein en zeer zelden opgeroepen wordt.
De regel op schrift stellen helpt ons om ons van deze regel extra bewust te zijn als we bijvoorbeeld thuis zitten maar oproepbaar zijn. En het schept duidelijkheid naar de maatschappij toe: je mag rekenen op een dokter met vaste hand en verstand.
De kans dat iemand naast u onwel wordt, is gelukkig klein. Geniet dus straks lekker van dat eerste zonnetje op het terras. Ik wens iedereen een stralend 2018 toe!
René Héman, voorzitter artsenfederatie KNMG
Gedragsregel Nul is de norm formeel vastgelegd (nieuwsbericht 11 januari 2018)
Ben je arts en wil je reageren op dit artikel, stuur dan een mail naar communicatie@fed.knmg.nl
Geef uw reactie