Delen via

Levenseinde zorg

Als een patiënt lijdt en het levenseinde nabij is, heb je als arts verschillende mogelijkheden om hem bij te staan. Zo kun je denken aan symptoombestrijding, pijnstillende medicatie of palliatieve sedatie. Ook kan de patiënt je vragen om euthanasie. Informatie hierover vindt u overzichtelijk bijeen in het standpunt Beslissingen rond het levenseinde. Daarnaast kunt u onderstaande dossiers, projecten en programma’s raadplegen.

Dossiers, projecten en programma’s

Onderstaande dossiers, project- of programmapagina’s bevatten gedetailleerde informatie over dit onderwerp.

Ervaringsverhalen artsen

Het verzoek om euthanasie is een van de meest indringende en belastende vraag die je als arts kan krijgen. Verschillende artsen vertellen over hun eigen ervaringen en emoties.
Bekijk video’s over praten over het levenseinde, palliatieve zorg en euthanasie bij dementie.

Praktijkdilemma's

  • Wat moet ik doen als een patiënt overweegt om te stoppen met eten en drinken?    

    Casus 

    Regelmatig komen patiënten bij mij om te spreken over het levenseinde. Ik bespreek dan met hen de zorg rond het levenseinde en wat mensen nog wel en niet zouden willen. Soms overwegen mensen ook om te stoppen met eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen. Hoe ga ik daarmee om? En mag ik mensen ook zelf wijzen op deze mogelijkheid?  

    Advies

    Als een wilsbekwame patiënt zich wil oriënteren op mogelijkheden rond het levenseinde of een weloverwogen doodswens heeft, dan gaat u het gesprek aan om de hulpvraag te onderzoeken. 

    Als stoppen met eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen (STED) ter sprake komt, dan geeft u onder andere informatie over de voorbereiding en het verloop van het proces, de voor- en nadelen en de eventueel te verwachten problemen. U mag ook zelf de mogelijkheid van STED ter sprake brengen, uiteraard voor zover relevant voor de betreffende patiënt. Als de patiënt weloverwogen en goed geïnformeerd kiest voor STED, is het uw taak om hem hierbij adequaat te begeleiden en palliatieve zorg te bieden.  

    Toelichting

    Het komt regelmatig voor dat patiënten het gesprek willen aangaan over de verschillende mogelijkheden rond het levenseinde. In zo’n geval is het uw taak om het gesprek over het levenseinde te voeren en de hulpvraag te exploreren.   

    Soms uiten patiënten een doodswens. In dat geval is het uw taak om deze wens nader te onderzoeken, omdat er een verzoek om hulp achter schuil kan gaan of de wens kan voortkomen uit een psychische aandoening of existentiële nood. In dat geval kan het wenselijk zijn om te verwijzen naar de GGZ, een geestelijk verzorger of een andere vorm van hulpverlening.  

    De patiënt kan in een gesprek over het levenseinde zelf de mogelijkheid om bewust te stoppen met eten en drinken ter sprake brengen. In dat geval heeft u de professionele plicht om het gesprek hierover aan te gaan. U informeert de patiënt zo goed en objectief mogelijk over het te verwachten beloop en de voor- en nadelen van dit proces. Ook wijst u de patiënt op eventuele problemen die kunnen optreden. Zo stelt u de patiënt in staat om een goed geïnformeerde beslissing te nemen.  

    Als de patiënt de mogelijkheid van STED niet zelf ter sprake brengt, mag u de patiënt ook op deze mogelijkheid wijzen, uiteraard voor zover dat relevant is voor de patiënt. Het is immers uw taak om de patiënt goed voor te lichten over de verschillende mogelijkheden rond het levenseinde.   

    Als de patiënt besluit tot STED, dan treft u voorbereidingen voor adequate begeleiding en zorg tijdens het proces. Het doel hiervan is om het eventuele lijden en de mogelijke complicaties die kunnen ontstaan als gevolg van het bewust stoppen met eten en drinken te verzachten. Deze zorg is een vorm van palliatieve zorg. Het proces van STED vraagt om goede voorbereiding, samenwerking en zorgvuldige communicatie tussen hulpverleners, patiënt en naasten, die in dit proces vaak een belangrijke rol vervullen.   

    STED wordt beschouwd als een natuurlijke dood en hoeft niet te worden gemeld bij de gemeentelijk lijkschouwer.    

    Meer informatie vindt u in de handreiking Zorg voor mensen die bewust stoppen met eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen.

    Meer informatie

  • Hoe moet ik omgaan met een levenstestament waar medische verklaringen in staan?

    Wat moet ik als arts doen met een levenstestament dat de patiënt heeft opgesteld bij de notaris en waar medische verklaringen in staan?

    Casus

    Regelmatig komen patiënten bij mij met een levenstestament, dat is opgesteld bij de notaris. In dat document staat vaak een behandelverbod en een euthanasieverzoek. Wat moet ik met een dergelijk levenstestament doen?

    Advies

    Een levenstestament is een document dat door de notaris is opgesteld. Hierin zijn persoonlijke wensen van de patiënt vastgelegd voor de situatie dat de patiënt wilsonbekwaam is geworden. In dit document kunnen ook passages staan over een behandelverbod en euthanasie.

    Voeg het levenstestament niet zonder gesprek aan het medisch dossier toe, maar beschouw het als een aanleiding om met de patiënt te praten over het levenseinde.

    Bekijk met de patiënt of de eventuele medische passages in het levenstestament voldoende houvast bieden om (niet) te handelen. Als het levenstestament voor u onvoldoende houvast biedt, leg dan uit dat het van belang is dat de patiënt in een ander, persoonlijk document, in eigen bewoordingen en zo concreet mogelijk, de eigen wensen rond het levenseinde opschrijft en deze met u bespreekt. Zo is voor u én de patiënt duidelijk wat bedoeld wordt en worden misverstanden voorkomen.

    De checklist wilsverklaringen en de handreiking Tijdig praten over het levenseinde van de KNMG geven de arts hiervoor handvatten. Ook voor de patiënt bestaan handvatten voor het opstellen van een wilsverklaring. Beide documenten kunnen met toestemming van de patiënt worden opgeslagen in het medisch dossier.

    Toelichting

    De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) stelt modellen ter beschikking die gebruikt kunnen worden om zogenoemde notariële levenstestamenten op te stellen. Een levenstestament is een document waarin persoonlijke wensen vastgelegd worden voor het moment dat de patiënt wilsonbekwaam is geworden. In het levenstestament kan de patiënt onder andere een vertegenwoordiger aanwijzen. Ook kunnen er medische passages zijn opgenomen over bijvoorbeeld euthanasie en een behandelverbod.

    De KNB heeft voor de arts een uitleg gemaakt over het levenstestament. In de uitleg voor patiënten wordt patiënten aangeraden om een gesprek met de arts te hebben en hun wensen nader toe te lichten en deze zo nodig in een aparte verklaring op te schrijven.

    Mensen denken regelmatig dat zij met een levenstestament van de notaris een behandelverbod of euthanasie ‘geregeld’ hebben. Dat is echter niet het geval. Dit misverstand leidt soms tot spanningen tussen arts en patiënt en/of diens naasten. Het is belangrijk deze verwachtingen van de patiënt en diens naasten te corrigeren.

    Het medische deel van het levenstestament bestaat doorgaans uit standaardpassages. Daardoor kunnen misverstanden ontstaan over de daadwerkelijke bedoelingen van de patiënt. Het levenstestament beschrijft bijvoorbeeld niet altijd wat de patiënt verstaat onder ‘uitzichtloos en ondraaglijk lijden’ of voor welke specifieke situaties het behandelverbod geldt.

    Een levenstestament van de notaris is doorgaans dan ook niet geschikt om de wensen van de patiënt rond medische behandeling of euthanasie duidelijk genoeg vast te leggen. Daarvoor is het nodig dat de patiënt voldoende wordt voorgelicht over de (on)mogelijkheden van de arts, bijvoorbeeld als het gaat om euthanasie of een behandelverbod. Een gesprek met een arts hierover is daarom nodig.

    Het gesprek met de arts zorgt ervoor dat de patiënt tot een weloverwogen en duidelijke keuze komt over euthanasie of een behandelverbod én dat die keuze ook voor de arts duidelijk genoeg is. Beschouw het levenstestament daarom vooral als een aanleiding om met de patiënt te spreken over het levenseinde. In dat gesprek kunnen de wensen en verwachtingen van de patiënt in kaart gebracht worden. Ook kan de arts de eigen opvattingen schetsen en de patiënt voorlichten over euthanasie en andere mogelijkheden rond het levenseinde.

    Samenvattend: voor het daadwerkelijk opstellen van een behandelverbod en/of een schriftelijk euthanasieverzoek is het belangrijk dat de patiënt in een ander document de eigen wensen rond het levenseinde opschrijft. Deze verklaring moet zo concreet mogelijk en in eigen woorden opgeschreven zijn. Ook moet de verklaring altijd met de arts zijn besproken. Zie voor handvatten de checklist wilsverklaringen en de handreiking Tijdig praten over het levenseinde. Ook voor de patiënt bestaan handvatten voor het opstellen van een wilsverklaring.

    Voor intrekking of wijziging van de medische wilsverklaringen, zoals het behandelverbod en het euthanasieverzoek, hoeft de patiënt niet terug naar de notaris. De laatst vastgelegde wilsverklaring is de geldende.

    Meer informatie

    Zie ook

  • Moet een euthanasieverzoek schriftelijk gebeuren?

    Casus

    Een patiënt heeft mij als huisarts om euthanasie verzocht. Ik heb hem voorgesteld om naar de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie (NVVE) of naar een notaris te gaan om het euthanasieverzoek op schrift te stellen. En om daarvoor gebruik te maken van een standaard euthanasieverklaring. De patiënt vraagt zich af of dit niet anders kan. Moet een euthanasieverzoek altijd schriftelijk gebeuren?

    Advies

    Een patiënt die om euthanasie verzoekt, hoeft dit verzoek niet schriftelijk te doen. Wel is een schriftelijk euthanasieverzoek een belangrijk (bewijs)document voor de arts en de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie. Het is dus wel raadzaam dat de patiënt zijn euthanasieverzoek op papier zet.

    Toelichting

    Een euthanasieverzoek moet volgens de wet vrijwillig en weloverwogen zijn. Het is echter een misverstand dat de patiënt dit verzoek schriftelijk moet doen. De patiënt kan het euthanasieverzoek ook mondeling uiten in gesprekken met de arts en eventuele naasten en andere hulpverleners. In dat geval is het belangrijk dat de arts heldere verslagen van deze gesprekken maakt en deze opslaat in het dossier van de patiënt. Zo kan het euthanasieverzoek later aan de hand van de verslagen worden gereconstrueerd. Daarbij is ook het verslag van de consulent – een onafhankelijke tweede arts, bijvoorbeeld een SCEN-arts – van belang. Deze zal, net als de arts, ingaan op de vrijwilligheid en weloverwogenheid van het euthanasieverzoek van de patiënt.

    Schriftelijke verklaring

    Als een patiënt een euthanasieverzoek op schrift wil zetten, heeft een zelf geformuleerde verklaring de voorkeur boven een standaardverklaring. Een eigen euthanasieverklaring is authentieker en overtuigender.

    Het schriftelijke euthanasieverzoek hoeft geen uitgebreide en ingewikkelde verklaring te zijn. Wel moet de patiënt hierin duidelijk verklaren – en dat mag in zijn eigen woorden – waarom hij euthanasie wil. Het belangrijkste is dat helder wordt welk lijden de patiënt ervaart en waarom dat voor hem ondraaglijk is. Verder moet de verklaring bij voorkeur een datum en handtekening van de patiënt bevatten.

    Belang van tijdig spreken over euthanasie

    De wet staat toe dat een schriftelijk euthanasieverzoek het mondelinge verzoek vervangt als de patiënt niet meer in staat is zich te uiten. Maar als de patiënt zijn eigen wil niet meer kan uiten, dan is het – ook met een schriftelijk verzoek – vaak vrijwel onmogelijk om de vrijwilligheid en weloverwogenheid van het verzoek vast te stellen. En om te beoordelen of het lijden ondraaglijk is.

    Het is daarom van belang dat arts en patiënt tijdig en helder met elkaar spreken over het euthanasieverzoek en dat de arts dit vastlegt in het patiëntendossier. Daarnaast is het belangrijk dat de arts aan de patiënt aangeeft dat de waarde van een schriftelijke euthanasieverklaring beperkt is.

    Meer informatie

    Zie ook

Meer praktijkdilemma's

Delen via

Terug naar boven
Uw browser wordt niet ondersteund. Sommige functies van deze site werken mogelijk niet correct. Wij adviseren u een andere browser te gebruiken.
Cookie instellingen aanpassen

Deze pagina maakt gebruik van cookies voor optimale werking van de website en kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik. Door verder gebruik te maken van deze website gaat u hiermee akkoord. Voor meer informatie over cookies zie onze cookieverklaring. disclaimer