Patiënten willen soms de regie houden over hun eigen levenseinde. Daarom stellen ze bijvoorbeeld een wilsverklaring op of zien zij bewust af van eten en drinken. Op deze pagina vind je handreikingen om patiënten daarbij te begeleiden met informatie en de juiste zorg. Ook lees je hier de visie van de KNMG op het initiatiefwetsvoorstel ‘voltooid leven’ dat moet regelen dat ouderen die niet ernstig ziek zijn, hulp bij zelfdoding kunnen krijgen van een levenseindebegeleider.
Onderstaande dossierpagina’s bevatten gedetailleerde informatie over dit onderwerp.
Een patiënt heeft mij als huisarts om euthanasie verzocht. Ik heb hem voorgesteld om naar de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie (NVVE) of naar een notaris te gaan om het euthanasieverzoek op schrift te stellen. En om daarvoor gebruik te maken van een standaard euthanasieverklaring. De patiënt vraagt zich af of dit niet anders kan. Moet een euthanasieverzoek altijd schriftelijk gebeuren?
Een patiënt die om euthanasie verzoekt, hoeft dit verzoek niet schriftelijk te doen. Wel is een schriftelijk euthanasieverzoek een belangrijk (bewijs)document voor de arts en de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie. Het is dus wel raadzaam dat de patiënt zijn euthanasieverzoek op papier zet.
Een euthanasieverzoek moet volgens de wet vrijwillig en weloverwogen zijn. Het is echter een misverstand dat de patiënt dit verzoek schriftelijk moet doen. De patiënt kan het euthanasieverzoek ook mondeling uiten in gesprekken met de arts en eventuele naasten en andere hulpverleners. In dat geval is het belangrijk dat de arts heldere verslagen van deze gesprekken maakt en deze opslaat in het dossier van de patiënt. Zo kan het euthanasieverzoek later aan de hand van de verslagen worden gereconstrueerd. Daarbij is ook het verslag van de consulent – een onafhankelijke tweede arts, bijvoorbeeld een SCEN-arts – van belang. Deze zal, net als de arts, ingaan op de vrijwilligheid en weloverwogenheid van het euthanasieverzoek van de patiënt.
Schriftelijke verklaring
Als een patiënt een euthanasieverzoek op schrift wil zetten, heeft een zelf geformuleerde verklaring de voorkeur boven een standaardverklaring. Een eigen euthanasieverklaring is authentieker en overtuigender.
Het schriftelijke euthanasieverzoek hoeft geen uitgebreide en ingewikkelde verklaring te zijn. Wel moet de patiënt hierin duidelijk verklaren – en dat mag in zijn eigen woorden – waarom hij euthanasie wil. Het belangrijkste is dat helder wordt welk lijden de patiënt ervaart en waarom dat voor hem ondraaglijk is. Verder moet de verklaring bij voorkeur een datum en handtekening van de patiënt bevatten.
Belang van tijdig spreken over euthanasie
De wet staat toe dat een schriftelijk euthanasieverzoek het mondelinge verzoek vervangt als de patiënt niet meer in staat is zich te uiten. Maar als de patiënt zijn eigen wil niet meer kan uiten, dan is het – ook met een schriftelijk verzoek – vaak vrijwel onmogelijk om de vrijwilligheid en weloverwogenheid van het verzoek vast te stellen. En om te beoordelen of het lijden ondraaglijk is.
Het is daarom van belang dat arts en patiënt tijdig en helder met elkaar spreken over het euthanasieverzoek en dat de arts dit vastlegt in het patiëntendossier. Daarnaast is het belangrijk dat de arts aan de patiënt aangeeft dat de waarde van een schriftelijke euthanasieverklaring beperkt is.
Bij een 79-jarige patiënt van mij is een gemetastaseerd coloncarcinoom geconstateerd. Hij wil geen behandeling meer; bij eerdere operaties heeft hij veel van zijn conditie moeten inleveren. We hebben afgesproken om alleen nog palliatief te behandelen.
Nu ontwikkelt hij acuut een ileus en is hij niet meer aanspreekbaar. Een operatie kan zijn leven mogelijk enige tijd rekken; anders zal hij op korte termijn overlijden. De dochter dringt aan op een operatie. Moet ik de patiënt voor een operatie laten opnemen?
Als de patiënt opname in een ziekenhuis expliciet heeft geweigerd, dan moet u deze weigering respecteren, ook als de patiënt niet meer aanspreekbaar is. Dit geldt ook als u zelf meent dat een operatie nog medisch zinvol is of als een naaste hierop aandringt.
Een patiënt mag een behandeling weigeren. Voorwaarde is wel dat de patiënt goed is voorgelicht over zijn situatie, dat de weigering ondubbelzinnig is en dat de patiënt de consequenties van de behandelweigering goed heeft begrepen. U moet de weigering duidelijk in het dossier aantekenen. Eventueel kan de patiënt een weigering ook vastleggen in een schriftelijke wilsverklaring.
Tijdig praten over het levenseinde
Om discussies met familieleden in dergelijke crisissituaties te voorkomen, is het van belang dat artsen en patiënten tijdig het gesprek aangaan over het overlijden, bij voorkeur in aanwezigheid van naasten. De naasten worden zo betrokken bij het besluit en zullen dat ook gemakkelijker kunnen accepteren. De KNMG-handreiking Tijdig praten over het levenseinde kan bij zo’n gesprek behulpzaam zijn. Een dossieraantekening of een wilsverklaring kan de arts extra zekerheid bieden.
Afweging
Als met de patiënt niets is afgesproken, moet u zich afvragen of opname in het ziekenhuis in het belang is van de patiënt. Is een operatie medisch zinvol? Draagt een operatie bij aan de kwaliteit van leven?
Draagt de operatie bij aan de instandhouding of verbetering van de medische conditie van de patiënt? Is er een redelijke verhouding tussen de belasting en het doel van de behandeling?
Bij deze vragen gaat het niet om de leeftijd van de patiënt, maar om diens medische toestand vóór en na de ingreep, de belasting van de ingreep en op welke termijn de patiënt er baat bij heeft. Bij twijfel kunt u hierover overleggen met de patiënt of de familie. U maakt echter altijd een afweging op medisch professionele gronden en kunt niet gedwongen worden om in te gaan op een verzoek van wie dan ook.
Overdracht
Het komt regelmatig voor dat tussen arts en patiënt heldere afspraken zijn gemaakt, maar dat deze niet goed zijn vastgelegd in het dossier of dat behandelaren deze niet goed aan elkaar hebben overgedragen. Hierdoor bestaat het risico dat een waarnemer die een patiënt in de ANW-uren ziet, deze patiënt bij twijfel dan toch in het ziekenhuis laat opnemen voor een operatie. Dit omdat hij de medische situatie van de patiënt niet kent en niet op de hoogte is van eventuele afspraken. Om dergelijke overbehandeling in de laatste levensfase te voorkomen, is het van groot belang dat de arts de afspraken vastlegt in het dossier en deze aan derden, zoals de huisartsenpost, bekend maakt.
Ik (huisarts) heb vele gesprekken gevoerd met een 93-jarige patiënt, die moe is van het leven. De patiënt geeft aan niet verder te willen leven en vraagt om euthanasie. Ik heb de euthanasiewens onderzocht, maar kom tot de conclusie dat het verzoek niet kan worden ingewilligd, omdat niet aan alle zorgvuldigheidseisen voor euthanasie wordt voldaan. Toch wil ik de patiënt verder ondersteunen. Mag ik haar nu voorstellen om te stoppen met eten en drinken, om zo de dood te bespoedigen?
U mag uw patiënt wijzen op de mogelijkheid om af te zien van eten en drinken. Het is daarbij wel belangrijk om de doodswens van de patiënt goed uit te vragen. Ook moet u de patiënt zo goed mogelijk informeren, bijvoorbeeld over het te verwachten beloop en de voor- en nadelen van stoppen met eten en drinken. Als uw patiënt hiervoor kiest, is het uw taak om hem hierbij adequaat te begeleiden.
Het bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen is een keuze die iedereen zelf kan en mag maken. Daarvoor is geen overleg met, of toestemming van een arts nodig. Het is een besluit van de patiënt. Maar dat besluit is ingrijpend, voor zowel de patiënt zelf, als voor zijn naasten. Het vraagt dan ook om goede samenwerking en zorgvuldige communicatie tussen hulpverleners, patiënt en naasten, die in dit proces vaak een intensieve rol vervullen.
Rol van de arts
Het komt voor dat een patiënt een duurzaam doodsverlangen blijft houden. Zoals in bovenstaande casus, waarbij niet aan de eisen voor euthanasie wordt voldaan, maar waarbij de arts ziet dat iemand echt dood wil. In dat geval is het bewust afzien van eten en drinken een mogelijkheid.
Als de patiënt deze mogelijkheid zelf niet ter sprake brengt, is het de arts toegestaan om de patiënt bij het exploreren van de hulpvraag op deze mogelijkheid te wijzen. Daarnaast kan de arts het ter sprake brengen wanneer hij aanwijzingen heeft dat de patiënt overweegt om te stoppen met eten en drinken, of hier mogelijk al mee gestopt is. Tot slot kan de patiënt ook zelf ter sprake brengen dat hij het levenseinde wil bespoedigen door bewust af te zien van eten en drinken. In dat geval heeft de arts de professionele plicht om het gesprek hierover aan te gaan.
Informatie verstrekken
De arts informeert de patiënt zo goed en objectief mogelijk over het te verwachten beloop en de voor- en nadelen van het afzien van eten en drinken. Ook wijst hij de patiënt op problemen die kunnen optreden, met name als de patiënt jong is.
Is de patiënt jonger dan 60 jaar en lijdt hij niet aan een levensbedreigende ziekte? Dan moet de arts de patiënt afraden om bewust af te zien van eten en drinken. Bij patiënten ouder dan 60 jaar hoeft de arts bewust afzien van eten en drinken niet te ontraden op basis van het feit dat er geen levensbedreigende ziekte is of de patiënt nog in een goede conditie verkeert.
Begeleiding en zorg
Blijft een patiënt na het exploreren van de hulpvraag en het krijgen van informatie een duurzaam doodsverlangen houden? En wil hij bewust stoppen met eten en drinken? Dan treft de arts voorbereidingen voor adequate begeleiding en zorg tijdens het proces. Deze begeleiding en zorg hebben tot doel om complicaties (en daarmee gepaard gaand lijden) bij de patiënt te verzachten en de naasten te ondersteunen.
Het is belangrijk om vooraf met alle betrokkenen goede afspraken te maken over het proces en de begeleiding. Een patiënt die gestopt is met eten en drinken kan bijvoorbeeld in een delier raken en dan (onbewust) vragen om drinken. Het kan voor de naasten erg moeilijk zijn om hier dan niet op in te gaan. Daarom is het belangrijk om hier in de voorbereidende fase al afspraken over te maken, zodat u hierop terug kunt vallen.
Natuurlijke dood
Bewust afzien van eten en drinken wordt beschouwd als een natuurlijke dood. Vergelijk het met het weigeren van antibiotica of chemotherapie; het is geen actieve handeling, maar juist iets wat de patiënt laat.