Veel voorspelbare en routinematige medische handelingen die veelal door artsen worden uitgevoerd, kunnen goed door speciaal hiervoor opgeleide, andere beroepsbeoefenaren worden verricht. Denk bijvoorbeeld aan verpleegkundig specialisten en physician assistants. Dit wordt taakherschikking genoemd.
De KNMG heeft samen met de beroepsvereniging van verpleegkundigen (V&VN) een brede Handreiking verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg opgesteld (gepubliceerd in 2010). Na een succesvolle experimenteerperiode van vijf jaar, is in september 2017 het wetsvoorstel voor taakherschikking aangenomen door de Tweede Kamer. De randvoorwaarden in de pilot zijn opgenomen in de wet- en regelgeving conform de wens van de KNMG, zie de brief aan de Tweede Kamer van januari 2017).
Taakherschikking kent belangrijke voordelen voor de patiënt. Zo zal er doorgaans meer aandacht en tijd voor de patiënt zijn. Tegelijkertijd moet rekening gehouden worden met meer zorgverleners rondom de patiënt. Dit vraagt om duidelijke, vastgelegde en transparante afspraken tussen alle betrokken zorgverleners over taken en de daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden, en het afleggen van verantwoording jegens elkaar en de patiënt.
Ook voor de arts zijn er voordelen. Omdat de routinematige handelingen uit handen worden genomen, heeft de arts meer tijd voor specialistische zorg. Het is de verantwoordelijkheid van artsen, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals, zoals de physician assistant, om eventuele risico’s die door taakherschikking kunnen ontstaan te vermijden of beperken. Protocollering van taken, supervisie en casusbesprekingen zijn hiervoor geschikte methodes. Daarnaast zal elke instelling heldere afspraken moeten maken met de betrokken professionals over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden.
Aan de hand van de brede Handreiking verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg (2010) kunnen zorgverleners zorgbreed afspraken maken over de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling. De handreiking is een gezamenlijk product van de KNMG en de beroepsverenigingen van verpleegkundigen (V&VN) en physician assistants (NAPA).
Steeds vaker zijn diverse zorgverleners betrokken bij de zorgverlening aan en de behandeling van een cliënt. Een goede samenwerking voorkomt dan problemen en misverstanden. Belangrijke randvoorwaarden zijn een duidelijke taak- en verantwoordelijkheidsverdeling, goede onderlinge communicatie en afstemming over werkzaamheden en informatie. De KNMG heeft deze randvoorwaarden geëxpliciteerd in de Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg.
Ik ben als internist werkzaam in een ziekenhuis. Sinds een aantal jaar werken wij naar volle tevredenheid samen met physician assistants* (PA). Recent hebben wij onze samenwerkingsafspraken geëvalueerd. Nu blijkt dat de PA’s ook geneesmiddelen willen voorschrijven. Mogen zij dat eigenlijk?
Artsen, tandartsen en verloskundigen mogen recepten uitschrijven zolang zij in het BIG-register staan ingeschreven. Sinds 1 januari 2012 hebben ook verpleegkundig specialisten (VS) en physician assistants (PA) een voorschrijfbevoegdheid. Die bevoegdheid is bij wijze van experiment voor vijf jaar door de minister toegekend.
Bepaalde geneesmiddelen zijn uitsluitend op recept verkrijgbaar; de zogenoemde UR-geneesmiddelen (Uitsluitend op Recept). In de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) is bepaald welke beroepsbeoefenaren bevoegd zijn om recepten voor UR-geneesmiddelen te schrijven. Van oudsher zijn dat drie beroepsbeoefenaren: artsen, tandartsen en verloskundigen. Zij mogen voorschrijven binnen hun deskundigheidsgebied en voor zover zij bekwaam zijn.
In 2012 hebben physician assistants bij wijze van experiment voor een periode van vijf jaar een voorschrijfbevoegdheid gekregen. Na die periode volgt een evaluatie. De wet stelt een aantal voorwaarden aan deze bevoegdheid.
Physician Assistants mogen geneesmiddelen voorschrijven:
Bovendien moeten zij daarbij handelen volgens landelijk geldende richtlijnen, standaarden en daarvan afgeleide protocollen. Welke UR-geneesmiddelen dit exact zijn is afhankelijk van de lokale situatie. Hierover moeten artsen en PA’s en VP’s gezamenlijk afspraken maken. De KNMG-handreiking Implementatie Taakherschikking kan hierbij behulpzaam zijn.
* Een physician assistant is een zorgprofessional die in het medische domein werkt en de HBO-master Physician Assistant heeft gevolgd. De PA kan minder complexe, routinematige taken van de arts overnemen.