Prenatale screening is het aan zwangere vrouwen ongevraagd aanbiedenvan onderzoek naar aangeboren of erfelijke afwijkingen bij een foetus. Dat kan met een vlokkentest, een uitgebreide echo, vruchtwateronderzoek, of met de NIP-test (Niet Invasieve Prenatale Test). Of vrouwen willen overgaan tot prenataal onderzoek is hun eigen keuze en hangt af van hun gevoel en ideeën over zwangerschap en hun eigen leven.
De coördinatie en regie op prenatale screening wordt gedaan door het RIVM. Prenatale screening valt onder de Wet op het bevolkingsonderzoek (WBO). Deze wet stelt kwaliteitseisen aan de aanbieders van prenatale screening. Ethische vragen centreren zich bij prenatale screening vooral rond keuzevrijheid van de vrouw, de beschermwaardigheid van een foetus en de mogelijke stigmatisering van kinderen met een afwijking.