Het principe van rechtvaardigheid betekent dat gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden, en ongelijke gevallen ongelijk. Voor artsen betekent dat bijvoorbeeld dat rijke patiënten geen voorrang krijgen op arme patiënten bij een behandeling op de eerste hulp. Het betekent ook dat patiënten met acute klachten wél voorrang krijgen op patiënten zonder acute klachten. In dat geval gaat het immers om een ongelijke situatie. In de gezondheidszorg draait het om de medische vraag/behoefte: iemand moet die behandeling krijgen die op dat moment wenselijk en nodig is. Daarbij is het voor de arts niet relevant welk geslacht iemand heeft, welk geloof of welke seksuele geaardheid.
Het principe van rechtvaardigheid kan gaan knellen als er schaarste is: bijvoorbeeld bij een volle intensive care, bij dure geneesmiddelen of bij donororganen. Welke patiënten zijn gelijk en welke niet? Hoe verdeel je schaarse middelen? En wie heeft het meeste recht op iets wat schaars is?