De arts voldeed niet aan de herregistratie-eisen van de werkzaamheden in een huisartsenpraktijk en de avond-, nacht of weekenddiensten. Na een belangenafweging registreerde de RGS de arts in afwijking van de eisen voor een jaar. In bezwaar kon alleen het individuele besluit op de aanvraag worden beoordeeld. Een pleidooi voor aanpassingen aan de regelgeving diende de arts te richten aan de wetenschappelijke- en beroepsvereniging. Zij bepalen de feitelijke inhoud van het vakgebied. Het College Geneeskundige Specialismen (CGS), stelt in overleg met hen de regelgeving vast. De taak van de RGS beperkt zich tot het (opnieuw) inschrijven van artsen in het specialistenregister. De RGS is daarbij in beginsel gehouden aan de regelgeving en is niet bevoegd om andere, nieuwe regels in het leven te roepen. De adviescommissie overwoog dat werkzaamheden in de algemeen medische zorg voor een bijzondere groep niet vallen onder de beschrijving van de werkzaamheden als huisarts of huisartsgeneeskundige zorg. Kennelijk gedragen door de beroepsgroep, worden deze werkzaamheden beschouwd als aparte categorie. Onvoorziene gebeurtenissen die het realiseren van de herregistratievereisten beïnvloeden, zijn verdisconteerd in de herregistratie voor beperkte duur. Verder beoordeelde de adviescommissie of er sprake was van een bijzonder geval, dat diende te leiden tot afwijking van de herregistratie-eisen. Dit is een discretionaire bevoegdheid van de RGS, waarmee deze onderbouwd kan afwijken van de eisen voor onder andere schrijnende gevallen waarbij het vasthouden aan de eisen strijdigheid met de redelijkheid en proportionaliteit zou opleveren. Zo’n bevoegdheid zal naar haar aard slechts zelden en uitsluitend onder zeer bijzondere omstandigheden kunnen worden toegepast. De RGS dient bij het nemen van het besluit na te gaan of de nadelige gevolgen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen. Het Kaderbesluit CGS is daarbij wél het uitgangspunt. De taak van de RGS is om het publieke belang te dienen, om de gezondheid en veiligheid van het publiek te bewaken, beschermen en te bevorderen. Dat doet zij door het uitvoeren van de regels over de kwaliteitseisen aan specialisten. De RGS dient bij het nemen van besluiten het belang van de samenleving en de patiënt boven het belang van de specialist te stellen, zonder het belang van de arts uit het oog te verliezen. De samenleving moet erop kunnen vertrouwen dat een in Nederland erkende geregistreerde specialist altijd aan de wettelijke eisen voldoet. Enerzijds is er dus het belang dat met het oog op de kwaliteit van de medische zorg in het huisartsenregister slechts diegenen worden ingeschreven die geacht worden alle aspecten van de huisartsenzorg voldoende te beheersen en zelfstandig daartoe werkzaamheden kunnen verrichten, anderzijds is er het belang van de arts bij (langere) herregistratie. De RGS maakte deze afweging en week af van de regelgeving. De adviescommissie oordeelde dat de RGS in redelijkheid de herregistratieperiode kon vaststellen op één jaar en merkte op dat de RGS terecht terughoudend omgaat met het besluiten tot herregistratie indien een arts niet aan de minimumeisen voldoet. De adviescommissie overwoog dat het ontbreken van criteria ter beoordeling van de afwijking van de regelgeving niet aan redelijke besluitvorming in de weg stond. Gezien de aard ervan zijn juist vanwege de individuele, specifieke, omstandigheden niet vooraf (algemene) criteria voor afwijking te geven. Terecht liet de RGS het algemene belang prevaleren boven het belang van de arts bij een langere herregistratie. De adviescommissie kon de RGS volgen in het argument dat een, aldus toegekende herregistratieperiode wordt afgezet tegen de periode die wordt toegekend wanneer wèl aan de minimumeisen is voldaan. De RGS betrok alle omstandigheden en werkzaamheden van de arts bij de beoordeling en kon daarbij tot een andere weging komen dan de arts. Bij de afweging betrok de RGS terecht andere cases en het voorkómen van precedentwerking. Het belang van de arts om conform eigen wensen invulling te geven aan de werkzaamheden woog niet op tegen het publieke belang. De adviescommissie wees op de eigen verantwoordelijkheid van de arts om alles in het werk te stellen om de volgende keer aan de herregistratie-eisen te voldoen. Dit geldt in zijn algemeenheid voor iedere arts die geherregistreerd wil worden, en des te meer voor de arts die in de herregistratieprocedure op de hoogte kwam van het voornemen tot een beperkte herregistratieduur. De adviescommissie constateerde dat de arts een afwachtende houding aannam en selectief was in de keuze van de werkzaamheden, waardoor deze het risico nam dat de opgave om aan de vereisten te voldoen steeds groter werd. Van belemmeringen om meer inspanningen te verrichten, was niet gebleken. De adviescommissie oordeelde dat de arts met een herregistratieperiode van een jaar niet onevenredig werd benadeeld. Werkzaamheden konden worden voortgezet en (extra) inspanningen ten bate van een volgende herregistratie, maakten dit niet anders. Niet kon worden vooruitgelopen op de eventuele onmogelijkheid om in de gegeven herregistratieperiode aan de eisen te voldoen. Deze worden betrokken bij de beoordeling van die volgende aanvraag. Verder overwoog de adviescommissie dat het de verantwoordelijkheid is van iedere arts die voor herregistratie in aanmerking wil komen, dat deze aan de herregistratie-eisen voldoet. De arts was door eerdere herregistraties en correspondentie met de RGS op de hoogte en had tijdig maatregelen kunnen nemen. Gezien de systematiek in de regelgeving en in het licht van het publieke belang dat de RGS dient te behartigen, vond de adviescommissie het niet onlogisch dat de RGS bij het bepalen van de herregistratieduur primair uitgaat van het aantal gewerkte uren in plaats van de (on)mogelijkheden van de arts om aan de eisen te voldoen. Verder merkte de adviescommissie op dat de RGS niet bevoegd is tot het reguleren van de arbeidsmarkt. Eventuele problemen op de arbeidsmarkt kunnen niet bij de besluitvorming door de RGS worden betrokken.

De adviescommissie adviseerde de RGS om het bezwaar ongegrond te verklaren en het besluit te handhaven.